NEC behoort dit seizoen tot de zwakkere broeders in de Eredivisie en dat is mooi, heel mooi. Elke wedstrijd is van levensbelang, elke wedstrijd een finale. Zo’n seizoen als in de Jupiler League, waarin je alles wint, is slaapverwekkend. Deze wedstrijd tegen ADO riep van te voren al de emoties op die het bezoeken van een voetbalwedstrijd zo mooi maken: het heerlijke vooruitzicht op de euforie van een belangrijke overwinning strijdt met de angst voor een troosteloze afgang tegen een zwaar gehavende tegenstander.
Dit keer kwam het allemaal goed.
Tegen een ADO dat veel spelers miste, waaronder het centrale duo Beugelsdijk-Meissner, was NEC al snel dreigend. Verschillende keren maakte NEC gebruik van de verdedigende zwakte en dat leidde al binnen 12 minuten tot een 2-0 voorsprong. De eerste werd, na een prachtige steekpass van de zwervende Kadioglu, mooi en kundig afgemaakt door Kevin Mayi. De tweede werd onder aanhoudende NEC-druk door ADO verdediger Ebuehi in eigen doel gekopt.
Eigenlijk speelde NEC vanaf dat moment weer het spelletje dat we inmiddels zo goed kennen. Inzakken, georganiseerd en met overgave verdedigen en loeren op de snelle uitval. Kort voor rust leidde dit tot een derde, weer mooi uitgespeeld doelpunt. Mayi steekt op Rayhi die knap afrond.
Je hoopt dan dat NEC in de tweede helft ontspannen en swingend er nog een paar bij prikt, maar daar kwam het niet van. NEC liet het machteloze ADO aan de bal en ‘geloofde het wel’ of ‘speelde de wedstrijd geconcentreerd uit’ of ‘kon niet beter’, het is waarschijnlijk allemaal waar.