Eindelijk weer nat shirt in de wasmand

Rommedahl laat bij debuut in Goffert een prima indruk achter. 

Oh, wat had hij het ge­mist. Eindelijk weer een wedstrijd spelen. Eindelijk weer bezweet zo’n kleedkamer inkomen. Einde­lijk weer het gras tussen je nop­pen uitpulken. Eindelijk weer een nat shirt in die wasmand gooien. „ Dat was lang geleden”, wist Den­nis Rommedahl gisteravond na de 2- 1 bekerzege van NEC op Sparta.

De van Ajax gehuurde Deense aan­valler gaf een slap handje in de catacomben van het Goffertsta­dion. „ Sorry daarvoor”, zei Rom­medahl. „Maar ik ben moe.” De glimlach was echter gelukzalig. Bij Ajax was zijn rol al heel lang uitgespeeld. Marco van Basten had één plek voor hem gereserveerd: op de tribune. Liever wilde hij niet meer herinnerd worden aan die wekelijkse gang na een thuis­wedstrijd in de Arena. Met de an­dere tribuneklanten naar de kleed­kamer. Handje geven aan de Aja­cieden die wel gespeeld hadden en op naar het spelershome. „Dit is heerlijk. De passie. De druk van zo’n wedstrijd voelen. Het plezier. Dat heb ik echt gemist. Bij PSV. Bij Charlton in Engeland. Ik speel­de altijd. Bij Ajax heb ik geleerd dat niets vanzelfsprekend is. Van Basten koos in mijn plaats altijd voor een ander. Dat is de keuze van de trainer. Dat heb je als spe­ler te resepecteren.”

Die houding is misschien te prij­zen, maar thuis dacht zijn vrouw daar anders over. „Daar kregen we wel eens ruzie om”, erkent Rom­medahl. „ Zij vond dat ik meer van me af moest bijten. Maar zo zit ik niet in elkaar. Ik uit dat niet. Het brandt bij mij van binnen.” Tegen Sparta spoelde hij de ellen­de van de afgelopen maanden van zich af met vlammende rushes, die de Nijmeegse supporters op de goedgevulde tribunes keer op keer in vervoering brachten. De gelijk­maker van NEC (Rose had Sparta al na twee minuten op voorsprong gezet) was een Deens sprookje. De assist was van Rommedahl, de goal van zijn landgenoot Lasse Schöne. „Ik geef ’m maar, dacht ik. Want die bal wilde er maar niet in als ik het zelf probeerde.”

Een paar maanden geleden had hij Schöne voor het eerst gebeld. „Maar dat was om te vragen of ik op het kerstdiner bij Kenneth Pe­rez thuis wilde komen. Alle De­nen in de eredivisie waren daar voor uitgenodigd. Ik kon helaas niet. Was op de verjaardag van mijn vriendin. Als ik toch gegaan was, had ik nu in een scheiding ge­legen”, lachte Schöne.

Toen de interesse van NEC steeds serieuzer werd, had Schöne hem duidelijk gemaakt dat het de per­fecte club zou zijn. „We strijden nog op drie fronten. Voor Dennis is NEC een goede club. En wij kun­nen hem goed gebruiken. Zo’n spe­ler staat voor ervaring. Voor kwali­teit. Wij gaan nog heel veel plezier aan hem beleven.” En Rommedahl? Die was blij ge­weest met de steun die hij in de slotfase vanaf de bank had gekre­gen. „Ik was moe, maar ze bleven me aanmoedigen. Dat hielp.” Goeie gozer, wisten veel mensen in De Goffert. „Logisch”, wist Schöne. „Dat zijn alle Denen.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.