Afgelopen woensdag gingen veel voetballiefhebbers er eens goed voor zitten, de wedstrijd tussen Paris Saint-Germain en Manchester City (of Qatar tegen Abu Dhabi). De walging voor deze clubs, als misbaksels van het moderne voetbal, werd met enige moeite onderdrukt want dit kon wel eens een potje topvoetbal pur sang worden. Bij vlagen was het dat ook. Het tempo, het technisch kunnen, de tactiek, maar ook zoiets als werklust. In weerwil van het cliché van de verwende topvoetballer, zijn het juist de echte toppers die op dit vlak nooit verzaken, vijftig tot zestig wedstrijden per jaar. Nu zou ik makkelijk een bruggetje kunnen slaan naar NEC en het niveau waarop het momenteel acteert, maar vul het zelf maar in.
Er is ook een ander, veel leuker, bruggetje te slaan tussen PSG – Man City en NEC, namelijk de 1-0 van PSG. Het doelpunt van Marquinhos was een exacte kopie van het doelpunt dat onze eigen Édgar Barreto scoorde tegen Jong Ajax. Is je leven door deze informatie veranderd? Waarschijnlijk niet, maar leuk is het wel.
Weer even terug naar de walging. Zeker Manchester City is van oorsprong een mooie voetbalclub in de Engelse en Europese traditie. In Europa zijn clubs diep geworteld in een regio, stad of zelfs stadsdeel. De liefde voor de club steeds ontvangen van de vorige generatie. Beide clubs en een heleboel andere mooie clubs in Europa, zijn inmiddels in handen van lieden waar in plaats van clubliefde, dollars of euro’s door de aderen stromen, we kennen het verhaal. De enorme ophef over de Superleague in Engeland was dan ook best opmerkelijk omdat juist daar de deuren voor investeerders, maakt niet uit wie, al jaren geleden wagenwijd zijn opengezet. De stap naar de Superleague was een logisch gevolg van de ontwikkeling die met name in de Engelse Premier League volledig is omarmd, namelijk voetbal gebruiken als een onuitputtelijke geldmachine. Maar goed, kennelijk was er ook voor de Engelse fans nog een grens die niet overschreden mocht worden. En dat is het goede nieuws aan de ineenstorting van de Superleague.


