Ron Delgado: “Zonder enige kennis van zaken”

Zonder enige kennis van zaken


Regelmatig klampen mensen mij aan op straat. “Ron.” ,vragen zij mij en kijken me daarbij diep in de ogen. “Waarom horen wij jou nooit zingen op de Hazenkamptribune? Vloeken tegen de scheidsrechter? Of mopperen over buitenspel? Ben jij wel de NEC-supporter, die je pretendeert te zijn”. Ik mompel dan wat binnensmonds, ruk me los en been snel weg in de anonimiteit van de massa, want inderdaad ik, Ronny Delgado, zing nooit mee met clubliederen en vloek niet op de ‘zwarte kraaien’ tijdens de thuiswedstrijden van NEC. De wond is nog te vers.


Ik heb het niet makkelijk gehad in het leven. Mijn grootvader had een langdurig Ajax-verleden, mijn vader stapte van Haarlem over naar PSV en ging daartussenin jaren naar De Meer om de thuisclub te zien verliezen (en hij was schijnbaar niet de enige). Zelf laveerde ik in mijn kinderjaren tussen Feyenoord (Europa Cupwinnaar toen ik 7 werd), PSV, Sparta en weer PSV om uiteindelijk bij de blauw-witten uit te komen. Bij het posten van de bestelling voor mijn eerste seizoenkaart op de jongensrang speelde Eindhoven nog eredivisie, maar Ajacied Schoenaker schoot een paar dagen later voor een open doel knullig naast, redde de tegenstander (ja, wie was dat ook alweer?!) van degradatie en stuurde ‘de Schrik van het Zuiden’ voorgoed naar een lager plan.


Bijna vijfentwintig jaar lang en ondanks een verhuizing naar hier probeerde ik mijn ploegje naar de eredivisie te brullen, maar het hielp niet veel. Langzamerhand daagde de onmogelijkheid van promotie, terwijl de gezelligheid onder het tribunedak verdween door de komst van een oersaaie zittribune. Intussen speelden mijn Nijmeegse overbuurjongens wel al geruime tijd op het hoogste niveau en dreef de zucht naar topvoetbal mij geregeld naar de East-side of de Hazenkamp. Met de komst van het nieuwe stadion wisselde ik ijskoud van seizoenkaart.


Kortom, ik vertel hier het verhaal van een overloper, een quisling, een verrader. Een namaaksupporter, die zijn club in de steek heeft gelaten. Uit mijn mond zouden ‘wij weer ten strijde trekken’ met een falsettoon klinken en een scheids- of grensrechter zou terugroepen: ‘Wat moet jij hier? Jij zat toch altijd bij … .’ Met mijn drie dienstjaartjes en een twijfelachtig verleden hou ik voorlopig mijn mond maar.


Ron Delgado

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.