VI”s: Hoe is het met …

Voetbal International gaat iedere week op zoek naar een min of meer vergeten voetballer. Ze zoeken deze dan op en stellen vragen over zijn carriere en wat hem nu drijft. Vandaag de beurt aan Desmond Gemert.

Desmond Gemert (43) speelde van 1982 tot 1991 voor Ajax en NEC. De voormalige verdediger is vrijgezel en woont in Amsterdam. Zijn zonen Diego (15) en Jordan (14) wonen bij hun moeder.

Jij maakte op 19 maart 1985 je officiële debuut in Ajax 1 tijdens de met 2-0 verloren bekertopper tegen PSV en brak het seizoen daarna door onder Johan Cruijff. Toch duurde jouw carrière niet lang.
‘Ik verhuisde in 1982 van FC Amsterdam, dat dat jaar failliet ging, met trainer Tonny Bruins Slot naar Ajax. In mijn eerste seizoen, als A-junior, debuteerde ik tijdens een oefenduel met AS Roma en op 6 april 1986 stond ik voor het eerst in de basis, tegen FC Utrecht. Ook Erik Regtop en Aron Winter debuteerden die dag, als invallers. Dat ik het toch niet heb gered bij Ajax lag niet zozeer aan mijn kwaliteiten, maar meer aan het feit dat ik er kennelijk niet alles voor overhad. Ik at slecht, ging vaak stappen en nam weinig rust. Bovendien was er in die tijd geen goede begeleiding. Mijn ouders steunden me ook niet erg, net als mijn toenmalige zaakwaarnemer Humphrey Nijman. Alleen mijn zus hielp me waar ze kon. Bij NEC heb ik daarna vier topjaren gehad, al was het een tijd van net niet en net wel; we promoveerden in ’89 via de nacompetitie, bleven het jaar erop net erin en degradeerden in ’91 alsnog. Die nacompetitie redde trouwens mijn leven. Ik moest daardoor afzeggen voor de trip met de jongens van het Kleurrijk Elftal naar Suriname, waar hun vliegtuig neerstortte. Ik kende ze allemaal. Inmiddels durf ik wel te vliegen, maar niet naar Suriname. In de eerste jaren na de ramp werd er elk seizoen een benefiet-wedstrijd georganiseerd, maar daarna heb ik niks meer gehoord. Dat stak mij behoorlijk. Sowieso vind ik het profvoetbalwereldje gemeen, daarom ben ik ook gestopt op mijn 27ste. Veel te vroeg, maar ik was het zat. Bovendien verwachtte mijn toenmalige vriendin ons eerste kind en wilde ik terug naar Amsterdam. Ik ben nog op proef geweest bij Antwerp FC en RC Genk in België, maar uiteindelijk ging ik weer bij de amateurs spelen. Via FC De Sloterplas, dat nu FC Omniworld heet, FC Hilversum, Neerlandia, Stichtse Boys en de veteranen van Ajax-zaterdag speel ik nu in Sloterdijk 3. En één keer in de twee, drie weken in Ajax Klassiek, met onder anderen Simon Tahamata. Ja, dat is goed vol te houden. Was ik vroeger maar zo fit, haha.’

Wat ben je buiten het veld gaan doen?
‘Van alles. Nadat ik was gestopt als prof, heb ik eerst drie jaar achter de bar gestaan in een Amsterdams café. Daarna zat ik zes jaar in het uitvaartwezen; eerst als drager, later als aflegger en uiteindelijk als leider van begrafenissen en crematies. Maar daarmee ben ik gestopt toen mijn vader overleed, dan komt het ineens dichtbij, hè? Ik ben vervolgens zes jaar vuilnisman geweest, maar werk sinds anderhalfjaar weer fulltime in de voetballerij, als begeleider van talenten bij het bureau Goal4U Sports Management. Wij hoeven geen spelers van naam, het gaat ons erom jonge gasten de aandacht te geven die ze nodig hebben. Ik probeer ze te behoeden voor de fouten die ikzelf heb gemaakt. Fantastisch werk.’

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.