‘Ik wil alleen maar voor NEC voetballen’
Frank Demouge (19) is een zoon van Nijmegen. Een kind dat inmiddels wordt aanbeden. De jonge spits van NEC maakte afgelopen seizoen dan ook de droom van iedere supporter waar, Zó van de tribune het veld op en scoren maar. Jarenlang zong Frank Demouge het lied van NEC. Tegenwoordig zet hij de woorden om in daden. De jonge aanvaller raast door vijandelijke defensies totdat hij er letterlijk bij neervalt. Zo schoot hij op 13 april twee keer raak in het uitduel met NAC (1-3). ?Mensen vonden dat ik zo lauw reageerde?, vertelt Demouge? maar ik kon na die tweede goal niet eens meer lopen. Ik was zó kapot, en ik moest nog een kartier? Ik was al blij dat ik nog naar mijn eigen helft kwam.?Club van het Jaar prijkt trots op de gevel van het stadion De Goffert. Binnen zit de publiekslieveling en revelatie van dit seizoen. Zijn stormachtige opmars van dit seizoen kan zo in een serie jongensboeken, maar geen verhaal was zo sterk als dat van Frank Demouge. In 2000 stond hij nog met een sjaal tussen de harde kern van de NEC-aanhang. Vorig seizoen kwam hij op als een komeet en veroverde de harten van het Nijmeegs publiek met zeven treffers, twee assists en onbevangen spel. Hij is nog niet eens volgroeid, maar nu al beland in de schijnwerpers van het grote voetbalcircuit. Blond haar, zwarte broek en blouse, open oogopslag. Een vreemde in deze harde wereld. Zijn bloed is rood-zwart-groen, de kamer van de voormalige ballenjongen in nog steeds versiert met sjaals en shirts van zijn grote liefde. ?Je weet wat het is als supporter. Als we zoals afgelopen seizoen met 4-0 in Heerenveen verliezen, schaam ik me dood. Dat is toch een eind rijden voor de fans.?
Vóór de zomervakantie liep Frank Demouge iedere woensdag stage in De Goffert. Hij zit in de eindfase van zijn studie recreatie en verkocht onder meer seizoenkaarten aan het loket van zijn stadion. Het leken wel de jaren vijftig, toen opa Demouge secretaris van de club was. De wortels van de familie, die zijn oorsprong kent in de Frans-Zwitserse Jura, gaan ver terug in de geschiedenis van NEC, De spits, met zijn zangerige stem en boterzachte g, moet nog steeds wennen aan zijn heldendom. ?Niet dat ik de stad niet meer inga, maar bij het stappen ziek ik tegenwoordig wel een rustiger cafeetje op.? Hij begrijpt de bevlogenheid van de fans beter dan wie dan ook. ?Ik ga al vanaf mijn zesde naar NEC, dat is mijn club. Ik wil ook nergens anders voetballen. Het nadeel is dat ik vooraf steeds zo zenuwachtig ben, juist omdat ik supporter ben. Bij een andere club zou dat niet zo erg zijn.? Toch maakt de spits in het veld een onbevangen indruk. Het liefst trekt hij ten strijde in stadions waar het publiek boven op het veld zit, waar het altijd kolkt. Hij scoorde dan ook in Utrecht, Breda, Arnhem en Doetichem. ?Tja, nou je het zegt? Ik weet ook niet hoe dat komt. Zodra ik het veld inga, vallen de zenuwen van me af. Dan blijf ik gewoon gáán. Ik heb ook niets te verliezen. Toen ik de tweede wedstrijd van de competitie, thuis tegen RKC, tien minuten voor tijd mocht invallen, was mijn seizoen al geslaagd. Fantastisch, ik had in het eerste van NEC gestaan!?
Het volgende duel was de beladen derby bij De Graafschap. Vijf minuten voor tijd stond het 1-0. Net als de meegereisde aanhang wilde Frank Demouge zijn ploeg wel voorruit schreeuwen vanaf de bank. Toen gaf de trainer hem het seintje: ?Invallen.? Even later stond het 1-1. Doelpuntenmaker: Demouge. Hij rende meteen naar het aquarium waar De Graafschap de bezoekende supporters opbergt. ?Ik zal alleen al op de rij zo zes bekenden staan. Ongelofelijk.? Vijftig kilometer verderop gingen zijn ouders op de schouders. Nooit misten ze een wedstrijd, maar dit keer was een bruiloft waar ze niet mochten ontbreken. Een sms-je was genoeg om de feestvreugde onder voornamelijk Nijmeegse bezoekers naar ongekende hoogte te voeren.Zouden zijn vader en moeder dan de enige goal van hun zoon gemist hebben? Want een basisspeler was hij nog lang niet. De slungelige jongen had tot de B-jeugdelftallen zelfs de grootse moeite gehad zijn leeftijdsgenootjes bij te benen. Totdat de bekende groeistuip hem letterlijk en figuurlijk grote maakte. De spits belande zelfs in de A1, dat hij met zestien treffers naar de titel en promotie leidde. ?Opeens was ik op tv bij RTL5. Voetbal Totaal of zoiets, een programma over jeugdvoetbal.?
Dat is nu ruim een jaar en tientallen tv-optredens geleden. Neeskens haalde hem in 2001 naar de selectie en sinds zijn treffer in Doetichem blijft Demouge iedereen verbazen. Niet alleen door zijn spel. Hij is balvast, kopsterk, razendsnel en enorm wilskrachtig. Demouge speelt dan ook niet voor zichzelf, maar voor de club. Dat maakt hem zo uniek. Want clubspelers waren toch uitgestorven. De spits doet denken aan lang vervlogen tijden. Hij is zich er niet zo van bewust: ?Ik kom uit Nijmegen, dus ben ik voor NEC. Als ik uit Breda zou komen was ik waarschijnlijk voor NAC geweest. Dit is mijn droom. Mijn hele leven wil ik al voor NEC spelen. Toen ik als elfjarig jochie een testwedstrijd mocht afwerken, was ik zó zenuwachtig dat ik geen knikker raakte. Ik snap nog steeds niet waarom ze me toen namen.’ Demouge woont nog bij zijn ouders en showt de wijk waar hij opgroeide: de Indische buurt in Nijmegen. Op het schoolpleintje aldaar rolde de bal tot diep in de schemering. Tijdens de fotosessie op zijn pleintje poseert Demouge gespannen. Van alle kanten weet de blonde Nijmegenaar de ogen van zijn vroegere wijkgenoten op zich gericht. Als hij een kwartier later en een kilometer verderop geroutineerd de poort van het terrein van Trekvogels opent, voelt hij zich weer op zijn gemak. De lichtelijk vervallen accommodatie ligt aan de bosrijke rand van Nijmegen. Gefortuneerd is de vereniging niet, getuige het minieme aantal reclameborden en de kleine kleedlokalen. De kleuren komen grotendeels overeen met die van NEC, alleen het rood ontbreekt. ‘Dit is echt een vriendenclub, iedereen kent iedereen. In Nijmegen noemen ze ons altijd de Rukmussen- Het leven is weinig veranderd, alles draaide om Trekvogels en NEC. Hier voetballen ook mijn vrienden. Als het kan kom ik altijd kijken, net zoals mijn vrienden naar NEC komen. Bij Trekvogels heb ik ook heel veel gehad aan mijn jeugdleider. Die is net zo trots op me als ik zelf ben. Op deze velden heb ik heel wat doelpunten gemaakt. Sommige vrienden speelden niet veel minder dan ik, maar voor mij stond voetbal altijd voorop. Op school liep ik alleen maar te kloten. Volgens mijn vrienden heb ik ADHD. Nooit rustig. Denk jij dat ik ADHD heb? Zal toch niet? In mijn eentje ben ik best wel rustig.’ Later op de dag is van rust weinig sprake. Die avond wacht het kerkdorpje De Horst, waar de plaatselijke zesdeklasser DVSG de NEC-spelers Frank Demouge en Dennis Gentenaar ontvangt. Ze worden na aankomst onder de voet gelopen door tientallen krijsende kinderen. Dit is hun dag van het jaar. Keepertje Rob heeft de hele nacht wakker gelegen van de komst van zijn helden en krijgt op het moment suprème geen woord uit zijn keel. De leiders, veelal getooid in de NEC-kleuren, slagen er uiteindelijk in de selecties in het gareel te krijgen voor de strafschoppen op doelman Gentenaar. De Koninginnedagachtige taferelen met de jonge Demouge als middelpunt dwingen tot ontroering. De spits die zelf nog een kind is wordt omzoomd door jonge aanbiddertjes. Met blosjes op de polderwangen durven de brutaalste hem aan te spreken, voor de meesten is het al spannend genoeg even in zijn buurt te mogen zijn. Als de sessie na twee uur ten einde is, volgt het hoogtepunt van de dag. In het bescheiden bestuurskamertje mag een ieder met meneer Demouge en meneer Gentenaar op de foto. De rij is onafzienbaar. Eén voor één komen de veelal in NEC-shirts gehulde pupillen binnen. Gentenaar heeft een pak fotokaarten bij zich, Demouge moet zijn handtekening op papiertjes zetten. ‘We kregen aan het begin van vorig seizoen een enorme stapel kaarten, maar de mijne waren met de winterstop al op.’ Het is tekenend voor de populariteit van de ster in wording. Regionaal is hij al boven iedereen verheven, landelijk zal zijn doorbraak ook niet lang meer op zich laten wachten. Als er een jochie in Ajax-tenue verlegen binnenschuifelt, spreekt Demouge hem bestraffend toe. Gentenaar wijst zijn ploeggenoot terecht: ‘Wen er maar vast aan. Straks zit je in De Arena met duizenden van die shirtjes handtekeningen uit te delen.’ Demouge grijnst. Als het aan hem ligt, beklimt hij de top gewoon met zijn NEC. Na een interviewtje met Omroep Groesbeek zit de avond erop. De leiders benadrukken bij het vertrek dat het bezoek van de twee coryfeeën niet snel zal worden vergeten. Het leert hoe dan ook dat NEC leeft als nooit tevoren en in Demouge een ambassadeur heeft van wie iedere club droomt. Reken maar dat de DVSG-puppillen deze nacht dromen van een loopbaan bij NEC. Als die jongen van Trekvogels het kan, moet het toch voor hen ook mogelijk zijn. Het identificeert in elk geval een stuk gemakkelijker dan met een onbekende spits uit een ver land. Na een rit door de heuvels rond Groesbeek betreedt Demouge om tien uur ?s avonds eindelijk weer zijn ouderlijk huis. Het gezin heeft het statige herenhuis in de Indische buurt verruild voor een juweel van een nieuwbouwwoning vlak bij de universiteit. ‘Soms wil ik wel op mezelf gaan wonen. Maar ik heb het hier ook goed. Het eten staat altijd klaar en ik kan het goed met mijn ouders vinden.’Zijn vader: ‘Er is zoveel gebeurd met Frank het afgelopen jaar. Iedereen spreekt je erover aan. Mijn vrouw loopt wel eens met Frank door de stad, als ik haar moet geloven kent iedereen hem. Eigenlijk zijn we helemaal geen voetbalfamilie. Ik zit in het hockey en Franks moeder is een hardloopster. Ik ging vroeger wel met Frank naar NEC. We zijn echte Nijmegenaren dus dan ga je met je zoon naar De Goffert. Later ging hij altijd met zijn vriendjes. Die zie ik nog steeds. Sinds Frank in het eerste speelt, tref ik niet plotseling allerlei andere gezichten om hem heen. Soms heeft hij rare ideeën. Dan wil hij opeens in een studentenhuis gaan wonen. Dat lijkt me niet zo’n goed idee. Daar wordt ’s nachts geleefd. Dat is niet te doen als je iedere dag moet trainen. ‘Over het succes van zijn zoon is hij zo trots als een vader maar zijn kan. Een zondagskind is Frank echter niet: ‘Hij heeft er altijd keihard voor gewerkt. Vanaf het moment dat hij als elfjarige naar NEC ging, was het overdag naar school en daarna trainen. Daar kon hij zijn energie wél in kwijt. Hoe koud het ook was of hoe hard het ook regende, hij ging altijd. En dan dwing je het af.’
Regelmatig werden de Dernouges benaderd door voetbalmakelaars, maar geld is niet echt een item voor senior en junior. Pa Demouge: ‘In dit huis is eerlijkheid belangrijk. Geen smoesjes, zeggen wat je denkt. Daarna komt de rest. Van de financiële kant in het voetbal weten we vrijwel niets. Frank geeft alleen geld uit aan kleren, de rest gaat op zijn spaarrekening. Vorig jaar kreeg hij nog honderd gulden zakgeld. Kun je nagaan hoe snel het is gegaan. Een tijd geleden belden we Stan Valckx en Kees Ploegsma op. Die werken als spelersmakelaar. Met hen hebben we hier een avond gepraat en dat klikte. Het zijn toch mensen met een naam in de voetballerij. Dat voelt in elk geval veiliger dan een of andere Armeniër die je niet eens kent.?Zoonlief, die een verbeterd contract tekende tot medio 2005, is zo mogelijk nog laconieker. ?Ik weet helemaal niet waarover werd onderhandeld.? Heeft hij dan niet gevraagd naar clausule voor als er een grote club komt? ?Nee, want ik wil helemaal niet weg. NEC heeft een jonge groep. Waarom zouden we de komende jaren geen Europees voetbal halen??
Bron: Voetbal International