Uit naar de kuip, dan weet je als promovendus dat het een heet potje kan gaan worden. Dat werd het uiteindelijk ook, maar niet zoals je hem op voorhand zou verwachten. De eerste 17 minuten voldeden wel aan die verwachting en na 2-0 leek de wedstrijd alweer gespeeld. Zeker wanneer je bedenkt dat NEC ook nog in een opvallende 5-3-2 “nacompetitie-variant” formatie speelde met enkele opvallende wijzigingen in de basis. Zo zat Akman op de bank en was er een basisplaats voor Mattsson. Zonder een echte spits een 2-0 achterstand wegwerken leek een utopie en dus leek het er in het begin op dat we een traditioneel heet avondje zouden krijgen in de Kuip. Maar het liep toch net effe anders. Via goals van Mattsson (laten we deze jongen even in de basis staan aub) en Odenthal (na een prachtige aanval) stond het bij rust gewoon 2-2. En dat was niet onverdiend. Na rust ging NEC door met het goede spel en al in de eerste minuut had Tavsan eigenlijk al de 2-3 moeten maken. In de 74e minuut kwam die 2-3 er alsnog, door invaller Verdonk.
Daarna was het Feyenoord dat op jacht ging naar de gelijkmaker en die kwam er helaas ook. Een minuut voor tijd viel ook de 4-3. Scheidrechter Kooij werd door de VAR naar de kant gehaald, maar laffe hond Kooij had blijkbaar last van kuipvrees want hij durfde de goal niet terug te draaien. De 5-3 van Feyenoord viel ook nog, maar toen was het al gespeeld. NEC speelde lange tijd geweldig, maar kreeg uiteindelijk te weinig.