”Onze spelers mogen best wat harder werken”

Voorzitter Hans van Delft over succes van NEC

Voor het eerst in twintig jaar kwalificeerde NEC zich weer voor Europees voetbal. De opmars van de Gelderse club is mede te danken aan voorzitter Hans van Delft(57).

Toen de geboren Nijmegenaar Hans van Delft zes jaar geleden aantrad als voorzitter van NEC, stond de club er slecht voor. Degradatie naar de eerste divisie dreigde, terwijl de spelersgroep oud was en vrijwel geen waarde meer bezat. Onder de leiding van Van Delft, miljonair en directeur van een aantal vastgoedbedrijven groeide de club uit tot een financieel gezonde middenmoter met een jonge, talentvolle selectie. Stadion De Goffert werd verbouwd en met oud-internatioal Johan Neeskens kwam een alom gerespecteerde trainer naar Nijmegen. Dit seizoen eindigde NEC als vijfde in de competitie, waardoor de club voor het eerst sinds het seizoen 1983-’84 weer Europa in gaat. Destijds werd NEC in de achtste finale van het toenmalige Europacup ll-toernooi uitgeschakeld door Barcelona. Voor aanvang van dit seizoen kondigde Van Delft al aan dat NEC moest streven naar Europees voetbal.

Waarop is het succes van NEC gebaseerd?
Hans van Delft: “We hebben de laatste jaren een stevig fundament gelegd onder de club en onze zaakjes in alle rust opgebouwd. Met Neeskens hebben we een goede trainer binnengehaald die wordt gesteund door een ervaren technische staf. De spelersgroep is talentvol, terwijl ook onze financiën op orde zijn. De spelers toonden in de laatste wedstrijden van dit seizoen karakter, op mentaliteit haalden we Europees voetbal. Daar hoort ook wat geluk bij, want pas in blessuretijd wonnen we de cruciale uitwedstrijd bij RKC met 1-0.”

Toch bent u niet helemaal tevreden. Zo vindt u dat de spelers harder moeten trainen, heeft u al eens gezegd.
“Onze voetballers mogen best wat meer in zichzelf investeren, dat blijkt ook uit de gesprekken die ik met de technische staf had. Als directeur van een aantal vastgoedbedrijven weet ik dat er in economisch barre tijden twee dingen moeten gebeuren: harder werken en besparen op kosten. Op mentaal en technisch-tactisch gebied kunnen onze spelers nog beter worden.”

Wat denkt u van de bedrijfsvoering van clubs die schuld hebbben!?
“Als voorzitters worden geconfronteerd met een miljoenen schuld van hun club roepen ze
vaak: ‘Daar wist ik niets van.’ Dat is vreemd. Misschien spreken ze wel de waarheid, maar het is toch raar dat je geen zicht hebt op de financiële situatie van je club? Bij NEC weten we met één druk op de knop hoe we ervoor staan. Verder verbaas ik me wel eens over de machtspositie van sommige voorzitters. Een club is niet zelden afhankelijk van één man. Dat kan niet, een voorzitter moet een passant zijn.”

Ook de Eredivisie NV kan niet op uw sympathie rekenen!?
“Sinds afgelopen dinsdag weer wel want Michael van Praag is gekozen tot president-commissaris. Bovendien is er een kundige werkgroep in het leven geroepen die de verhouding grote clubs-kleine clubs onder de loep gaat nemen. In de afgelopen jaren is er niets gebeurd binnen de ENV, er is geen visie ontwikkeld. Vergaderingen leken nergens op: er werden loze kreten geslaakt en een weerwoord was uit den boze. Het product voetbal kan veel beter naar buiten worden gebracht, kijk bijvoorbeeld eens” naar de marketingstrategie van de Amerikaanse NBA. Ik zie een mix van de Engelse Premier League en de Duitse Bundesliga overigens als een ideaalbeeld voor de Nederlandse eredivisie. Eén afdeling waarop je een compleet marketingconcept kunt loslaten.”

Kan NEC nog groter worden?
“Absoluut, ik denk dat onze stadioncapaciteit van 12.500 gemakkelijk kan worden verdubbeld. Bovendien moeten we nog beter gaan voetballen, ook de spelers kunnen NEC naar een hoger niveau tillen. Over de interesse van sponsors hebben we niet, te klagen, onze businessclub groeit nog steeds. Inmiddels steunen meer dan vijfhonderd bedrijven NEC. Dat is heel wat gezonder dan één almachtige hoofdsponsor. We denken ook aan de toekomst: volgende maand wordt ons nieuwe, vier miljoen euro kostende trainingscomplex geopend. Maar natuurlijk hebben ook wij last van de recessie. We hebben niet voor niets ons stadion aan de gemeente verkocht.”

U bent nu zes jaar voorzitter van NEC. Wat is het grootste verschil tussen het bedrijfsleven en de voetbalwereld!?
“De emotie van het voetbal, daardoor worden er minder rationele beslissingen genomen. Bovendien ben je als club publiek bezit. Daarom ben ik net als directeur Kesler van de KNVB voorstander van een structurele discussie over overheidssteun aan voetbalclubs. Een club betekent veel voor een stad, voetbal is een uitlaatklep voor een
grote groep mensen. Het is prima dat er geld gaat naar culturele uitingen, maar we moeten niet vergeten dat de bedrijfsstak betaald voetbal ook steun nodig heeft.”

Dit interview stond op Woensdag 4 Juni in het NRC Handelsblad, met dank aan Burp!
Bron: NRC Handelsblad

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.