Muslu Nalbantoglu wil weer vlammen

Vandaag in de Gelderlander

Muslu Nalbantoglu wil weer vlammen
Voormalig NEC’er hoopt bij De Graafschap contract te verdienen. 

Muslu Nalbantoglu stond een week geleden tegen KV Me­chelen eindelijk weer op een voet­balveld. Het was lang geleden dat Nalbantoglu, vorige week als proef­speler met De Graafschap mee op trainingskamp in zijn vaderland Turkije, een echte wedstrijd had gespeeld. In mei speelde hij met NEC nog de play-offs en dat was het dan. Terwijl de rechtsback juist had gedacht door zijn trans­fer naar het Turkse Kayserispor een stapje omhoog te hebben ge­zet. „Maar het is heel zonde dat ik naar Kayserispor ben gegaan”, kijkt hij terug op de beroerdste momenten in zijn loopbaan als profvoetballer. „Het is één grote te­leurstelling geworden, maar ik heb geen spijt. Het is een weloverwo­gen keuze geweest.”

Vanaf dag één ging het mis in Kay­seri, zegt de in Amersfoort gebo­ren Nalbantoglu. „Ik werd een speelbal tussen de trainer en het bestuur. De vorige trainer wilde mij al hebben, maar toen liet NEC me niet gaan. Deze trainer heeft me nooit willen hebben. Tijdens de tweede dag op trainingskamp in de voorbereiding zei hij al tegen mij en een aantal andere spelers dat we niet veel aan spelen zou­den toekomen. Terwijl we alleen nog maar conditioneel hadden ge­traind. En in de eerste trainings­week werd ik al door hem van de training gestuurd, omdat ik weer­woord gaf. Dat was de eerste keer in mijn leven dat dit me over­kwam. Toen wist ik al dat het moeilijk zou worden.”

Dat klopte, want ‘Muslu’ speelde geen minuut voor de Turkse club. „Terwijl ik juist zulke hoge ver­wachtingen had, want Kayserispor speelde ook Europees voetbal en had de beker gewonnen. Maar in totaal zijn er acht spelers wegge­stuurd. Het gaat er heel anders aan toe dan in Nederland. Er werd heel veel conditioneel gewerkt en ellenlang gerekt en gestrekt. De trainer vroeg wat ik daarvan vond en toen zei ik dat Mario Been bij NEC heel anders trainde. ‘ Dan is dat een kneus’, riep hij. Hij moest eens weten hoe goed we bij NEC na de winterstop speelden. Ik had juist gedacht dat het in Turkije een mooie tijd zou worden, want daar liggen toch mijn wortels. Voetbal­len in je vaderland waar de sport enorm populair is, dat moest ge­weldig zijn. Maar het werd niets.”

Uiteindelijk werd het contract van Nalbantoglu ontbonden. „Dat ging heel moeizaam. Ik ben al blij dat ik mijn tekengeld heb gekregen, maar de afwikkeling van het con­tract ging gepaard met veel ge­scheld.” Toen hij een vrij man was in no­vember, keerde hij terug naar Ne­derland. Op zoek naar een nieuwe club. Maar dat wilde niet vlotten. „Daarom heb ik ook gebroken met mijn zaakwaarnemer Søren Lerby. Ik had verwacht dat hij beter zijn best voor me zou doen, maar dat was helaas niet zo. Ik zit nu bij Louis Laros en Patrick van Die­men en dat gaat veel beter.”

Het is nu wachten op een nieuwe club. Misschien wordt dat De Graafschap wel, waar de nieuwe di­recteur Leen Looyen hem voorlo­pig mee laat trainen. „ Ja, ik zou best bij De Graafschap willen voet­ballen. Op het trainingskamp heb ik meteen een warm gevoel gekre­gen. Ze laten je niet links liggen. Maar het is niet aan mij om te be­slissen of ik bij De Graafschap ga spelen”, aldus de tijdelijke Graaf­schap- verdediger.

„Ik weet wel dat ik wil vlammen. Ik had al meer dan drie maanden niet gevoetbald, alleen m’n condi­tie bijgehouden in de fitnesschool en door op straat hard te lopen. Maar dat is heel wat anders dan trainen met een groep. Dit is erg fijn. Er is ook interesse uit Turkije, maar ik weet nog niet of ik daar weer naar toe wil na wat er alle­maal gebeurd is. Maar aan de ande­re kant zou het wel heel mooi zijn om het ongelijk van die trainer bij Kayserispor te bewijzen.” Slechter dan het laatste halfjaar kan niet, zegt Nalbantoglu. „Ik had een geweldig begin van 2008 achter de rug. Met NEC wonnen we alles en haalden we Europees voetbal. En ik ging ook nog eens trouwen. Maar toen kwam Kayse­rispor en dat werd een misluk­king. Maar ik weet dat ik kan voet­ballen, want ik heb niet voor niets 107 officiële wedstrijden in vier jaar bij NEC achter mijn naam staan. Het moet alleen niet meer te lang duren. Kijk eens naar Jasar Takak. Die heeft na zijn periode bij Vitesse al bijna een jaar niet meer gespeeld.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.