Sportief wil het dit jaar allemaal niet vlotten met NEC. En dus grijpt de clubleiding, ook met het oog op volgend seizoen, rigoureus in. Gisteren konden de NEC – supporters voor de tweede keer in een maand handen schudden met een opmerkelijke aanwinst: ’t Paraguayaanse talent Edgar Barreto. Met dank aan private investeerders.
Ooit schreef Jan Mulder een column. Het was begin jaren tachtig en de auteur/ex-profvoetballer liet zijn gedachtes de vrije loop dat NEC de Braziliaanse voetbalheld Eder had ingelijfd. Het was fictie die in Nederland op de lachspieren werkte.
Anno 2004 zou Mulder met soortgelijke teksten nauwelijks nog de lachers op zijn hand krijgen. Met dank aan private investeerders die – met gevaar voor eigen portemonnee – ineens miljoenen euro’s pompen in de Nijmeegse club rolt NEC van de ene in de andere sensationele transfer.
Nog het meest typerend voor de nooit eerder vertoonde ambities in De Goffert was gisteren tijdens de perspresentatie de verspreking van algemeen directeur Alex Tielbeke: “Een speciaal welkom aan onze aanwinst: Edgar Davids. Uh, ik bedoel natuurlijk Edgar Barreto.”
De Paraguayaan kon er de humor wel van inzien. In zijn geboorteland wordt de vergelijking met ‘die andere terriër’ in de pers wel vaker gemaakt. Al gaat dat voor de Zuid-Amerikaan toch echt te ver. “Ik ben nog jong. Ik heb nog zoveel te bewijzen.”
Edgar Barreto geldt als hét talent van Paraguay en dé revelatie van het pre-olympisch toernooi vorige week in Chili. Vanaf volgende week moet hij in De Goffert de hofleverancier worden van bruikbare passes op NEC’s andere topaankoop: de Pool Niedzielan.
Edgar Barreto had, tot gistermiddag 14.00 uur, in zijn negentien levensjaren nooit een voet gezet op Nederlandse bodem, maar koos toch ‘zonder te twijfelen’ voor NEC. “Hoe de reacties in mijn land zijn? Ik weet het eerlijk gezegd niet. Geen idee of mensen verbaasd zijn. Het is de laatste dagen allemaal zo snel gegaan. Voor ik het wist was alles rond. De meeste mensen in Paraguay krijgen vermoed ik vandaag pas het nieuws te horen. Mijn club Cerro Porteno heeft nog geprobeerd me te behouden, maar ik voelde dat de tijd rijp was voor een stap richting Europa. Er is in de voorbije periode wel wat meer interesse geweest. Onder meer uit Engeland. Maar mensen om me heen, onder wie vooral mijn vader, hebben deze transfer rondgemaakt. Ik vertrouw hem al mijn hele leven. Hij volgt me overal. Als hij zegt dat deze overgang goed is voor mijn carrière dan vaar ik daar blind op. In Paraguay woonde ik nog bij mijn ouders in. Nu verhuis ik naar Nijmegen en zal mijn vader de komende tijd bij me intrekken. Dat maakt hopelijk de aanpassing in Nederland wat gemakkelijker. Ik ben totaal niet bang voor heimwee. Dit is een goede keus.”
Pa Barreto was gisteren ook lijfelijk aanwezig in De Goffert en zag dat het goed was toen zijn zoon in de brasserie van het Nijmeegse stadion door de aanwezige NEC-supporters alvast op menig knuffel werd getrakteerd.
De centrale middenvelder – ‘Ik speel vooral defensief maar als ’t kan ook aanvallend’ – spreekt overigens geen woord Engels. “Daarom is het zo prettig dat trainer Johan Neeskens het Spaans vloeiend beheerst. Dat zal mijn aanpassing in Nederland hopelijk versnellen. Ik ben sowieso geen moeilijke jongen. Dat het koud is in Nederland? Daar had ik me allang op voorbereid. Ik weet zeker dat het goed komt. Ik ben een temperamentvolle voetballer, verwacht ook van mijn medespelers dat ze alles geven in een wedstrijd. Al pak ik door die manier van spelen op z’n tijd nog wel eens wat gele kaarten. Ik hoop dat het me lukt om mijn nieuwe ploeg naar een hoger niveau te brengen. Dat is de taak die ik mezelf heb gegeven.”
Edgar Barreto werd negentien jaar geleden geboren in Asuncion. Later groeide hij op in een dorp vlakbij de Paraguayaanse hoofdstad. “Ik heb een gelukkige, normale jeugd gehad. Ik had samen met mijn oudere broer en jongere zus niets te klagen.”
Die oudste broer, Diego, blijkt al even talentvol als de drie jaar jongere Edgar. Hij is doelman in het Olympisch elftal van Paraguay dat vorige week vriend en vijand verraste door zich ten koste van Maxwells Brazillië te kwalificeren voor Athene. Barreto wordt de eerste NEC’er op ’n olympisch podium. “We gingen dat toernooi in met de gedachte: een plek bij de eerste vier is mooi. Gaandeweg hebben we ons doel aangepast. We wilden naar Athene. Dat is mij en Diego gelukt. ”
Van Nederland weet Barreto – ooit ook begonnen als doelman – vooralsnog weinig. “Ik ben, net als de meeste mensen in mijn land, bekend met de Nederlandse voetbalcultuur. En natuurlijk met Johan Neeskens. Meer weet ik niet, maar dat komt vanzelf.”
Met Barreto heeft NEC er opnieuw een grootverdiener bij. Al is zijn kostprijs zeker een kwart lager dan de miljoen die NEC onlangs voor Niedzielan moest overmaken. Ook de loonkosten zijn te overzien. De reden: Barreto beschikt behalve over een Paraguayaans ook over een Italiaans paspoort en kan dus genoegen nemen met een ‘EU-salaris’.
“Mijn opa komt oorspronkelijk uit Italië”, zegt Barreto wiens komst de geruchtenstroom over het aanblijven van Neeskens verder versterkt. Dankzij private investeerders – en dan met name Ouwehands Dierenpark-eigenaar Marcel Boekhoorn – heeft ’t er alle schijn van dat De Nees voor komend seizoen kan bouwen aan een ploeg die in Nijmegen nog nooit is vertoond. Deze zomer volgt naar verwachting nog minimaal één ‘speler van naam’. Grote afwezige op de perspresentatie van Barreto was voorzitter Hans van Delft . Hij zit in het buitenland. Op zoek naar – ditmaal Nederlandse – versterking.
“De aanwezigheid van Johan Neeskens heeft zeker bijgedragen aan mijn keus voor NEC”, zo zei Barreto gistermiddag bijna ten overvloede.
In de column, begin jaren tachtig, van Jan Mulder eindigde de fictieve Braziliaanse NEC-ster Eder overigens in een Nijmeegse goot. Dat zal Edgar Barreto nooit overkomen. De Paraguayaan is een verstandige jongen. Ondanks de heldenstatus die hij op jeugdige leeftijd in zijn geboorteland heeft bereikt, is de vrije trappenspecialist wars van sterallures. Voor de pers neemt hij op zijn eerste Nederlandse werkdag uitgebreid de tijd. “Waarom niet? Ik ben maar een gewone jongen.”
Bron: De Gelderlander