De terugkeer van het balkenshirt. Het is nu al weken, zo niet maanden of jaren, een populair discussiepunt onder de NEC fans. En niet alleen onder de fans, ook binnen de club wordt erover gepraat. Zelfs onze trainer heeft zich er onlangs over uitgesproken. Wij bij DTH zijn overwegend positief over een terugkeer en steken dat niet onder stoelen of banken. We kunnen uiteraard echter niet met trots de slogan ‘voor supporters, door supporters!’ dragen, als we ook niet de tegenstem een plaats zouden geven op onze site. Vandaag daarom een gastcolumn van Rob van de Weerdt, een NEC fan sinds jaar en dag, met zijn kijk op de shirt-discussie.
Guus Lodenstijn en Hans van Delft speelden in twee verschillende, historisch onvergelijkbare perioden, een zeer belangrijke rol bij NEC. Twee geheel verschillende persoonlijkheden met één grote overeenkomst: alle twee markante, dominante voorzitters die duidelijk hun stempel op de club drukten en die in zeer roerige tijden het voortbestaan van de club mogelijk maakten. En er is nog een overeenkomst: ze speelden een leidende rol bij een belangrijke, historische wisseling van shirt!
Guus Lodenstijn kreeg een idee toen hij de vlag, die Nijmeegse medewerkers van de NS aanboden aan NEC, zag: een spoor. Hij zette dat om in een balk: groen met zwarte randen (rails!). En hij wilde een NEC-shirt met officiële maten. Was het een spontaan idee of zat er een visie achter die wisseling? En waarom nam hij hiervoor niet het bestaande, oorspronkelijke, authentieke shirt? Dat had hij net zo goed kunnen laten ontwerpen met officiële maten. Hoe dan ook: het Balkenshirt was geboren.
Om de keuze van Lodenstijn – inderdaad: één van de oprichters en lange tijd voorzitter – te gebruiken als steekhoudend argument ten gunste van het B-shirt is begrijpelijk, maar mijns inziens eenzijdig. Je kunt namelijk evenzeer stellen dat Guus Lodenstijn in NEC’s historie begon met een wisseling van shirt; hij stapte af van het oorspronkelijke, authentieke, originele NEC-shirt. Hij stond dus ook aan het begin van een lange serie shirtwisselingen.
Hans van Delft c.s. besloten voor een shirt-wisseling om redenen die zij, anno 2000, juist achtten. Jaap van Essen noemt van Delft c.s. daarom “cultuurbarbaren”, omdat zij het B-shirt inwisselden. Waarom moet van Delft daarvoor geschoffeerd worden en krijgt Guus Lodenstijn alle lof toegezwaaid?
En nu, anno 2016, is er wederom veel te doen over het toekomstige NEC-shirt. Het Balkenshirt terug of toch het huidige shirt of alle twee? We gaan er misschien zelfs over stemmen!
En toch…. toch kun je die shirtkwestie ook nog vanuit een heel andere invalshoek benaderen. En wel deze: sommige clubs met een grote historie hebben een traditioneel, authentiek shirt; Ajax, Feijenoord, Sparta, Willem II, De Graafschap, Quick (N) en vele, vele anderen. Ze dragen het – met trots, met zeer veel gevoel voor traditie – al vele, vele jaren. Consequent, vasthoudend en o wee degene die daar verandering in zou willen brengen. Hij of zij krijgt een club- en stadionverbod voor de rest van zijn of haar leven! Maar kijk nou eens naar ons NEC; het hoofdstuk in het “Jubileumboek 100 jaar” heet niet: “Ons trotse, traditionele, authentieke shirt”, doch “Het gemodder met het shirt”! Dat is veelzeggend; het zegt iets over onze club. Bij het lezen word je er bedroefd van. En in een – naar we hopen – toekomstig NEC-museum kunnen we aan een hele grote wand vele, vele NEC-shirts bevestigen. Daar kun je dan vol trots of onverschillig of met afschuw naar kijken. Zo zijn we dus met onze shirts omgegaan. Ongetwijfeld wisselden we iedere keer met de beste bedoelingen en om goede redenen van shirt, maar we waren wel steeds ons gevoel voor traditie en authenticiteit kwijt; we waren niet standvastig (“We staan voor NEC”; bij de shirts dus niet); we vonden het misschien niet zo belangrijk; we waren gegrepen door een bepaald idee en hup: we wisselden van shirt.
Onze traditie is dus eigenlijk de traditie van de steeds wisselende shirts. Dat is een feit; dat kun je zeer betreuren of je kunt de schouders erbij ophalen, maar het is en blijft een gegeven. De overeenkomst: onze kleuren Rood-Groen-Zwart keren steeds, min of meer, duidelijk terug (alhoewel, met toch weer een uitzondering: dat gele shirt en regelmatig trouwens ook een wit shirt). Die shirts horen bij ons historisch/cultureel erfgoed. Anders gezegd: naast vlag, clublied, “Bloedkuul”, volksclub (in brede zin), Nijmegen, De Goffert e.d. behoren zij tot de unique selling points van onze club. Die shirts hebben in hun periodes hun gevoel/hun zin/hun romantiek/hun nut/hun geschiedenis (met ups-and-downs) gehad. Maar die periodes zijn voorbij; die goede en slechte tijden keren niet terug.
Mijn idee: laten we nu – anno 2016 en helemaal in de lijn van onze shirttraditie en met diep respect voor alle voorgaande NEC-shirts (die we volop in hun waarde laten) – een opdracht verstrekken aan professionele en amateur-ontwerpers: “ONTWERP EEN EIGENTIJDS NEC-SHIRT: het ROOD-GROEN-ZWART in een harmonieus geheel; zeer herkenbaar, krachtig, duidelijk, ruimte voor sponsoring, geliëerd aan Nijmegen en de Goffert” en eventueel nog andere eisen.
En dan kunnen we, staande voor de tweesprong, kiezen: gaan we met dit nieuwe shirt dan eindelijk een traditie opbouwen of spreken we af dat we, geheel in de lijn met onze shirt-traditie, over 25 jaar weer gaan voor een nieuw shirt in het RGZ, een shirt dat dan past in de wereld van 2040?
Rob van de Weerdt