Vanavond stond de wedstrijd tegen NAC Breda op het programma. Op voorhand al een cruciaal duel, om meerdere redenen. Het was de eerste wedstrijd onder leiding van Anton Janssen, en het was tegen een ploeg die net als NEC momenteel in een sportieve crisis verkeert. Beide ploegen hadden tot vanavond een schamel puntje verzameld uit vier wedstrijden, waarbij NEC op doelsaldo er nog net een stukje slechter voor stond.
De opstelling van NEC vertoonde weinig verrassingen, het was namelijk dezelfde basis-elf als vorige week. De start van NEC was vandaag echter weer een gevalletje ’terug bij af’. Binnen drie minuten lag de bal al achter Johnsson, nadat Poepon een voorzet van een vogelvrije Sarpong kon binnenwerken. Wat volgde was een lange periode van NAC dominantie, die eigenlijk zo’n beetje tot de 80e minuut zou duren. Beide ploegen werkten hard, maar NAC was simpelweg een maatje groter in het eerste bedrijf. Aanvallend bracht NEC nauwelijks iets, maar het grootste verschil tussen beide ploegen was toch het middenveld. Het was een wedstrijd waarin het gemis van Koolwijk weer eens pijnlijk duidelijk aan het licht kwam. Waar de NAC verdediging de bal goed kwijt kon aan haar middenlinie, daar was NEC de bal al na enkele seconden steeds weer kwijt. Ons middenveld reageerde veel, maar controleerde nooit. Bovendien jaagde NAC in de eerste helft veel beter de bal af dan NEC, dat vooral achteruit liep.
NAC is echter ook een ploeg zonder vertrouwen, iets wat bleek uit de vele slordigheden en gemiste kansen. En zoals de wetten van het voetbal voorschrijven: als de ene ploeg niet scoort, dan doet de ander het. Geheel tegen de verhouding in kwam NEC namelijk vlak voor rust langszij. Foor legde een doorgekopte bal van Hemlein goed af op Palsson, die van een goede twintig meter afstand met een prachtige geplaatste lob Ten Rouwelaar passeerde.
Een gehoopte opleving na rust door dit doelpunt bleef echter uit. Ook in de tweede helft was NAC de bovenliggende partij. In de laatste twintig minuten ontspon zich een ware nagelbijter van een wedstrijd, die de term degradatieduel met waarde kon dragen. Er werd hard geknokt, het voetbal was niet best maar de inzet en de intensiteit vergoedde veel. Waar het wachten leek op de 2-1 voor NAC, daar kreeg Higdon een goede tien minuten voor tijd opeens een opgelegde schotkans vrij op doel. Zijn inzet miste echter alle kracht en scherpte. Ineens was het echter NEC dat de lakens uitdeelde en NAC wankelde. Stutter faalde twee maal oog in oog met Ten Rouwelaar. We denken graag dat als de wedstrijd tien minuten langer had geduurd, we met de volle mep huiswaarts waren gekeerd. Helaas bleef het echter bij 1-1, over de gehele wedstrijd gezien waarschijnlijk voor ons de meest gelukkige uitslag.
Weer een puntje dus. Het is niet veel, maar momenteel tellen alle kleine beetjes. Laten we het eerste uur maar zo snel mogelijk vergeten en ons in de komende weken richten op de positieve punten van de laatste wedstrijdfase. De strijd lijkt terug in de ploeg, het voetbal is echter nog altijd zeer pover. Met een schuin oog kijken we al naar het sluiten van de transfermarkt, want vooral voorin mag er echt nog wel wat kwaliteit bij. Maar met Koolwijk terug in de ploeg zit er wellicht toch wel weer wat muziek in. Een ding staat vast: dit gaat in elk geval geen saai seizoen worden.