De week van…..optimisme

Ik ben een ras optimist wat betreft NEC. Altijd al geweest. Ik hoef daar geen moeite voor te doen, dat zit gewoon in mij. NEC kan nog zo slecht voetballen, de uitslag mag nog zo dramatisch zijn, ik zie vaak alleen de positieve kanten van een wedstrijd. Ik kan niet objectief kijken. Ik zie het gewoon niet, ik ben niet kritisch genoeg.

En dat is ook precies de reden waarom ik nooit een wedstrijdverslag schrijf. Ik kijk op een heel andere manier naar een wedstrijd en zo kan het gebeuren dat ik uiterst tevreden thuis kom na een wedstrijd en na het lezen van het wedstrijdverslag moet concluderen dat het eigenlijk helemaal niet best is geweest. Er is wat dat betreft geen goede journalist in mij verloren gegaan…..

Ik kon, om een voorbeeld te noemen, de afgelopen seizoenen tijdens kansloze wedstrijden, intens genieten van de rushes langs de zijlijn van El Karouani. Ik vond het prachtig hoe hij maar bleef gaan. Het mislukte vaak maar hij bleef het enthousiast proberen. Prachtig vond ik dat. Broekie lekker hoog opgetrokken en gaan met die banaan. (Ik heb zijn korte broeken stijl geprobeerd te kopiëren afgelopen zomer maar werd smadelijk uitgelachen door het gezin.) Souf ik mis je man! Ik heb niet eens fatsoenlijk afscheid van je genomen. Hoe is het nou daar in Utrecht?

Geen afscheid genomen dus. En jongens, en ik zal nu heel eerlijk zijn. De laatste, pak hem beet, negen wedstrijden van het afgelopen seizoen voelde, zelfs voor mij de optimist, als een martelgang. Op mijn tandvlees sleepte ik mezelf door de laatste wedstrijden. Het leek wel of geen enkele speler nog zin had om te voetballen. El Karouani sjokte langs de lijn, Tannane hief moedeloos zijn handen ten hemel en Meijer aanschouwde apatisch en verbijsterd het tafereel gaande vanaf de zijlijn.

Ik ben niet religieus maar ik heb, serieus, tot alle goden gebeden dat we toch alsjeblieft niet die play-offs voor Europees voetbal zouden halen. Ondertussen bleef de concurrentie maar punten morsen waardoor we maar kans bleven maken. Maar ik wilde niet meer. Niet nog meer wedstrijden met deze instelling. Ik heb dat kruis nu lang genoeg gedragen, spijker me maar vast. Laat deze lijdensweg voorbij zijn…
De 8 minuten extra speeltijd tijdens de laatste wedstrijd vorig seizoen nekten me. Die minuten voelden als uren. Ik wilde naar huis. En dat ging ik ook. Na het laatste fluitsignaal. Bloed chagrijnig ging ik in één streep door naar huis. Zonder afscheid te nemen.

Maar goed, het bloed kruipt toch waar het niet kruipen kan en na een week of twee begon ik zowaar weer zin te krijgen in het nieuwe seizoen. Een hoop spelers weg. Eens kijken wat Aalbers uit zijn hoge hoed weet te toveren. Nieuwe ronde, nieuwe kansen!

De zomer is al een poosje onderweg als mijn petekind komt logeren in Nijmegen. Het ventje komt uit de buurt van Hannover, is dol op voetbal en door mij ook fan van NEC.
Hij is nog nooit in Nijmegen geweest en samen met mijn zoon gaan we uiteraard ook de Goffert bezoeken. Het voelt heerlijk om weer door het park naar het stadion te fietsen. Aangekomen bij het stadion lopen we er een keer omheen en zie ik dat er een poort open staat. Dat is mazzel hebben. Gauw even naar binnen om wat foto’s te maken.

Dit is de eerste keer dat ik weer binnen sta na de laatste thuiswedstrijd maar ik sta er met een compleet ander gevoel. Ik voel me trots. Ontzettend trots en blij dat dit mijn, onze, club is. In de fanshop trakteer ik de jongens op een shirt. Mijn zoon kiest het nieuwe trainingsshirt en mijn petekind kiest (zonder twijfelen) het nieuwe, wat mij betreft enigszins psychedelische, warming up shirt.

De zomer kabbelt voort, er druppelen wat nieuwe aankopen binnen en we gaan op vakantie. Traditioneel weer behoorlijk verkeerd getimed door de familie Oostenrijk want ik mis de eerste twee wedstrijden van het seizoen. Ik zit inmiddels weer volledig in mijn positieve vibe wat betreft NEC en op de dag dat we onze eerste wedstrijd spelen zit ik in Frankrijk op een campingstoeltje met een enigszins zwaargemoed op mijn telefoonscherm te staren naar de voorpret berichtjes van mijn vrienden. God wat was ik nu graag bij ze geweest.

Nou ja, we verliezen dus. Ik begrijp uit de reacties uit het stadion dat het heel slecht was. Ik vind dat niet zo raar. Het zou toch vreemd zijn als er ineens iets veranderd zou zijn. Maar toch. Drie doelpunten! En Koki, onze Japanse aanwinst scoort bij zijn debuut. Natuurlijk vloekte ik de hele camping bij elkaar toen het 3-3 en uiteindelijk 3-4 werd maar ik zag ook mogelijkheden. We scoren en nu moeten we de boel achterin gewoon een beetje dicht timmeren. Alles komt goed!

Heracles uit. Ik zie de foto’s uit het uitvak voorbij komen en zie een prachtig doek hangen gemaakt door de jongens van Legio. Ik hou daar wel van en bewonder ook vrijwel al hun acties. Ik vind mezelf een optimist maar de jongens van Legio zijn echt ras optimisten. Al staan we met 3-0 achter, die jongens blijven trommelen en springen. Onbegrijpelijk voor mij als je kansloos achter staat maar desondanks en misschien wel juist daarom, neem ik mijn hoed diep voor ze af. Ik denk dat ik, als ik 30 jaar jonger was geweest, er ook tussen had staan springen.

‘Schuum op die bekken’ staat er op het doek. Bam, precies, gewoon het gras opvreten! Ik stel me voor dat de spelers het veld betreden en dat dan bijvoorbeeld Koki naar het doek kijkt en zich afvraagt wat er staat.

‘What does it mean, mr. Schöne? Euh..they say that you have to have foam around your mouth. Foam, mr Schöne? Euh…..you have to be angry on he pitch Koki. Angry? But I’m not angry mr. Schöne! Forget it, never mind Koki. Just score a goal’

En verdomd Koki scoort weer en de hele camping mag het weten.
En de hele camping mag het ook weten dat we uiteindelijk alsnog verliezen. Het was slecht, schrijft een maatje van mij. Slecht maar iets minder slecht dan de vorige wedstrijd. Nou daar hou ik me dan maar aan vast.

‘Boze NEC-fans wachten spelersbus op na nederlaag tegen Heracles’  lees ik de volgende ochtend op mijn telefoon via de Gelderlander app. Ik lees het artikel. Het valt allemaal wel mee en ik denk dat dit ook wel mag. Mensen maken zich zorgen en dan mag je dat wat mij betreft uiten. Er is een gesprek geweest en de supporters zijn daarna in alle rust weer naar huis gegaan.

‘Mr. Schöne, why are these people staying over there. Do they have foam around there mouth? No Koki, they’re just worried. No problem, stay behind me, i’ll do the talking’ 

Ach, denk ik, het zorgt er voor dat de Gelderlander weer iets te melden heeft. Er wordt zelfs al gerept over ‘een dramatische start van het seizoen’.

Drie dagen later, we zijn inmiddels weer thuis van vakantie, staat er een artikel in de Gelderlander dat er verhuisdozen voor het stadion zijn neergezet waarop 4 namen staan. Rogier Meijer, Carlos Aalbers, Wilco van Schaik en een meneer die ik niet ken. Hè verdorie, denk ik, zo krijgen we wel aandacht van de plaatselijke pers en ik begin me een beetje te irriteren. Zit ik net lekker in een positieve vibe, krijg je dit geouwehoer. Kolfje naar de hand van de Gelderlander natuurlijk. Die hebben weer iets om een artikel over te schrijven. Zo forceren we ons zelf in een crisis. Straks gaat iedereen nog geloven dat het echt niet meer goed komt.

De gegadigden voor een verhuizing: Allereerst Rogier Meijer. Snap ik wel, zou een optie kunnen zijn. Wat mij betreft krijgt hij nog de kans tot aan de winterstop. Ik geloof niet dat een andere trainer ineens succesvoller kan zijn. Buiten dat hou ik van de rust die hij uitstraalt en vind ik het een fatsoenlijke man. Dat anderen daar anders over denken valt te billijken. Dan Carlos Aalbers. Begrijp ik niet. Waarom? Omdat hij Messi niet heeft weten te halen naar de Goffert? Voor ons is NEC dan wel de mooiste club van de wereld maar het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat er rijen spelers staan te springen om voor onze droom club te spelen. Buiten dat is het financieel vaak niet haalbaar of onverstandig.

Volgende naam: Wilco van Schaik. Nee, waarom! Ik ben fan van Wilco! Ik vind Wilco geweldig. Volgens mij werkt hij hard voor de club en daarnaast heeft hij, en dat denk ik oprecht, NEC en Nijmegen in zijn hart gesloten. Ik ga als een malle op zijn positieve uitstraling en dito filmpjes. De optimist in mij herkent de andere optimist.

Over de naam op de laatste doos kan ik met geen zinnig woord iets zeggen. Ik ken die meneer niet, ik weet niet wat er speelt of wat hij precies doet bij NEC maar als verhuizen de beste optie is, dan zal dat wel kloppen.

Ik baal inmiddels wel dat er een negatieve sfeer hangt. Alhoewel, ik baal vooral dat ik baal over dit alles. Waarom de media voeden? Wat wordt hiermee bereikt? Ik wil mijn positieve vibe vasthouden. Ik wil niet terug naar eind vorig seizoen. Gelukkig mag ik dan weer zelf naar het stadion voor mijn eerste wedstrijd van dit seizoen tegen RKC. 

Op de wedstrijddag zie ik mijn buurman en buurjongetje in NEC shirt. De buurman vertelt me dat het hem gelukt is om kaartjes te bemachtigen. Het buurjongetje stuitert opgewonden rond. Ik zeg dat ik blij voor hun ben en wens ze veel plezier. De buurman zegt dat hij hoopt dat het wel gezellig blijft op de tribunes omdat hij mee heeft gekregen dat het nogal onrustig is. Ik stel hem gerust en zeg dat het vast een hele leuke avond gaat worden. Bij aankomst van de wedstrijd staat er een hijgerig televisieteam van Veronica klaar. Hommeles in Nijmegen. Verdomme daar heb je het al, ik zei het toch, de media vinden relletjes heerlijk!

Lekker hoor! We winnen eindelijk weer eens een pot in de Goffert. Ik zat vooral met samengeknepen billen op mijn stoeltje want ik was er heilig van overtuigd dat we de 1-0 nooit vast zouden kunnen houden. En eerlijk is eerlijk dat zat er ook niet in. Uiteindelijk toch met maar liefst 3-0 gewonnen. (Ik schreef het hier ergens al boven. Het maken van doelpunten zal geen probleem worden dit seizoen). 

De volgende dag. Ik spreek mijn buurman en begin automatisch te ratelen over het slechte spel van de dag daarvoor en wat voor geluk we wel niet hebben gehad met deze overwinning. Mijn buurman kijkt me stralend aan en zegt dat hij een geweldige avond heeft gehad met zijn zoon. Hij vond de sfeer en het publiek fantastisch. Mijn buurjongetje zag ik later, nog steeds in NEC shirt, trots voorbij huppelen.

En toen was ik er klaar mee. Ik dacht, nu ga ik een ongelooflijk positief stuk schrijven over NEC. Ik ga schrijven dat de negativiteit af en toe mij zelfs te grazen neemt, dat ik daar geen zin in heb en dat we ons hemeltjelief gelukkig mogen prijzen dat we supporter zijn van zo’n prachtige club. Ophouden met dat geouwehoer en als één man achter NEC. Dat idee.

Een paar dagen later zit ik klaar achter mijn computer om te beginnen aan dat stuk. Traditiegetrouw lees ik van tevoren de laatste berichten die over NEC zijn verschenen in de media. Ik kom de column van mijn mede ‘Bleumbus ganger’, Richard Heuveling, tegen op de Gelderlander app. 

Richard schrijft in zijn column over een televisie interview op ESPN met van Schaik. Ik word nieuwsgierig en lees wat uitspraken van van Schaik terug. Ik heb het interview niet gezien. Ik lees dat onze Wilco, Jeroen Bijma (clubwatcher-NEC voor de Gelderlander) ongenadig hard aanpakt vanwege zijn ‘kritische houding’. Hij predikt meer positiviteit. Hij degradeert Jeroen en serveert hem af.

Ik ken Jeroen niet, maar ben toch nieuwsgierig geworden en luister naar de podcast die hij gemaakt heeft over dit voorval. Hij beschrijft een ontluisterend beeld van binnen uit de organisatie ten opzichte van kritische journalisten en ik val werkelijk waar van mijn stoel. Dit is niet Wilco hoor. Dit is niet mijn Wilco. En wat moet ik nou met mijn positieve stukje?

Ik laat het een week rusten en vandaag weet ik het. Wilco is gewoon even in de war geweest. Mijn Wilco zou moeten weten dat journalisten per definitie kritisch zijn, dat is hun vak. Wilco zou moeten weten dat vooral gerommel en onrust nieuwswaarde heeft. Ik heb nog nooit een krant gezien dat vol stond met goed nieuws.

Wilco, wij weten allemaal dat NEC de mooiste en beste club van Nederland is. Ik wilde een fantastisch positief stuk schrijven maar twijfelde ineens omdat er van optimisme bij jou, onze directeur, ineens geen sprake meer was. Je verklootte mijn stukje doordat jij de negatieve berichtgeving voedde met jouw opmerkingen. 

Ik weet zeker dat je dit recht gaat zetten. Laten we afspreken dat je in het vervolg, na weer een kritisch stuk van Jeroen, hem lachend op zijn schouder slaat als je hem tegen komt. Je zegt dan gewoon dat je het niet met hem eens bent en drinkt dan een biertje met hem. Wie weet wat dit gaat brengen. Ik voel een succesvol duet aankomen tijdens de volgende zomerfeesten Wilco. Die kans laat je toch niet glippen?

Tot slot: Of je nou buurman, zoon of petekind bent. Of je nou springt, trommelt, nuilt of verhuist. Wij zijn allemaal voor NEC. We mogen kritiek hebben en hebben het recht om kritiekloos te blijven. Wij zijn allemaal verschillend en dat is goed. Wij staan allemaal, schouder aan schouder, voor NEC. Wij zijn NEC!

Oostenrijk

 

 

 

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.