Column Joris: Overpeinzingen

De redacteuren en columnisten van De Trouwe Honden zijn bevoorrechte mensen. Wij kunnen ons verdriet, woede en frustratie op therapeutische basis van ons afschrijven. Dat scheelt weer gauw een stuk of twintig afgetrapte stoeltjes op het veld. Bijkomend voordeel is dat wij volgend jaar niet op het beton hoeven te zitten. Want verlengen van je seizoenkaart is nu een must, zulks op straffe van verbanning voor het leven uit de Goffert, ook als het straks weer beter gaat.

Superlatieven schoten de afgelopen dagen tekort bij supporters, spelers en bobo’s in hun meer en soms ook minder oprechte pogingen de dramatische degradatie te kwalificeren. Het drama zat hem niet in een enerverende ontknoping, daarvan was geen sprake, maar vrij letterlijk in het geboden spel. Precies daarin schuilt de verklaring dat de meeste supporters afgelopen zondag niet bijster opgewonden waren (een paar handen vol beroepsheethoofden daar gelaten), maar mat en uitgeblust. Er zat gewoon helemaal niks meer in, het doomscenario was onvermijdelijk.

Teleurstelling en verdriet horen net zo goed bij het voetbal als vreugde en euforie. Het simpele feit dat er elk jaar clubs uitvliegen en er veel meer ploegen zijn die de subtop ambiëren dan dat daar plekken zijn, maakt dat er altijd verliezers zullen zijn. Wie dat niet wil accepteren, heeft in het voetbal weinig te zoeken. Zeker niet bij NEC, waar we de afgelopen twaalf jaar onverwachte hoogtepunten hebben gekend, maar waar degradatie simpelweg nooit uit te sluiten is. Daarvoor is de nivellering in het voetbal te groot en de onderlinge verschillen ook onderin te klein. Ja, ik heb ook slechte zin, maar degradatie kan je gewoon overkomen. Mooie clubs als Willem II, Sparta en Roda gingen ons voor. Weldenkende supporters wisten dat. Het is dus schrijnend dat onze clubleiding niet eens een degradatiebeding opnam in de contracten met spelers. De verantwoordelijken voor dat staaltje wanbeleid zouden niet moeten wachten op ontslag, maar zelf met het schaamrood op de kaken uit de Goffert moeten vluchten. Zonder oprotpremie wel te verstaan.

Niet alleen onder NEC-supporters, maar in de hele samenleving schijnen veel mensen moeite te hebben om teleurstellingen te nemen voor wat ze zijn: een tamelijk onvermijdelijk verschijnsel in een mensenleven waar je maar beter mee kunt leren omgaan. Mensen lijken een soort recht op totaal geluk te willen claimen. Of het nu windmolens zijn, allerlei soorten geboefte, buitenlanders of pedo’s met een uitgezeten straf: ze moeten uit hun buurt blijven. Zaken die je wellicht liever niet wil, zijn meteen onacceptabel, onaanvaardbaar, onverteerbaar. Op voetbalvelden zie je dat veel. Het eeuwige geappelleer van spelers na letterlijke elke scheidsrechterlijke beslissing, het gejank van trainers na verloren wedstrijden, het kinderlijke geklaag van supporters over de arbitrage: elke redelijkheid is zoek. Natuurlijk biedt degradatie het ultieme podium aan het uiten van dergelijke frustraties, maar een beetje relativeringsvermogen zou wat mij betreft geen kwaad kunnen.

Begrijp me niet verkeerd: ik kreeg zondag ook de indruk dat nogal wat spelers uit het rariteitenkabinet dat het afgelopen seizoen op de mat stond namens NEC al met hun hoofd bij hun volgende avontuur zaten. Dat hielp de zaak niet erg vooruit. Ik was ook verbijsterd dat op enkele onverwoestbare knoesten na geen speler het fatsoen had het publiek te bedanken. Net zomin al de verantwoordelijke bestuurders trouwens, waarvoor ook geen enkel excuus mag gelden. Maar ik denk nou ook weer niet dat spelers de ballen expres hebben overgeschoten, door de handen of benen hebben laten rollen en om ons te pesten gedegradeerd zijn. Die wetenschap zou ons wat mogen matigen in onze reacties, die gelukkig bij tijd en wijle ook hartverwarmend waren.

Een half jaar schreef ik op deze plek over het degradatiespook. De basterd heeft ons te pakken gekregen. Ali, de held van de Arena, riep zijn voetbalgod aan, maar die hielp maar even. Ons rest maar een ding: onze seizoenkaart verlengen en volgend jaar uit onze as herrijzen. Het is een cliché, maar daarom niet minder waar.

Joris

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.