“Dit kun je thuis niet nabootsen”

Vandaag in de Gelderlander.

‘Dit kun je thuis niet nabootsen’
Pieter Collen na zeven jaar terug bij NEC om ritme vast te houden.

Uiterlijk is hij geen spat veranderd. Toch is het alweer zeven jaar geleden dat Pieter Col­len bij NEC vertrok. Sinds maan­dag is hij terug. Vooralsnog alleen om in het ritme te blijven. Maar mocht de Nijmeegse clubleiding nog ergens een klein potje hebben voor een goede rechtsback, dan zegt de inmiddels 28-jarige Belg geen nee. „NEC is een mooie club, speelt op een goed niveau en ik heb hier mooie herinneringen lig­gen. Als NEC iets met mij wil, ga ik graag praten.”

Rond de eeuwwisseling was Col­len een kleine sensatie in de toen pas opgeleverde Goffert. Zijn spec­taculaire rushes over de rechter­flank maakten hem zeer populair bij de Nijmeegse achterban. In 2001 haalde Bert van Marwijk hem naar Feyenoord. In Rotter­dam wist hij zijn belofte echter nooit helemaal in te lossen.

„ De eerste paar maanden ging het best goed”, herinnert Collen zich. „Maar ik werd teruggeworpen door twee ernstige blessures. Eerst had ik een ontsteking in een buikspier. Door een verkeerde dia­gnose duurde het wel zeven maan­den voor ik daar vanaf was. Het probleem moest met rust verhol­pen worden, maar in de maal­stroom bij Feyenoord ben ik toch te vroeg begonnen. Daarna brak er een botsplinter af in mijn enkel. Ook dat werd in eerste instantie niet goed onderkend. Kostte me opnieuw een paar maanden. Toen ik aan NAC werd uitgeleend, kon ik mijn wedstrijden weer pakken. Maar het oude niveau heb ik in Breda nooit gehaald.”

Begin dit jaar keerde Pieter Collen, na tien Nederlandse jaren, terug naar zijn vaderland. Hij tekende bij Sint Truiden, maar de samen­werking werd geen succes. Eind au­gustus besloten beide partijen uit­een te gaan. De leiding van STVV hikte na de degradatie aan tegen de salariskosten, en Collen zelf wil­de het liefst terug naar Nederland.

Sinds een week woont hij weer in Rotterdam, de stad waar zijn vrien­din vandaan komt, de stad ook waar hij zich zo thuis is gaan voe­len dat hij er een Rotterdamse tongval aan overgehouden heeft. „Ik kan nog wel Vlaams praten, maar dat doe ik eigenlijk alleen nog bij mijn familie.”

In de Maasstad werden het afgelo­pen weekeinde de banden met NEC weer aangeknoopt. „Ik was uitgenodigd voor het eeuwfeest van Feyenoord en raakte aan de praat met Mario Been die in mijn eerste jaar in De Kuip assis­tent- trainer was. Hij vond het best wanneer ik bij NEC kwam mee­trainen tot ik een nieuwe club ge­vonden heb. Ik ben er erg blij mee. Ik heb bij Sint Truiden de he­le voorbereiding meegemaakt, dus mijn conditie is prima. Die kun je in je eentje ook wel op peil hou­den, maar echt voetballen doe je al­leen bij een club. Dit kun je thuis niet nabootsen.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.