Drie wedstrijden op rij met twee nederlagen en een gelijkspel, maar vooral met tranentrekkend slecht voetbal, noopten onze trainer om tegen Omroep Gelderland te verkondigen dat NEC momenteel even in een ‘dipje’ zit. Een interessant woord, dipje. Volgens de Dikke van Dale betekent de term dipje: 1. een dipsaus, of 2. een geestelijke inzinking van korte duur. We nemen voor het gemak maar even aan dat Rogier met zijn uitspraak de tweede definitie aanroept. Althans, wij zien onze spelers op de training niet door een kniehoge zee van guacamole sleuren.
Een geestelijke inzinking van korte duur dus. De toevoeging ‘van korte duur’ is natuurlijk cruciaal hier, anders zou het immers een onvervalste dip zijn. En een dip, dat willen we niet. Dat roept angstwekkende beelden op van een diep dal, of wellicht zelfs een bodemloos ravijn. Maar een dipje, dat klinkt nog relatief vriendelijk. Het voelt als een kleine tijdelijke tegenslag waar je jezelf wel weer overheen kunt tillen. Kop op, effe de schouders eronder, hup met die schup, en wat dies meer zij.