De week van… uithuilen en doorbouwen.

“Meijer lijkt helemaal de weg kwijt en krijgt de ploeg niet meer aan het voetballen. Afgelopen week noemde hij de huidige situatie nog een dipje. De enige conclusie die we na deze wedstrijd kunnen trekken is dat Meijer nog dieper in de ontkenningsfase zit verstrand dan een mammoettanker in het Suezkanaal. Alleen vrezen wij dat dit niet meer vlotgetrokken gaat worden dit seizoen.”

Klinkt bekend? Nee, dit schreven we niet naar aanleiding van de afgelopen duels. De metafoor van de mammoettanker in het Suezkanaal dateert de tekst. Dit stond in onze nabeschouwing van Excelsior – NEC in april van ons promotiejaar, twee seizoenen geleden. Uiteindelijk kwam het gelukkig allemaal goed, maar dat was vanwege een geweldige en ietwat gelukkige nacompetitie. In de reguliere KKD-competitie eindigden we dat seizoen immers slechts 7e, wat een dramatisch resultaat was.

Vorig seizoen begonnen we prima en pakten we flink wat punten, maar op basis van de tweede seizoenshelft zouden we op zeker gedegradeerd zijn. Dit seizoen was het, ondanks het aantrekken van heuze topspelers Cillessen en Tannane, wederom een zeer wisselvallige bedoening. Na ladingen gelijkspelletjes en een paar belangrijke zeges voor en na het WK, zakte de boel in de eindfase weer compleet door de hoeven. Na het vitesse-duel leek onze ploeg mentaal geknakt en was het seizoen eigenlijk wel voorbij. Marquez zat klaarblijkelijk al met zijn hoofd bij zijn volgende club en mocht afgelopen weekend daarom zelfs gaan banken; Tannane heeft zijn passie en irritatie richting onze falende voorhoede inmiddels ingeruild voor meewarigheid en berusting; Cillessen is al weken geen schim meer van zichzelf en lijkt afgeleid door prive-zaken; en Schone oogt laconiek en lijkt het liefst zo snel mogelijk op vakantie te willen. En dat zijn onze beoogde sterkhouders in een verder redelijk onervaren ploeg.

Waar ging het toch weer mis? Waarom klapte een ploeg die lange tijd op koers leek te liggen voor een plek in het linkerrijtje toch weer zo opzichtig in elkaar aan het eind van de rit? Er zijn diverse redenen aan te wijzen.

Allereerst is er uiteraard de dramatische voorhoede waar we dit seizoen mee opgezadeld werden door Van Leeuwen. Pedro Marques is een aardige, enthousiaste jongen die keihard zijn best doet maar simpelweg kwaliteit te kort komt voor de Eredivisie. Dimata heeft buiten een kleine opleving na het winterse WK geen moment kunnen tonen waarom hij ooit als toptalent gezien werd. De Belg ligt nog vaker op de grond te rollen dan Ole Romeny in zijn beste dagen. Tavsan staat al twee seizoenen stil in zijn ontwikkeling en lijkt volledig met zichzelf in de knoop te zitten. Gebrek aan concurrentie op zijn positie hielp hierin bepaald niet; Musaba bleek niet de gehoopte pook in Tavsan’s achterste. Hij lijkt sinds hij bij ons is weggegaan niks te hebben bijgeleerd anders dan hard rennen met de bal. Mattsson is geen linksbuiten, maar krijgt steevast toch de voorkeur boven Cissoko die blijkbaar nog slechter geacht wordt op die positie. Wat een totale ellende. Maar desondanks bleef Meijer volharden in een strijdplan met drie voorhoedespelers.

Dan was er het gebrek aan kwalitatieve breedte in de selectie. Tuurlijk, we hadden zo’n beetje het sterkste keepersduo in de competitie. Maar verder was er zeer weinig om mee te werken achter de beoogde basiself. Verdonk ontpopte zich gelukkig tot een degelijke centrale verdediger, want als back was hij geen verbetering ten opzichte van El Karouani. Van Rooij had helemaal geen noemenswaardige concurrentie. Bruijn was vaak geblesseerd en Duelund werd in de winterstop weggedaan. Het is dan wellicht ook niet zo verwonderlijk dat Meijer de coach is met de minste en laatste wissels in de competitie. De voorhoede hadden we al besproken, dus daar hoeven we geen woorden meer aan vuil te maken.

Maar dan is daar ook Rogier Meijer zelf. Een zeer aimabele man, altijd kalm, zeer correct voor de camera en een baken van rust bij een club die bekend begon te staan als een trainerskerkhof. Het is een trainer die staat voor verzorgd, maar vooral voor behoudend voetbal. Zekerheid voor alles. Dat is prima als je jezelf veilig moet spelen, maar het zorgt bepaald niet voor voetbalvermaak op de tribunes. De schokkende statistiek van zes thuisoverwinningen in twee seizoenen Eredivisie zegt genoeg. In eigen huis, als onze ploeg geacht wordt het spel te maken, verzanden we telkens in risicoloos breed en achteruit tikken. Het zorgt – nou ja, zorgde tot voor kort – voor zeer weinig tegendoelpunten. Maar het is ook vreselijk saai om naar te kijken. Je verliest er weinig duels mee. Maar je wint er ook nauwelijks mee. En dat terwijl we qua begroting en qua spelersmateriaal dit seizoen toch meermaals lieten zien dat we makkelijk mee konden met de subtop. Het gebrek aan durf en stootkracht brak ons keer op keer op. Het aantal bloedeloze gelijke spelletjes reeg zich aaneen. Maar Meijer bleef vasthouden aan de ingezette koers.

De spelers geloven het inmiddels wel en doen geen stap extra meer. Alles kan immers ook wel op 80% bij Meijer, want de basisklanten zijn toch wel zeker van een startplek, de wisselspelers weten dat ze zelfs als ze een wereldpot spelen de volgende week toch weer op de bank zitten, en het degradatiespook is al maanden uit zicht. Meedoen om de play-offs vinden ze allemaal wel een geinig idee, maar als het niet lukt, ach, dat maakt toch niet uit bij een clubje als NEC. We zijn immers veilig en volgend jaar spelen ze ergens anders of proberen ze het gewoon nog een keertje. Het echte sportieve vuur lijkt te ontbreken. En Meijer krijgt het niet aangestoken.

Volgend seizoen gaan we door met Meijer. Zoveel staat al vast. Rogier heeft gezegd dat hij geleerd heeft van dit seizoen en dat hij bepaalde dingen graag anders zou doen. Prima. Laten we het hopen, want met nog een seizoen als dit zal onze mooie lange wachtlijst voor seizoenskaarten helaas als sneeuw voor de zon verdwijnen, vrezen we.

De coach staat vast en daar zullen we het mee moeten doen. We houden dus maar hoop in Meijer en zijn zelfregulerende vermogen. Aan Carlos Aalbers de taak om de eerste twee genoemde punten (de voorhoede en kwaliteit op de bank) te addresseren. De komst van Hansen en Hoedemakers zijn in elk geval hoopvolle signalen die smaken naar meer. Als Carlos dit kan doorzetten, dan mag Meijer het komende seizoen laten zien dat het inderdaad toch echt het spelersmateriaal en niet zijn tactische vermogen was dat ons telkens in het zicht van de haven in de steek laat. Anders zouden we wel eens een volgende Alex Pastoor-situatie kunnen krijgen, waar iedereen zag dat de chemie was uitgewerkt maar de club geen actie durfde te nemen tot het te laat was. En daar zit niemand op te wachten.

Ondertussen zal Van Schaik zich vooral moeten richten op het stadiondossier. Met het huizenbouwidee inmiddels zo goed als afgeschoten zijn we weer terug bij af en lijkt dit een gebed zonder einde te worden. Hebben we eindelijk een wachtlijst die een groter stadion rechtvaardigt, kunnen we net als in 2008 wederom niet doorpakken. Dit kan niet eeuwig goed blijven gaan en Boekhoorn zal ook niet eindeloos voor pinautomaat willen blijven spelen. Daadkracht is gewenst. Met juist beleid, de hoofden koel. Laten we het hopen.

 

Mark

 

 

 

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.