Het is dezer dagen lastig om niet te worden meegezogen in de algehele norsigheid die er momenteel weer rond onze club hangt. Een tijd lang was het heerlijk rustig, maar inmiddels is het oude vertrouwde genuil weer in volle gang. De zaken die eerst nog reden tot kalmte waren (een behoudende coach die geen rare dingen deed, een algemeen directeur die open en veelvuldig communiceerde met de buitenwacht (of ‘stakeholders’, zoals dat tegenwoordig blijkbaar heet) en een geleidelijke stabilisering van de sportieve resultaten) zijn nu ineens weer een bron van verhitte discussie. Een kleine greep in de woelige waterput van ontevredenheid: “Meijer is prut, Aalbers heeft slecht ingekocht, Van Schaik heeft een zootje gemaakt van het stadiondossier en gaat wild tekeer tegen kritische supporters (en journalisten)”, enzovoort. En dan hebben we het nog niet eens over de zoveelste pikante situatie rondom Cillessen gehad. Het is dus weer flink hommeles en de vraag rijst inmiddels hoe lang dit nog goed blijft gaan voordat de bom barst. Zo kennen we onze club weer!
De herkomst van dit soort subjectieve en emotionele tendensen is altijd moeilijk grijpbaar, maar het is geen grote verrassing dat veel van deze onmin al een tijdje aan het sudderen was. Wellicht dus toch eens tijd om even een stapje terug te zetten en te proberen om de huidige onvrede in perspectief te plaatsen.