Joey Brock laat woelig jaar achter zich

Joey Brock zocht dit seizoen aanvankelijk naar het juiste ritme. Onder Wiljan Vloet bloeide hij op, de trainer raakt precies de juiste snaar bij de jonge linksachter.

Als er bij iemand mo­menteel een glimlach op zijn gezicht gebei­teld staat, dan is het wel bij Joey Brock. Hij had het bijna verprutst bij NEC, maar de linker­vleugelverdediger knokt zich stil­aan terug. Hij is nog steeds een speler van Jong NEC, maar afgelo­pen maandag kreeg de 21-jarige Arnhemmer te horen dat hij mee mocht naar Zuid-Spanje, voor het trainingskamp van het eerste team. „De bal ligt nu bij mij. Ik moet bewijzen dat ik geleerd heb van alles”, weet hij.

De onbezonnenheid is verdwe­nen, zegt Brock. Door het woelige afgelopen jaar was hem wel duide­lijk geworden dat hij niet langer moest woekeren met het weinige dat nog restte. Anders kon het zo­maar eens over zijn bij NEC. „Ik was te speels”, stelt hij. „Had niet goed door wat het betekent om bij de selectie te zitten, om profvoet­baller te zijn. Wat je ervoor moet doen, of juist moet laten. Ik heb hard moeten werken om terug te komen en ben echt ontzettend blij dat ik een tweede kans krijg.”

Brock was, zoals hij het zelf zegt, ‘op z’n gat gevallen’. Toenmalig trainer Dwight Lodeweges zette hem al vrij vroeg tijdens dit sei­zoen terug naar het beloftenteam. „Ik heb bijna anderhalf jaar bij de selectie gezeten en opeens zat ik weer bij het tweede”, kijkt hij te­rug. „Dat zet je wel aan het den­ken. Ik heb er met verschillende mensen over gepraat, veel met mijn ouders. De fout lag bij me­zelf. Je moet een optimaal leven leiden om als profvoetballer te sla­gen. Dat deed ik niet. Ik had stabili­teit nodig, rust.”

De structuur die hij nodig had, heeft Brock gevonden bij een gast­gezin in Groesbeek. „Een heel warm gezin.” De ouders Ilse en Joost en hun kinderen Mila en Ward zijn ondertussen een twee­de familie. „Natuurlijk, de eerste week was het vreemd, ik had al op mezelf gewoond”, vertelt Brock. „Maar dit is nu het beste voor me.

Het is veel meer dan een slaap­plek, ze zorgen voor de rust en sta­biliteit die ik nodig had.” Nog niet zo gek lang geleden had hij met zus Jill een eigen apparte­mentje in Arnhem. Heel gezellig, maar soms was het misschien ook iets te veel van het goede. „Vrien­den komen langs, je gaat toch een keer een avondje stappen. Ik weet nu: als ik iets wil bereiken als prof­voetballer, moet ik niet van het pad afwijken. Een avondje stap­pen kan écht niet.” De knop is om, bezweert de links­back. Het is niet voor niets dat hij geregeld uit eigen beweging extra arbeid verricht in het krachthonk.

„Op dit niveau gaat het om de kleinste details. Ik ben altijd al wendbaar en behendig geweest, maar ik miste kracht. Van NEC krijgen we krachtschema’s, maar het kan geen kwaad wat extra’s te doen. In ben nu in mezelf aan het investeren, om straks weer defini­tief bij de selectie te horen.”

Onder Wiljan Vloet is hij opge­bloeid. De trainer van NEC weet hem te raken. In Estepona kan hij nu een week lang laten zien waar hij staat. En met een mogelijk ver­trek van Youssef El-Akchaoui gloort er misschien wel meer dan alleen een mooie trainingsweek. Samen met aanwinst Jeroen Heu­bach, die voor de rest van het sei­zoen van FC Twente wordt ge­huurd, mag Brock strijden om de linksbackpositie. „Nou”, tempert hij gelijk. „Ik reken helemaal ner­gens op. Je gaat niet zomaar van het tweede naar de basis. En ze ha­len niet voor niets een linksback. Ik ben allang blij dat ik weer met de groep mee mag. Dat ik dit weer gehaald heb, vind ik al heel mooi.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.