Monoloog: Fabian de Freitas

‘Ik wil bij NEC laten zien dat ik echt kan voetballen’


De kleurrijke loopbaan van Fabian de Freitas leek na de degradatie met FC Den Bosch in 2002 ten einde. Hij richtte zich vorig seizoen op een studie Bouwkunde, totdat NEC hem onlangs vroeg zijn voetbalschoenen weer aan te trekken. De aanvaller spreekt over asociale trainers, zijn problemen met autoriteit en de barbaarse Engelse samenleving.


Ik heb het altijd vreemd gevonden dat na FC Den Bosch geen betere club in me geïnteresseerd was, want ik had het idee dat ik het niveau aankon. Na de degradatie in 2002 bleef het stil. Wel kwamen er aanbiedingen van mensen die het gewoon probeerden. Bijvoorbeeld van een eerste divisieclub, maar daar had ik geen zin meer in. Ook in Den Bosch wilden ze me houden, maar ik kon me niet meer motiveren en dan is het ten opzichte van de club oneerlijk te blijven zitten. Daarom heb ik destijds ook in mijn contract laten opnemen dat ik bij degradatie weg mocht. Ik dacht dat ik het niet zo slecht gedaan had en ging ervan uit dat er altijd wel een club zou komen. Dat bleek dus niet zo te zijn. De reden ken ik niet. Ik was transfervrij en had geen exorbitante salariseisen, want in het buitenland heb ik voldoende verdiend. Wel meldden zich aardige clubs uit Griekenland, maar na al die jaren in het buitenland wilde ik liever hier blijven.


Ik doe iets goed of ik doe het niét. Ik heb geen zin dan maar te blijven doorsukkelen bij een of ander clubje. Ik heb ook de capaciteiten om te studeren, dan is het zonde daar niks mee te doen. Ik wil op mijn zestigste niet denken: Had ik dat maar gedaan. Alles wat ik kan, wil ik ten volste benutten. Als het minder gaat, denk ik weleens: God heeft me bepaalde zegeningen gegeven. Ik kan redelijk sporten en ben ook niet achterlijk. Ik denk veel na over wat ik wil. Vroeger wist ik al dat ik ingenieur wilde worden en ik richtte me vorig jaar dan ook op een studie Bouwkunde. Het hele jaar ben ik bezig geweest me voor te bereiden, want al die kennis van het vwo moest ik weer opfrissen. In september zou ik me inschrijven voor de Technische Universiteit in Delft. Dat is ook weer typisch iets voor mij, want ik had ook voor het hbo kunnen kiezen, maar ik wil altijd het hoogste en van daaruit zien we wel. In mijn tijd bij FC Den Bosch heb ik al een tijdje psychologie gestudeerd aan de Open Universiteit, om mijn hersenen alvast op gang ie krijgen voor de tijd na het voetbal. Je moet weer wennen aan het lange concentreren. Net als je lichaam, kun je ook je hersenen trainen. Ik begon me steeds meer te richten op het studeren en na verloop van tijd had ik me erbij neergelegd dal mijn voetbalcarrière ten einde was.


De opfriscursus wiskunde had ik praktisch voltooid, toen NEC kwam. Als je een jaar niet gespeeld hebt, verwacht je enerzijds niet dat zo’n club jou wil hebben. Anderzijds vind ik het gezien mijn kwaliteiten niet vreemd, want hier ben ik wel op mijn plaats. Het afgelopen jaar heb ik gewoon getraind. Ergens in mijn achterhoofd dacht ik toch: Je weet hel nooit zeker. Eén voorbereidingsperiode wilde ik afwachten. Daarna wordt het heel moeilijk, want dan heb je echt lang niks gedaan. Het hele vorige seizoen heb ik bij mijn vader getraind. Hij heefl het diploma Trainer/Coach l en kan een aardige training geven. Ook heb ik zaalvoetbal gespeeld, weliswaar op een laag niveau, maar je kunt het zo moeilijk maken als je wilt.


Het interesseerde me niet zo dat mijn naam vorig jaar nergens werd genoemd. Met oogkleppen op was ik bezig met studeren, ik wilde ook niet zomaar opnieuw in het betaalde voetbal stappen, maar NEC is interessant genoeg, want het is een stabiele club die Europees voetbal heeft gehaald. Ik hoefde dan ook niet lang na te denken. Nu heb ik iets meer tijd om mijn studie op te pikken en ben ik ’s avonds bezig met natuur- en wiskunde. Voor een minder niveau had ik mijn studie niet op de lange baan geschoven. Ik wil mijn loopbaan goed afsluiten, dat is mijn grootste drijfveer.


Ik wil iedereen ervan overtuigen dat ik echt kan voetballen. Twintig doelpunten per seizoen maak ik niet, maar over het algemeen creëer ik veel. Doordat ik met mijn acties voor veel gevaar zorg, kunnen anderen profiteren. NEC heeft me ook genomen omdat het systeem vergelijkbaar is met dat van Den Bosch toentertijd, hoewel NEC iets verder vooruit speelt en meer kwaliteit heeft. Met mijn snelheid kan ik veel betekenen. Natuurlijk pak ik mijn doelpuntjes wel mee. Het beeld dat mensen van je krijgen is cliché. Ze denken: Jij bent snel, dus jij kunt alleen maar lopen. Maar ook aan de bal kan ik echt wel wat en dat wil ik laten zien. Aangezien ik heel lang in het buitenland heb gezeten, kent niet iedereen mij zoals ik denk dat ik kan voetballen.


Ik schrok een tijdje geleden toen in VI een ranglijst stond van spelers met de meeste clubs. Daar stond ik ook bij (met zeven werkgevers, red,), En eigenlijk hou ik helemaal niet van veranderingen. Ik ben er wel steeds beter in geworden, maar ik gedij het best als ik lang op één plaats kan blijven en me van daaruit ontwikkel, Nu moet ik steeds weer opnieuw iedereen leren kennen en een plaats veroveren in de groep. Dat is vrij lastig, maar je wordt er steeds bedrevener in. Misschien is dat wel goed voor mij. Qua karakter ben ik wat introvert en door dit soort dingen word je gedwongen wat extroverter te zijn.


Ik kwam natuurlijk ook vanuit een beschermde omgeving in Volendam, waar nog weinig van me werd verwacht. En dan ga je ineens naar Bolton Wanderers. Voor het eerst in het buitenland, zonder vrienden. Dat was wel even zwaar, maar het heeft me niet gebroken. We zijn in 1995 zelfs gepromoveerd naar het Premiership dankzij mijn doelpunt. Ik kwam erachter dat ik op het hoogste niveau beter tot mijn recht kwam. In de First Division was het toch meer rennen, vliegen en beuken, dat ligt mij niet helemaal. Je leert er wel mee omgaan, maar hel brengt niet hel beste in mij naar boven. Later had ik dat ook in Spanje bij Osasuna, dat uitkwam in de Segunda Division. Als we in het bekertoernooi tegen ploegen speelden uit de Primera Division, dan voetbalde ik veel beter. De trainer stelde me soms niet eens op in de competitiewedstrijden. Dat had niets te maken met gebrek aan motivatie, want de competitie is veel belangrijker. De doelpunten die je maakt voor de beker zijn leuk, maar ach, de mensen zijn het zó weer vergeten.


In Engeland had ik veel moeite met de hiërarchie. Ik vond mezelf al vroeg volwassen, maar je wordt af en toe als een klein kind behandeld. Ik heb soms problemen met autoriteit en orders opvolgen. Dat ik eigenwijs ben, heb ik al vaak gehoord. Die eigenschap is misschien ook de reden dat ik problemen heb gehad rnet sommige trainers. In Engeland is de trainer de koning en voor hem moet je als het ware kruipen. Dat ligt mij totaal niet en ik zei ook weleens wat terug. Daar konden ze helemaal niet tegen en het zou best kunnen dat daardoor de bom verschillende keren is gebarsten. Zo zat bij Bolton een trainer (Colin Todd, red.) met wie ik niet overweg kon. Hij zag het niet helemaal in mij zitten en ik kon in menselijk opzicht niet niet hem opschieten. Ik vond hem een slecht persoon en daar kan ik niet tegen. Zeker als ze dan ook nog een bepaalde macht over mij hebben. Hij deed heel vals, probeerde me voor schut te zetten tijdens trainingen. Later, bij West Bromwich Albion, heb ik dat wéér gehad, maar in Engeland schijnt dat normaal te zijn als ze andere plannen met je hebben. Op zo’n manier proberen ze je weg te pesten. Dat zou ik zelf nooit aanpakken, Ik kan dan ook niet denken: Laat maar waaien, want als ik iets onrechtvaardig vind. kan ik niet mijn mond houden. Op school werd ik daarom vroeger ook regelmatig de klas uitgestuurd.


In Spanje waren de mensen veel meer open en vriendelijk, en dat is blijkbaar belangrijk voor rnij. Warmte om me heen ligt mij beter dan dat harde en kille. Toch kreeg ik ook in Spanje op gegeven moment weer een teringlijer van een trainer. Die wilde bovendien dat ik anders ging spelen dan eigenlijk mijn mogelijkheden zijn. Hij vroeg me als een blinde heen en weer te rennen. Zonder nadenken. Ik ben een sprinter, iemand die explodeert, herstelt en wéér gaat. Ik ben geen duurloper die constant maar heen en weer rent, maar dat wilde hij wél, Sommige trainers hebhen iets in hun hoofd zitten, zo van: Dat moet-ie kunnen. Maar je kunt me beter accepteren zoals ik ben, dan kan ik veel meer doen. Dat gebeurde niet en ik speelde dus niet al te vaak meer.


Na Osasuna meldde West Bromwich Albion zich. Eerlijk gezegd wilde ik niet terug naar Engeland, want de mentaliteit van de mensen en het leven daar staan me niet aan. Maar er werd me zóveel geld geboden dat ik dacht: Nou, laat ik het maar doen, want als ik straks gestopt ben, krijg ik van niemand meergeld. Maar mijn ideeen werden wel bevestigd. Het was heel kil, de manier van werken daar bevalt me niet. Het is een vrij barbaarse samenleving. Neem nou het eten, dat is allemaal niet verfijnd. Ik hou juist van een beetje stijl. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen, want ik heb daar nog veel vrienden. Niet alles was slecht. Als persoon ben ik er stabieler en extroverter geworden. Vroeger draaide alles meer van binnen. Maar je wordt wat bedrevener in het intermenselijke contact. In Nederland gaan de mensen heel anders met elkaar om. Je hebt meer zelfstandigheid en bij terugkomst werd ik prompt naar mijn mogelijkheden benut. Achteraf denk je: Was ik maar wat eerder terug naar Nederland gekomen.


Mijn carrière is niet zo logisch geweest. Maar mogelijkheden doen zich voor tijdens je leven en waarschijnlijk zou ik weer dezelfde keuzes maken. Ik heb ook niet altijd geluk gehad. Zo was ik eens bijna rond met Bordeaux, toen Jean-Pierre Papin ineens op de markt kwam en ze voor hém kozen. Ik had misschien een stapje hoger gekund, maar het is niet zo gelopen en ik heb toch wel vrij veel bereikt, meer dan anderen. Dus kan ik alleen maar tevreden zijn. In mijn hart ben ik geen avonturier, zoals dat misschien lijkt met die zeven clubs. Maar als iets niet prettig aanvoelt, slap ik vaak wel over een bepaalde angst heen. Anders ben je straks gestopt en kijk je met spijt terug op bepaalde beslissingen. Ik wil me niet door angst laten leiden, daar heb ik me altijd tegen verzet.’


Bron: Voetbal International

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.