De wedstrijd tegen Fc den Bosch, was er normaal gesproken één om snel te vergeten. Het potje past helemaal in de eindeloze reeks net-niet-ervaringen van de laatste jaren: dit is het moment om toe te slaan, de weg naar de top (van de KK-divisie, maar toch) ligt open, dus gaat het mis. Niks nieuws onder de zon. Ware het niet dat, de tot dan als betrouwbaar en stoïcijns beschouwde, Kevin Bukusu ons verbijsterde met een schitterend eigen doelpunt. Een ‘no look’-pass op het eigen doel, hemeltergend mooi.
Naast historische overwinningen, promoties, schitterende doelpunten, etc., zijn het de flaters die het voetbal zo mooi maken. De momenten van onbegrijpelijk en kolderiek falen. En dan het liefst nog op een beslissend moment of in een belangrijke wedstrijd. Zo beschouwd is het de vraag hoe lang de flater van Bukusu zal beklijven, het was maar een doorsnee pot.
Er zijn andere flaters, in een belangrijke wedstrijd en beslissend, die we niet snel zullen vergeten. Zowel in ons voordeel als ons nadeel. Er zijn wel grote verschillen in de emoties die het losmaakt. Een flater in het voordeel van NEC is ongeloof gevolgd door euforische blijdschap, een flater in ons nadeel is ongeloof gevolgd door woede en zwarte humor. Om de Bukusu kater sneller te kunnen verwerken, twee voorbeelden van flaters in ons voordeel. Allebei van de Europese campagne 2008. Eerst uit tegen Dinamo Boekarest. Ver in blessuretijd stond het nog 0-0 toen dit gebeurde:
Schitterend gemist. Het ultieme billenkramp moment. Dit is toch veel mooier dan de wedstrijd rustig uitspelen? Een zenuwslopende verlenging bleef ons bespaard.
Terwijl ze er in de VS achter proberen te komen of een bejaarde psychopaat of een broze opa het land moet gaan leiden. Terwijl wereldwijd, zeker ook in Europa en Nederland, het coronavirus ons nog steeds bij de ballen heeft. Terwijl zorgmedewerkers, de helden van het voorjaar, zich briesende idioten van het lijf moeten houden, gaat de Keuken Kampioen Divisie gewoon door. Dat klinkt cynisch, maar het profvoetbal biedt miljoenen mensen zo, te midden van alle beroering, een mooie afleiding. Een cadeautje dat we maar in dank moeten aanvaarden.
We leven even in een surrealistische wereld waar ergens, in een stadje dat Nijmegen heet, een oude voetbalclub op zoek is naar betere tijden. Het absurde voor ons, de supporters, is dat dat uitgerekend dit corona-seizoen kan gaan lukken. Seizoenen lang hebben we ons in het stadion kunnen ergeren aan ideeëloos, wezenloos, ongeïnspireerd, zeg maar gewoon slecht voetbal. En nu, nu we veroordeeld zijn tot het volgen van onze club via de TV, zien we ineens een team waar onze harten wél sneller van gaan kloppen. Hoe cynisch is dat!? Ik denk dat we ook dit cadeautje maar in dank moeten aanvaarden.
Klote Corona. Ik ben er wel klaar mee. Wat is dit voor een seizoen. Ik heb één wedstrijd in de Goffert mogen zitten en ben verder aangewezen op Fox. Thuis op de bank naar een leeg stadion kijken. Het is niets voor mij. Sfeerloos en saai. Een leeg stadion kan zo oorverdovend stil zijn. Verschrikkelijk. De laatste wedstrijden doe ik dan ook maar het geluid van de televisie uit en luister ik naar het ‘deskundige’ commentaar van mijn lieftallige echtgenote. Verwoede pogingen van mijn kant om situaties uit te leggen en antwoord te geven op vragen als; ‘Waarom schiet hij die bal nou zo?’, ‘Welke kant spelen we op?’ leiden tot niets. Maar goed het is lief bedoeld en het zorgt er in ieder geval voor dat ik niet in slaap val of toch maar de afzuigkap ga schoonmaken.