Ron Delgado: “Zo dichtbij, maar toch heel ver weg”

Het leven van een vrijbuitende reporter bestaat niet alleen uit champagnebaden met lekkere wijven, dure sportwagens, cocktailmeetings met captains of industry of een sigaartje roken met een dictator op een zonovergoten eiland in de Stille Zuidzee. Nee, soms moet er brood op de plank en zo zat ik onlangs in een blokkendozerig bedrijvenpand op spuugafstand van een vrijwel failliet stadioncomplex, niet ver van onze geliefde Keizerstad. In mijn handen het eerste nummer van een plaatselijk ondernemersblad en voor mij de trotse, circa 40-jarige uitgever van deze publicatie in zijn oogverblindende double-breasted maatpak met bijpassende das.


“Is er een recessie? Nee, alleen in de hoofden van losers. Wie durft te ondernemen, die kent geen recessie.”, oreert hij enthousiast uit volle borst, alsof hij een zaal van tweeduizend zakenlieden toespreekt. Ik knik vriendelijk. Vervolgens draait hij een schoolbord om en een veelkeurige pandemonium van pijlen, driehoeken en vierkanten gelardeerd met allerlei cijfers en berekeningen ontvouwt zich voor mijn ogen. Uit een eigen marktonderzoek is de uitgever gebleken dat ondernemend A. reikhalzend uitziet naar een regionaal Business-to-Businessblad, liefst van enorm hoge kwaliteit, een kennisplatform voor uitwisseling van ervaringen en een umfelt om te focussen. Hij is duidelijk de juiste man op de juiste plaats. En het blad is nog maar het begin van een gigantisch imperium. De lezers kunnen in de zeer nabije toekomst profiteren van een unieke Businessclub, diverse seminars en fora rond internationaal gerenommeerde sprekers, workshops-on-a-need-to-know-basis, maandelijkse borrels met de top van het bedrijfsleven en een globaal bekeken website met duizenden en na verloop van tijd miljoenen hits per dag, waar zij zich kunnen profileren. Over de inhoud van het blad hoef ik me geen zorgen te maken. Daarvan is al driekwart voor dit jaar verkocht. Ik hoef alleen nog maar voor een slordige twintig pagina’s tekst te zorgen, liefst zo snel mogelijk. De telefoonnummers van de minimaal zes te interviewen personen (’topmensen!’) stuurt hij mij zaterdag toe. Eerder gaat niet, zo druk heeft hij het.


Op de terugweg rij ik voorbij de sportieve en financiele puinhoop langs de snelweg, waar ooit een visionair uit de buurt een pijnlijk Waterloo vond. Een dorpsgenoot ging onlangs plat op zijn bek bij de verkiezingen. Wat zou daar toch in het grondwater zitten? Zaterdags geen bericht. Ik blader door het eerste nummer met de column van een voorzitter (‘Vitesse is hot en staat middenin de samenleving’), de talloze spel- en schrijffouten en de te vette lipstick van een plaatselijke bobo op de coverfoto, zodat deze bijna aan mijn vingers blijft plakken. Maandag voicemail ingesproken, dinsdag nog eens, woensdag eindelijk een mailtje met  twee telefoonnummers. Later volgen er nog drie. De deadline is alweer een week verschoven. Twintig pagina’s haal ik bij lange na niet. Wel heeft onze uitgever één van mijn gesprekspartners wijsgemaakt dat ik gespecialiseerd ben in verzekeringen, wat ik gelukkig bijtijds kan ontzenuwen. Ook verandert hij een afspraak met een doorzichtig leugentje. Ik doe mijn werk en stuur een rekening, maar mijd verder het contact zoveel mogelijk. Gelukkig keert het financiele tij voor mij ook en heb ik het blad niet meer nodig. Wel hoor ik hem nog een keer triomfantelijk door de hoorn gillen : “Weet je wat er op de cover van het derde nummer komt ? De Terugkeer Van Karel!”


Ron Delgado

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.