Ulrich Cruden: Romanticus in een zakelijke wereld

Ulrich Cruden verlangt vaak naar vroeger. Naar de geur van voetbal en een lekkende douche. Het maakt hem totaal ongeschikt voor het huidige betaalde voetbal. Toch wil hij kijken waar zijn top ligt als trainer. Te beginnen bij Orion. 
 
Ulrich Cruden gaat met de zin harder praten. De emotie spat uit zijn ogen. Zijn stem trilt. Het onderwerp? NEC, de club waar hij van ’93 tot en met ’99 voor uitkwam en razend populair was. Hij komt er niet meer. ”Het is er allemaal zo kil, zo strak en zo professioneel geworden. Ik neem het de club niet kwalijk. Het hoort er tegenwoordig bij. Het is allemaal commercie geworden. Maar ik vind het zo jammer. Het stadion ademt geen voetbal meer uit. Voetbal wordt aan de man gebracht en niet beleefd.”
 
”Ik praat misschien als een oude lul”, zegt hij. ”Maar toen ik jong was, genoot ik iedere seconde van het voetbal. In die tijd lieten ze je ook lekker je gang gaan. Tegenwoordig maken ze er allemaal kleine robotjes van. Als ik jongetjes van zestien, zeventien jaar een interview zie geven. Zo professioneel, zo gemaakt door de mediatraining. Het is de vooruitgang, dat hou je niet tegen.”
 
Het is kenmerkend voor romanticus Cruden. Een van de aardigste voetballers die er rondloopt. Iemand die houdt van eenvoud. Vol liefde praat hij over het stadion van FC Wageningen, waar hij een seizoen voetbalde. ”Altijd als ik er langs rijd, stop ik en ga ik even kijken. Allemaal oude troep, maar een prachtig stadion. Een van de mooiste van Nederland. Waarom zou dat in deze tijd niet meer kunnen?”
 
Cruden weet dat zijn hang naar vroeger hem eigenlijk ongeschikt maakt voor het betaalde voetbal. Dat alleen de clubs met volle businessloges en rood tapijt op de vloer over zullen blijven. ”Maar toch wil ik kijken waar mijn plafond ligt. Dat kan het betaalde voetbal zijn, waarom niet? Als bij Orion tenminste blijkt dat het trainersschap wat voor me is. Want dat moet ik eerst nog maar bewijzen.”
 
Orion is straks de eerste club waar Cruden hoofdverantwoordelijke is. Daarvoor werkte hij vooral met jeugd, onder meer bij NEC en De Treffers, maar dat is ook alweer drie jaar geleden. ”Ik zal er weer helemaal moeten inkomen. Bovendien werk ik straks voor het eerst op de voorgrond. Ik zal te maken krijgen met nieuwe dingen, Spelers die ontevreden zijn, druk. Maar Orion heeft veel vertrouwen in me en dat is erg fijn.”
 
De club benaderde Cruden toen duidelijk werd dat hij -mede door blessures – als voetballer zou stoppen bij De Treffers. ”Ze wilden me eerst als speler, Maar ik wil er een jaar helemaal tussenuit. Toen dat niet doorging hebben ze gevraagd of ik trainer wilde worden. Ik heb ook met andere clubs gepraat, maar die kwamen vaak met een onsamenhangend verhaal. Orion kwam als eerste en heeft een duidelijke visie die me aansprak.”



De koploper uit de Vijfde klasse E wil binnen drie jaar naar de derde klasse. ”Dat moet kunnen”, zegt Cruden. ”De club heeft een jonge talentvolle groep en ik ga ervan uit dat ze volgend seizoen in de vierde klasse spelen. Bovendien zit er veel achter. Orion heeft 38 jeugdelftallen, daar moet toch aardig wat talent bij zitten. Ik ga me de komende tijd verdiepen in alle lagen van de club en dan zie ik het vanzelf.”
 
Dat Cruden het als trainer probeert, is een logische stap. ”Het is een verlengstek van wat je altijd hebt gedaan. Voetbal zit zo in je bloed, daar wil je een vervolg aan geven. Je wilt je ervaring doorgeven.” Maar oud-profs krijgen te maken met spelers van een veel lager niveau dan ze uit hun actieve carrière gewend zijn. ”Dat is juist de uitdaging”, zegt Cruden. ”Het is leuk jongens met iets beperkter kwaliteiten naar een aardig 11-tal te tillen. Het is natuurlijk hobby en je zult te maken krijgen met jongens die met een kegel de kleedkamer inkomen. Dat kan een keer, maar het moet niet te gek worden. De visie van de spelers en de trainermoet niet te ver uiteen liggen.”
 
”Maar ik verwacht weinig problemen. Juist omdat de ploeg zo jong is, neem ik aan dat de spelersgroep echt een doel heeft.” Om dat doel te bereiken gaat Cruden putten uit de vele ervaringen die hij met trainers heeft opgedaan. ”Ik heb gezien hoe het niet moet en hoe wel. Cees van Kooten was een hele goede trainer, maar zijn uitstraling kon echt niet. Hij had overal schijt aan. Persoonlijk ben ik wel gecharmeerd van iemand die zijn eigen plan trekt. Maar Ik kan me voorstellen dat NEC niet met hem verder wilde. Wim Koevermans gaf redelijke trainingen maar stopte je vol tactische aanwijzingen. Dat werkt niet. Je moet het simpel houden.”
 
Positiever is Cruden over Jan Pruijn. ”Die vond ik heel goed. Hij heeft een goede kijk op voetbal en zette de poppetjes op de juiste plaats. Hij had alleen de pech met een hele volwassen groep te moeten werken. Als het niet liep zetten wij het in het veld zelf om.
 
Jim Calderwood was een goede sfeertrainer, maar qua discipline was het een stuk minder. Maar de meeste indruk maakte Wim van Hanegem. Die sneeuwde bij FC Utrecht Han Berger helemaal onder. Vooral de jonge spelers hingen aan zijn lippen. Hij kon in zulke simpele bewoordingen zoiets moeilijks uitleggen, dat is alleen voor de hele groten weggelegd.”
 
Cruden hoopt dat zijn ervaring hem succesvol maakt als trainer. En zoniet dan niet. ”Dan ga ik weer lekker werken met de jeugd. Dat vind ik eigenlijk het leukste. Die jonge gastjes zijn nog lekker puur.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.