DTH Classic: De vlag

Je zou het bijna vergeten in dit digitale tijdperk, maar de oudgedienden onder jullie herinneren zich wellicht dat De Trouwe Honden ooit alleen in papiervorm bestonden. Vol enthousiasme werd ons DTH fanzine (oorspronkelijk nog ‘Doggystyle’ genoemd) rondom het stadion gesleten aan argeloze medesupporters. Naar goed nostalgisch gebruik leek het ons bijna twee decennia later (de eerste editie van ons fanzine zag het licht in 2001) een mooi moment om die oude fanzines weer eens van zolder te halen, flink af te stoffen en schaamteloos te herkauwen voor een nieuwe rubriek die we ‘DTH Classic‘ hebben gedoopt. In deze rubriek pakken we de leukste, meest memorabele of opvallende stukjes uit ons fanzine en geven we jullie een typisch DTH-siaanse terugblik op onze papieren periode (2001-2008). 

Deze keer nemen we je mee naar het jaar 2002 waarin Bleum ons meer verteld over het bijzondere verhaal van de Hatert Nijmegen vlag.

De vlag

Voetbal en bijgeloof, het zijn twee zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Veel supporters weten bijvoorbeeld vast nog wel dat Jeffrey Kooistra een heel seizoen in dezelfde onderbroek speelde en prompt met die broek promoveerde naar de eredivisie via de nacompetitie. Een ander bekend fenomeen is het Nijmeegs kwartiertje. Een achterstand was niet erg, want het laatste kwartier (het Nijmeegse dus) moest nog komen, dus er was niks aan de hand. Statistisch gezien was dat kwartiertje niet zo bijzonder, maar je had nog iets om je aan vast te klampen.

Zelf ben ik ook erg bijgelovig, bijna tot het ziekelijke toe. In ieder vertrek in huis staat iets met de mooiste kleurencombinatie Rood-Groen-Zwart, Bij wedstrijden moet ik altijd iets van NEC bij me hebben, een shawl of sleutelhanger bijvoorbeeld. Brengt het geen geluk, dan blijft de shawl of sleutelhanger thuis en neem ik iets anders mee. Bij uitwedstrijden zetten we de auto precies voor de flat van een oma neer, omdat we dan meestal goed spelen. Staat er een andere auto dan zien we de wedstrijd meteen erg somber tegemoet. Heb ik een petje op en we winnen dan moet ik het petje de volgende keer ook op hebben, zo niet dan wordt ik als schuldige van het verlies aangewezen door mijn medesupporters. Het hoort allemaal bij het ritueel, maar als het punten oplevert voor je club dan houdt je dat ritueel graag in stand.

Een verhaal dat onderdeel uit maakt van dat ritueel is het verhaal van de Hatert-Nijmegen vlag. Een simpel laken, bewerkt met een spuitbus, meer was het niet, maar zelfs nu hebben we het nog geregeld over het stukje stof dat magische krachten bezat. Om te zorgen dat het verhaal van de Hatert-Nijmegen vlag nooit verloren zal gaan heb ik het maar eens opgeschreven;

We schrijven het jaar 1991. De tijd waarin we soms met 10, soms met 100 man naar uitwedstrijden gingen. In de eerste-divisie reisden we met de trein onze jongens achterna in het land. Op Woensdag 16 Oktober 1991 stond echter geen wedstrijd van NEC, maar van oranje op het programma. Een aantal NEC-fans, waaronder de bekende namen Henk, Rico, Flairs, Marco H. en de Hatertse delegatie Zepher, Chuckie en ondergetekende, besloten om de interland van Oranje tegen Portugal te bezoeken. Chuckie, Zepher en ik besloten om speciaal voor deze gelegenheid onze wijk te promoten met een witdoek. Op zaterdagmiddag gingen we aan de slag in de tuin en na een minuutje of 10 stonden de letters op het laken en tot afgrijzen van m’n moeder ook op de tegels in de tuin. We kwamen er snel achter dat tectiel extreem goed dekt, want de letters hebben zeker een half jaar op de tegels gestaan. Later op de dag speelde NEC in de Goffert voor de beker tegen Spijkenisse en we besloten om de vlag tijdens die wedstrijd de vuurdoop te geven. Veel mensen zullen de vlag toen niet gezien hebben, want als er 500 man in De Goffert waren dan hield het op. We wonnen met 5-0.

Op de bewuste woensdag gingen we al vroeg naar Rotterdam, omdat we allemaal nog een kaartje moesten kopen. In een ticketbox-loos tijdperk hadden zwarthandelaren nog goede zaken. We hadden wel het geluk dat de wedstrijd nog niet helemaal uitverkocht was, waardoor we niet veel meer dan de normale prijs moesten betalen voor het kaartje. Samen met een andere groep NEC-fans die we in een kroeg tegen kwamen hadden we een hele gezellige middag. Net voor de wedstrijd kwam de regen met bakken uit de hemel. Doorweekt, een aantal keren de vlag prominent in beeld op TV en met een overwinning van oranje op zak stapten we weer in de trein. Langzaam begonnen we een speciaal gevoel bij de vlag te krijgen. Eerst een makkelijke 5-0 overwinning tegen Spijkenisse en nu een overwinning van oranje. Zou het een vlag zijn die ons geluk zou kunnen brengen?

Zwolle was de volgende tegenstander van NEC. Een wedstrijd in de Goffert tegen een ploeg die toen een laagvlieger was. Bij NEC was dat juist het probleem, want tegen hooggeklasseerde clubs werd meestal goed gespeeld en vaak gewonnen, maar tegen laagvliegers werden vaak punten verspeeld. En deze traditie lijkt NEC in ere te willen houden, want iedere NEC-fan kan hier voorbeelden van noemen. Maar dit keer was het anders, want we waren hartstikke blij toen we tussen de bomen van het Goffertpark op weg naar de bushalte liepen met een 2-0 overwinning op zak, dankzij de vlag!

Een week later moesten we naar Haarlem. Ik kan me herinneren dat we dat seizoen drie keer naar Haarlem zijn gereisd. Een keer uit voor de beker, waar ik later nog op terug kom, en twee keer voor de competitie. De eerste keer werd de wedstrijd dacht ik gestaakt na een paar minuten vanwege de mist. Haarlem uit was andere koek. Een paar seizoenen eerder verloren we met 4-1 en wanneer hadden we daar voor het laatst gewonnen? Ik kon het me niet meer herinneren. Het werd 1-2, we hingen in de hekken en de vlag werd heilig verklaard.

De verbijstering was daarom ook groot toen vier dagen later in Almelo de vlag niet te bewonderen viel. Waarom Chuckie de vlag niet bij zich had weet ik niet meer, omdat ik die wedstrijd snel uit m’n geheugen heb verbannen. Het werd 3-2 voor Heracles en we zeiden tegen elkaar dat dit nooit meer mocht gebeuren. Dergelijke fouten mochten niet meer gemaakt worden! De vlag moest mee, ten alle tijden!

De zaterdag erop alweer moesten we thuis tegen AZ. Een ploeg die 10 jaar eerder nog landskampioen was, maar inmiddels was afgezakt naar een plek in de middenmoot van de eerste-divisie. Met de vlag kon ons niks mis gaan en dat gebeurde dus ook niet; het werd 3-1. We hadden vier keer de vlag meegenomen naar NEC en één keer naar het Nederlands elftal en alle vijf keer had de vlag ons een overwinning geschonken.

Een week later stond de loodzware uitwedstrijd tegen Den Bosch op het programma. De vlag zou nu iets onmogelijks moeten presteren tegen de club die later zou promoveren naar de eredivisie. De 0-0 na afloop werd gevierd als een overwinning, want NEC was duidelijk de morele winnaar van de wedstrijd. De vlag had haar werk weer gedaan. Met de vlag kon ons niets meer gebeuren.

De goede vorm van NEC (of moet ik zeggen de goede werking van de vlag) werd nog eens onderstreept in de volgende wedstrijd; FC Wageningen werd thuis met 4-0 opgerold. Zelfs andere supporters begonnen onze woorden te geloven over onze magische vlag. Wij keken vol vertrouwen uit naar de bekerconfrontatie van zaterdag 16 november tegen, alweer, Haarlem.

Vol goede moed stapten we in de trein naar Haarlem. Voor NEC begrippen waren er opvallend veel supporters mee die dag. Dat zal wel gelegen hebben aan het feit dat NEC zo goed draaide. Uiteraard was de Hatert-Nijmegen vlag van de partij. In Amsterdam moesten we overstappen op de trein naar Haarlem. De stationshal galmde lekker mee bij het zingen van NEC-krakers en de junkies en dealers op het  Amsterdamse station stonden raar te kijken naar de luidruchtige groep supporters. Met veel lawaai gingen we zitten in de trein naar Haarlem. Toen sloeg het noodlot toe; Chuckie ontdekte dat hij de vlag had laten liggen in de andere trein. We hadden nog tijd dus we renden de trap af, richting de trein waar we zojuist uitgestapt waren. Maar de vlag was weg. De euforie sloeg om in diepe ellende. Voorzichtig liepen we langs de link kijkende dealers en junkies. Met z’n tweeën was het toch heel wat minder prettig lopen daar dan met een grote groep. We waren nog op tijd voor de trein naar Haarlem met de zingende NEC supporters. In Haarlem moesten we nog een eindje lopen en eigenlijk voelden Zepher, Chuckie en ik het al aankomen; We verloren, zelfs nog een beetje onterecht met 4-3.

We hebben later nog wel eens nieuwe pogingen gedaan om een nieuwe geluksvlag te maken, zelfs een identieke kopie van de eerste vlag, maar al die pogingen hielden het hooguit één wedstrijd vol. Af en toe heb ik het er met Chuckie nog wel eens over: Weet je nog van de vlag? Veel meer dan ja komt er nog steeds niet uit.

Bleum

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.