Sjaak schiet raak: Liefhebbers en leermomentjes

Carlos Aalbers gaf in zijn interview voor NEC TV aan waar het volgens hem dit afgelopen seizoen is misgegaan. Hij gaf drie redenen. Als eerste noemde hij dat het team zichzelf vaker had moeten belonen door te scoren. Dat klinkt erg simpel, maar helaas geeft Carlos geen echte verklaring voor het gebrek aan scorend vermogen. Vanaf het begin van het seizoen was namelijk al duidelijk dat daar het probleem zou komen te liggen, vanwege de afwezigheid van een echte spits. Je kon niet verwachten dat Platje en Ten Voorde er samen wel een stuk of 25 zouden gaan inknallen. En natuurlijk, als er weinig geld is, dan lukt het niet altijd om alle posities perfect in te vullen. Leermomentje voor Carlos komend seizoen: Niet 6 middenvelders, maar 2 goede spitsen halen en alles komt goed!

Als tweede noemde Carlos als reden dat het team vaker had moeten “overleven” door dicht bij elkaar te blijven als team in het veld. Kortom, vaker compacter blijven spelen en niet teveel ruimtes weggeven tussen de linies. Ook deze constatering is juist, hoewel ik ook hier de verklaring daarvoor mis in het verhaal. Komt dit door de tactische speelwijze van de trainer of hebben we hier te maken met een selectie die te vaak de verkeerde keuzes heeft gemaakt of mentaal niet sterk genoeg is geweest om compact te blijven spelen en zo te overleven? Ik had Carlos graag een leermomentje gegeven, maar dat is lastig met zoveel openstaande vragen.

Het derde punt dat Aalbers noemde was het meest interessante punt.  Volgens Carlos heeft NEC het afgelopen seizoen een probleem met de hiërarchie per positie gehad. Iedere supporter zal zich hierbij een beeld kunnen vormen, maar het is niet gezegd dat alle supporters ook hetzelfde beeld hebben, want hiërarchie kun je op diverse manieren uitleggen. Hiërarchie kan op basis van leeftijd en ervaring, het aantal gespeelde wedstrijden, sterkste persoonlijkheid, de grootste bek en op basis van voetballende kwaliteiten. Misschien dat ik nog wel een aantal criteria vergeten ben.

Gelukkig noemde Carlos hierbij wel een voorbeeld toen het onderwerp vertrekkende spelers ter sprake kwam. Hij liet doorschemeren dat hij Conboy en Amieux redelijk gelijkwaardig vond en dat er wat wrijving ontstond, omdat ze allebei wilden spelen. De hiërarchie op die positie was niet meer duidelijk. Carlos voegde er nog wel snel aan toe dat dit niet betekende dat er geen concurrentie moest zijn, integendeel,  concurrentie was nog steeds belangrijk. Een duidelijk verschil in rangorde en toch concurrentie. Dat klinkt tegenstrijdig lijkt mij.

Met concurrentie zou iedere trainer blij moeten zijn. Twee gelijkwaardige spelers voor een positie die de concurrentie met elkaar aan moeten gaan. Dat zal de boel scherp houden en dat betekent volle bak actie op de training. Het is aan de trainer om de speler op de bank gemotiveerd te houden en de boel rustig te houden.

En juist bij dat laatste zit volgens mij het echte probleem. Niet bij de hiërarchie per positie, niet bij de concurrentie, maar de wrijving en dat gerommel. Misschien nog niet eens tegen elkaar of onderling in de selectie, maar gewoon frustraties bij spelers over bepaalde keuzes van de trainer, ontevredenheid over persoonlijke situaties en/of  het spelen van de bekende “ik wil vertrekken” kaart. Misschien begrijpelijk gezien vanuit de ene individuele speler (Amieux bijvoorbeeld, die in alle seizoenen nooit zeker is geweest van zijn plaats) en onbegrijpelijk vanuit de andere individuele speler (Platje die kansen genoeg krijgt wil opeens ook vertrekken, laat hem eerst maar eens ervoor zorgen dat geen trainer om hem heen kan). In alle gevallen mag het duidelijk zijn dat deze irritaties slecht zijn voor het team als geheel. En daar zou het wel om moeten draaien!

Carlos kan het wel mooi verpakken met zijn “Hiërarchie per positie”, maar mijn leermomentje voor Carlos hier is dat hij beter kan kijken hoe het komt dat al dat gerommel ontstaat  en dat het kennelijk ook niet snel verdwijnt.

Hiërarchie is vaak een proces wat ontstaat binnen de groep zelf en wat zich moeilijk laat sturen. Ook als technisch directeur kun je hiërarchie moeilijk sturen. Je kunt als technisch directeur vooraf wel een nummer één en een nummer twee voor iedere positie denken binnen te halen, maar zo werkt dat niet in de praktijk. Gedurende het seizoen kunnen er dingen verschuiven. Zo was vooraf de hiërarchie heel duidelijk in het seizoen 2010-2011 waar we de doelmannen Cillissen en Babos hadden. Babos stond hoger in de hiërarchie bij aanvang van seizoen 2010-2011. Het verdere verhaal is bekend, maar het gaat erom dat Babos zijn rol als tweede doelman (lees tweede in de rangorde/hiërarchie) begreep, omdat Cillissen liet zien dat hij verder was op basis van zijn voetbalkwaliteiten. Het respect tussen Babos en Cillissen is wederzijds en er was nooit trammelant. Daarvoor kun je alle betrokkenen (dus ook Wiljan Vloet) een compliment geven.

Kun je als technisch directeur al weinig doen aan de hiërarchie, ook als trainer is de invloed beperkt. Een trainer kan volgens mij wel een snellere acceptatie van de hiërarchie in de groep en per positie krijgen door keuzes te maken en niet veel te wisselen. Er zijn posities te noemen, waar dit het afgelopen op z’n zachtst gezegd, niet echt goed ging. Ook voor de sociale processen binnen een team is de trainer belangrijk. Pastoor mag dan als een intelligente voetbalman gezien worden, het is wel opvallend dat de kritiek op Pastoor dit seizoen vaak vanuit de hoek van het “omgaan met mensen” kwam.

Tussen de regels van Aalbers door proef ik ook kritiek. Hard kan ik het niet maken, maar als je laat doorschemeren dat spelers hun plek niet meer kennen en dat daardoor wrijving ontstaat, dan lees ik dat als kritiek op de trainer. Het is immers de trainer die moet sturen en die eerstverantwoordelijke is om gerommel in de selectie te voorkomen. Maar misschien ligt de oorzaak van de problemen voor Aalbers nog wel meer bij de spelers zelf en ziet hij het vooral als het niet om kunnen gaan met teleurstellingen en de treurige mentaliteit van bepaalde spelers die dan maar moeilijk gaan lopen doen. Aalbers zegt even later in het interview niet voor niets dat hij graag “liefhebbers” bij de selectie wil halen. Dat wekt de suggestie dat die er nu te weinig zijn. Geen of te weinig liefhebbers, maar spelers die zonder passie iedere maand een vet salaris op de rekening krijgen. Als dit daadwerkelijk de gedachten van Aalbers zijn, dan zitten we daar in ieder geval op één lijn. Mijn laatste leermomentje voor Carlos is dan ook dat hij niet zozeer kijkt naar hiërarchie, maar dat hij spelers gaat halen waarvan hij zeker is dat ze met passie voor de club willen spelen met een mentaliteit die bij de volksclub NEC past. De komst van Dennis is een eerste mooie stap. Carlos succes!

Sjaak

 

Ben je ook een liefhebber, maar dan van de columns van Sjaak?  Zoek dan Sjaak schiet raak op facebook en like hem effe!

 

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.