De voordelen van een uitstervend beroep

Ooit vervloekte hij NEC omdat die club hem als 10- jarig jochie omschoolde van aanvaller tot linksback. Inmiddels is hij de club dankbaar voor datzelfde besluit. In een land waarin vakbekwame linkerverdedigers bijna zijn uitgestorven, bloeit Jeffrey Leiwakabessy op. “Dit is een prachtjaar.”


Zelfs voor de meest geroutineerde NEC’ers als Van der Sleen, De Nooijer en Govedarica is het luxueuze Residence Victoria in Hoenderloo een nieuwe ervaring. Het is juist de jonge Jeffrey Leiwakabessy voor wie de plek waar NEC zich voorbereidt op de UEFA Cup-return tegen het Poolse Wisla Kraków geen verrassingen meer heeft.

“Ik wist vooraf al dat het hier prima toeven is”, zegt Leiwakabessy. “Al heb ik niet echt goede herinneringen overgehouden aan mijn vorige verblijf. Met Oranje tot 18 jaar bereidden we ons in Hoenderloo ooit onder bondscoach Louis van Gaal voor op het WK in Argentinië. Ik raakte licht geblesseerd aan mijn hamstring. Het was lang onzeker, maar uiteindelijk mocht ik mee”, aldus de linkerverdediger die bij NEC in alle stilte is uitgegroeid tot een vaste waarde. Eigenlijk struikelt in de Nederlandse voetbalwereld niemand nog over die ingewikkelde achternaam. Leiwakabessy is inmiddels een bekende NEC’er.

Hoe anders zag dat wereld er een jaar geleden voor de Elstenaar uit. In november 2002 wees alles erop dat Leiwakabessy in De Goffert voor het derde jaar op rij vooral zitvlees zou kweken. Maar toen kwam dat desastreuze uitduel bij Ajax. NEC werd met 6-0 vernederd, maar één Nijmeegse speler was enigszins opgetogen. Jeffrey Leiwakabessy stond weer eens in de basis. Hij zou er niet meer uit verdwijnen.

“Er zijn momenten geweest waarop ik het even niet meer zag zitten. Maar wat kun je zeggen als op jouw plek iemand staat (Mike Zonneveld, red) die het gewoon goed doet? Inderdaad, niets. Dan moet je je mond houden, geduld hebben en de trainer overtuigen dat hij niet om je heen kan. Ik ben een type dat ook thuis op z’n tijd minder vrolijk is als het op de club wat minder gaat. Ik woon nog altijd bij mijn ouders. Zij wisten precies hoe ze op mij moesten reageren. Ze lieten me op moeilijke momenten lekker met rust.”





Van norse buien heeft ‘Leiwa’ al maanden geen last meer. “Het is heerlijk om nu eens vanaf het begin van het seizoen een ‘zekerheidje’ te zijn. In het veld doe ik wat ik moet en kán doen. Geen fratsen.”

Als Leiwakabessy terugkijkt op zijn tienjarig NEC-jubileum neemt hij het woord ‘jongensdroom’ in de mond. Meestal is die term een cliché, maar bij ‘Leiwa’ is het de waarheid. Ooit haalde een NEC-busje van de voetbalschool hem elke ochtend op in Elst. Later brachten trein en buslijn 6 hem naar De Goffert . En anno 2003 rijdt de verdediger elke dag in een fraaie Audi van de club naar De Goffert, het Nijmeegse stadion waar nog altijd uitvergrote foto’s hangen uit de tijd dat Leiwakabessy behalve talent ook nog ballenjongen was.

“Geloof me, er bestaat niets mooiers dan doorbreken bij de club waar je al zo lang speelt.”

Met 2003 als voorlopig hoogtepunt in een prille carrière. Leiwakabessy kreeg zijn langgedroomde basisplaats, werd meermalen uitgenodigd voor Jong Oranje en staat vanavond voor zijn tweede UEFA Cup-duel in Nijmeegse dienst. “We zullen het zwaar krijgen. Vooral die Poolse spitsen zijn levensgevaarlijk”, aldus Leiwakabessy, die binnenkort met NEC om de tafel kruipt om contractverlenging te bespreken. In De Goffert lopen deze zomer bijzonder veel contracten af, maar ‘Leiwa’ is na Zonneveld de tweede NEC’er met wie de clubleiding wenst te spreken. “Dat is prettig. Het is een teken dat de club, net als ik, tevreden is. Al zal zeker ook meespelen dat ik linksback ben. Daar zijn er nu eenmaal in Nederland niet al te veel van.”


Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.