Wisgerhof gelooft in een stunt

Vandaag in de Gelderlander.

Wisgerhof gelooft in een stunt
Vijf jaar geleden was Peter Wisgerhof (28) – als enige van de huidige selectie – er bij toen NEC in de eerste ronde van de UEFA Cup werd uitgeschakeld door Wi­sla Krakow. Morgen tegen Di­namo Boekarest staat er hij er weer. Vol vertrouwen.

Hij kon een glimlach niet onderdrukken toen de sms- jes van Mario Been en Patrick Pothui­zen in zijn mobieltje opflitsten. De coach en routinier van NEC reageerden op de uitspraken van de assistent-trainer van Dinamo Boekarest, die in de Roemeense pers het centrale duo van de Nij­meegse tegenstander in de UEFA Cup ‘traag en zwaar’ had ge­noemd. „ De trainer deed er een ‘smiley’ bij. En Potje kon zijn lol natuurlijk ook niet op”, grijnst PeterWisger­hof. „Hij doelt natuurlijk op Ra­mon Zomer, heb ik ze geant­woord.” En dan serieuzer: „ Ik oog natuurlijk ook niet zo snel. Zeker niet op de eerste meters. Maar als je eerlijk bent gaat dat op voor bijna alle centrale verdedigers in de wereld.”

Twee dagen voor de clash met de Roemenen zit de NEC-aanvoerder er ontspannen bij. De Wageninger knikt als we constateren dat hij de enige van deze selectie is die er vijf jaar geleden tegen Wisla Kra­kow toen NEC door de Polen roemloos werd uitgeschakeld in de eerste ronde ook bij was. „We verloren twee keer. Thuis ook nog eens met drie rode kaarten. Ik vond het een aparte ervaring. Ik weet nog dat Johan Neeskens in Krakow met ons allemaal een wan­deling door de stad maakte. En dat we groepen NEC- supporters tegen het lijf liepen. De beleving bij die mensen. Dat was toch anders dan anders.” Hij merkt dat het geloof onder de supporters groeit. „ Ze rekenen op een stuntje tegen Dinamo. En waarom niet. We zijn een echte ploeg. Dat kun je wel aan deze trai­ner overlaten. Eerlijk gezegd ben ik daar even bang voor geweest. "

Muslu, Jonas, Jeremain, Brett, Bob­son, Vadocz. Zes basisspelers weg. Dat is veel voor een elftal. Bijna niet op te vangen. Maar achterin en op het middenveld hebben we prima vervangers. Voorin hebben Saïdi, Joël en Bouaouzan mis­schien nog geen grote naam in de eredivisie, maar als die door­groeien en Collins John er ook bij komt, staat er gewoon weer een hele goede selectie.” Toch, weet hij, het vertrek van Jo­nas Olsson blijft een aderlating. „Missen is misschien een groot woord, maar ik vind het wel jam­mer dat hij er niet meer is. Jonas was mijn maatje in het centrum. We konden het ontzettend goed met elkaar vinden. Ook buiten het veld. We wisten alles van elkaar. Hij heeft vaak bij ons gegeten. We zijn ook bij hem in Zweden ge­weest. Irma, mijn vrouw, kan heel goed opschieten met zijn zus. Als zijn ouders in Nijmegen waren, hadden we altijd even contact.” Drie jaar verbleef Olsson in Nijme­gen. En elke keer kwam hij er weer achter dat het vooral druk was op de Nederlandse wegen. „Hadden we bij ons thuis in Wage­ningen een etentje, reed hij zon­der nadenken om vijf uur de A50 op. Belde hij dat het later werd. Sorry, maar ik zit weer in een file, klonk het dan. Daar kon hij maar niet aan wennen. Kennen ze niet in Zweden, hè. Files.” Over de toekomst van Olsson maakt Wisgerhof zich geen zor­gen. „Die slaagt in Engeland. Jonas is een winnaar. Engeland is zijn droom, al vond hij het toch nog moeilijk om dat contract te teke­nen, zei hij. Zo had hij het hier naar zijn zin.”

In die roerige trans­ferperiode stond de aanvoerder zelf ook in de belangstelling van andere clubs. „FC Twente wilde me hebben als Wielaert naar Ajax zou vertrekken. En FC Groningen was heel concreet. Daar kon ik voor vier jaar tekenen.” Maar Wisgerhof signeerde een nieuwe verbintenis bij NEC. Tot 2012. Dan is hij 33. „Ten eerste heb ik het hier naar mijn zin. En ik heb gekozen voor zekerheid. Thuis is er net een kleine geboren. We hebben een zoon! Jesse is drie maanden. Echt super! En dan krij­gen we ook nog een nieuw huis. In jaren dertig stijl. Hebben we he­lemaal zelf kunnen inrichten. Vooral Irma heeft daar oog voor. Volgende maand wordt het opgele­verd. Dat speelde dus ook alle­maal. Bij Groningen kon ik iets meer verdienen, maar bij NEC weet ik wat ik heb. Behoudend? Die houding heb ik van thuis mee­gekregen. Mijn ouders hebben een eigen zaak. Van hen heb ik geleerd alleen verantwoorde risico’s te ne­men.”

Zo zal NEC ook donderdag voor de dag komen. „We zullen die Roe­menen niet onderschatten. Al krijg ik de indruk dat zij juist zo­iets hebben van: NEC, dat winnen we wel. Gaat niet gebeuren. Dat lukt ploegen tegenwoordig niet zo gemakkelijk meer. PSV niet. Ajax niet. Feyenoord niet. Dat hebben we wel laten zien.” En de vorm van de tweede helft van die competitie, die keert terug, heeft hij gemerkt. „Tegen FC Twen­te waren we weer in staat om de ruimtes die er op het laatst lagen te belopen. De groep is weer super­fit. In de eerste wedstrijd tegen De Graafschap was dat ook al te zien. Ik hoorde van iemand dat Geert den Ouden tegen het einde ge­vraagd had wat voor pilletjes wij geslikt hadden. Ik bedoel maar. Op conditie worden we niet meer ge­klopt. En we kunnen nog aardig voetballen ook.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.