Na een interland-onderbreking trad NEC deze avond aan in eigen huis tegen PSV, dat dit seizoen teleurstellend presteert. Dan hoop je dus dat NEC eindelijk eens weet te stunten tegen een van de traditionele topploegen, iets waar wij altijd enorme moeite mee hebben terwijl andere clubs om ons heen dat bij tijd en wijle wel lukt. Met Sandler terug in de ploeg en Van Rooij met een verse contractverlenging onder de riem zouden we deze editie van NEC-PSV toch zeker wel een kans moeten kunnen maken. Het mocht echter niet zo zijn. Bovendien moest Tannane geblesseerd het veld verlaten; laten we hopen dat het niet ernstig is.
Tannane hinkelt geblesseerd van het veld vlak voor tijd. Foto: Rob Koppers
Vanmiddag heeft NEC met een B-elftal in Rotterdam tegen een B-elftal van Feyenoord met 1-2 gewonnen. Wij waren er helaas niet bij maar op Yotube vonden wij de onderstaande samenvatting. Uiteraard delen wij deze ook graag met jullie!
Komend weekend hebben we even rust en is er geen NEC. Wij gaan vanuit de bank (of de kroeg) Jasper aanmoedigen voor de potjes van Oranje tegen Frankrijk en Gibraltar (altijd lastig) en ons daarna rustig voorbereiden op de mooie thuiswedstrijd tegen de lampjes uit Eindhoven.
We leven sinds de winterstop in een bijzondere tijd. De wedstrijden van NEC zijn ineens gebeurtenissen die bol staan van sensatie, geweldige individuele acties, prachtige doelpunten en goed voetbal in het algemeen. Dringt het echt tot de supporters door waar ze naar zitten/staan te kijken? Het is te hopen, want de tragiek van de mens is niet zelden dat het geluk er is en alleen maar omarmt hoeft te worden, maar dat men het simpelweg niet ziet.
Supporters die al wat langer meelopen weten dat het in de geschiedenis van NEC niet vaak is voorgekomen dat spelers met de klasse van Cillessen, Sandler, Schöne, Proper, en Tannane gelijktijdig voor NEC op het veld stonden. En Tavsan, Dimata, El Karouani, Van Rooij en Márquez zijn ook geen koekenbakkers hè.
Je kunt hooguit wat teleurgesteld zijn dat we niet eerder in het seizoen dit voetbal op de mat konden leggen. Maar, verzachtende omstandigheden: Sandler was er aanvankelijk helemaal niet bij, Dimata was voor de WK-stop nog niet half zo goed als nu en de ontwikkeling van Dirk Proper…
De wedstrijd tegen RKC Waalwijk was om allerlei redenen geweldig. Door de wedstrijd zelf, maar ook door wat er in het uitvak allemaal gebeurde, waarover dadelijk meer.
Er waren al meteen een paar geweldige reddingen van Cillessen nodig om een vroege achterstand te voorkomen, er was een geweldige kans voor Dimata en dito redding van Vaessen, er waren opeens in korte tijd drie prachtige doelpunten van Tannane, Tavsan en Tannane, waardoor het na een half uur 3-0 voor NEC stond, er waren nog meer grote kansen over en weer, etc., etc. Eindstand 1-3. NEC behaalt een cruciale overwinning in de strijd om plek acht.
Maar daarmee is het verhaal van de avond nog niet verteld. Want in het volle uitvak voltrok zich een ware Jarda Simr-happening. Een geweldig eerbetoon aan de man die ons in 2003, in Waalwijk, naar Europees voetbal schoot. Simr met zijn gezin aanwezig in het uitvak, iedereen speciale t-shirts aan, een topsfeer en dan ook nog een mooie overwinning. Niemand zal dit snel vergeten.
Net zoals vele andere jochies heb ik zo’n beetje mijn hele jeugd (we hebben het dan over de jaren ’80 en begin jaren ’90) op voetbal gezeten. Ik geef meteen ruiterlijk toe dat ik een absoluut drama was met een bal (en zonder ook). Ik bivakkeerde steevast in de lagere elftallen van RKSV Brakkenstein en trainers wisten doorgaans niet wat ze met me aan moesten. Ik ben linksbenig, wat altijd even tot wat opwinding leidde bij een nieuwe trainer, totdat hij me daadwerkelijk met een bal bezig zag. Vervolgens werd ik doorgaans geposteerd op linksback of op linksbuiten, of een tijdje als voorstopper, totdat de algemene consensus bereikt werd dat ik de minste schade kon uitrichten op de linkshalf positie. Of op de reservebank, als er genoeg spelers voorhanden waren.
Toch had ook ik in mijn ontegenzeggelijk miserabele voetballoopbaan bijna een ‘Sjakie’s wondersloffen’ moment. Het gebeurde toen ik voetbalde in de A-jeugd (A1 zowaar! Toegegeven, niet vanwege mijn kwaliteiten, maar omdat Brakkenstein op dat moment simpelweg niet genoeg tieners op voorraad had voor een A2). We mochten een oefenwedstrijd spelen tegen de A-jeugd van NEC. De amateurtak, ongetwijfeld, maar in die dagen snapte ik dat soort onderscheid allemaal niet, dus wat ons betrof was het gewoon NEC. Zoals je je kunt voorstellen bleek het krachtsverschil pijnlijk groot en zo’n vijf minuten voor het einde keken we tegen een 0-11 achterstand aan. Ik was halverwege de tweede helft ingebracht op linksbuiten; onze trainer wilde mij ook wat minuten gunnen tegen NEC, want voor de stand maakte het verder toch geen zak meer uit. Ik compenseerde zoals gebruikelijk mijn gebrek aan balvaardigheid met blind gedraaf in een poging om mensen in de weg te lopen – of dat tegenstanders of medespelers waren was bijzaak – en op miraculeuze wijze onderschepte ik daarbij opeens de bal van een NEC-verdediger.