NEC was al langer een Europese club

Vandaag in de Gelderlander

En weer wordt er geschiede­nis geschreven. NEC zit bij de beste 32 clubs in het toernooi om de UEFA-cup. Maar het succes van NEC in de Europese voetbalcompeti­tie staat niet op zichzelf, ont­dekte Henk van Houtum. NEC is al veel langer een Eu­ropese club.

NEC speelde in 2008 met veel succes in te­gelijkertijd de natio­nale en Europese competitie, de UEFA. Maar de club is eigenlijk al veel lan­ger niet louter nationaal georiën­teerd. In de afgelopen jaren is NEC steeds Europeser en zelfs mondia­ler geworden. Het management, de inkoop van de merchandise en de sponsoring van NEC zijn sterk internationaal georiënteerd. Het lo­kale autobedrijf, de accountant en cateraar sponsoren de club nog steeds, maar de hoofdsponsoren zijn doorgaans grotere bedrijven die internationaal vertakt zijn.

De internationalisering komt ook sterk naar voren als een analyse ge­maakt wordt naar de afkomst van de spelers. In de jaren tachtig wa­ren de spelers in de selectie nog voornamelijk afkomstig uit de ei­gen regio, meer dan uit de rest van Nederland. Sinds begin jaren negentig zijn de spelers vaker uit de rest van Neder­land afkomstig. En in de laatste ja­ren is vooral het aandeel buiten­landse spelers opvallend sterk toe­genomen.

De internationalisering van de spe­lers van NEC staat niet op zichzelf. Algemeen geldt dat de spelers­markt met name sinds de op­komst van commerciële televisie en de daardoor steeds commer­ciëler geworden voetbalcompetitie sterk internationaal is geworden. De mobiliteit van spelers stoort zich nauwelijks nog aan nationale grenzen. Jonge talenten uit het zuiden van de wereld (Latijns-Amerika, Afri­ka, Azië) worden door clubs uit de financieel kleinere competities in Europa goedkoop gekocht. Vervol­gens worden ze, net als de talen­ten die in noordwest Europa zelf zijn geboren, bij gebleken succes doorverkocht aan de grotere clubs in Engeland, Duitsland, Italië, Spanje. Waarna de voetballers op latere leeftijd of terugkeren naar noordwest Europa of doorreizen naar Noord-Amerika en het Mid­den- Oosten waar voetbal steeds meer een consumptiemarkt aan het worden is.

De handel in kindvoetballers, bui­tensporige beloningen en de mala­fide voetbalmakelaarspraktijken die het gevolg zijn van hebzucht moeten met kracht bestreden wor­den. Maar protectionistische, dis­criminerende voorstellen om de in­ternationalisering tegen te hou­den, zoals het voorstel van de FI­FA en de KNVB om maximaal vijf buitenlandse spelers (6+ 5 regeling) op te mogen stellen, werken ave­rechts. Uit migratieonderzoeken is bekend dat het sluiten van nationa­le grenzen niet de migratiestroom vermindert, maar slechts de wette­lijke bescherming van de migran­ten verslechtert. Hoe kleiner de le­gale mogelijkheden, hoe meer de wet gewiekst omzeild zal worden en dus hoe onbeschermder de voetbalmigratie zal zijn.

Het zou goed zijn te beseffen dat de tijd van de louter nationale competities voorbij is. En dat inter­nationalisering heel goed samen kan gaan met een spannende na­tionale competitie. De bezoekers­aantallen en het enthousiasme van supporters die vaak nog altijd afkomstig zijn uit de eigen regio is de laatste jaren niet afgenomen maar sterk toegenomen. Clubs als NEC, NAC, AZ, Groningen en Twente draaien dit seizoen volop mee. Hun internationalisering, professionaliteit en begrotingen doen niet meer onder voor die van het klassieke trio P.A.F. (PSV, Ajax, Feyenoord). NEC is in de slipstream van de mondialisering van het voetbal meegegaan. En dat heeft het heel geleidelijk gedaan, en met succes. NEC imponeert zo­wel nationaal als Europees. Dat verdient respect. 2008 was een bijna onwerkelijk mooi jaar voor NEC. Ik zie uit naar een nieuw Eu­ropees jaar voor NEC.
Henk van Houtum is politiek geograaf verbonden aan de Radboud Universi­teit Nijmegen

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.