Brett Holman krijgt niet de kriebels van NEC

Vandaag in de Gelderlander

Brett Holman krijgt niet de kriebels van NEC
Hoewel hij zijn oude club nog op de voet volgt, zorgt AZ – NEC niet voor extra spanning bij Brett Holman. De Australiër is vooral benieuwd of hij morgen in de basis staat bij de koploper in de eredivisie.

Zijn appartement in Heemskerk is zo nieuw dat de tomtom de postcode nog niet herkent. Brett Hol­man ( 24) woont er samen met zijn vriendin Femke. Maandag gaan ze naar Ierland voor een kor­te vakantie bij zijn broer die ge­trouwd is met een Ierse. „ Ze heb­ben hun eerste dochtertje gekre­gen. Lara. Ik ben haar peetoom. Ze is al bijna een jaar oud, maar ik heb haar nog nooit gezien. Te druk. Er was atijd wel wat. Ze werd bijvoorbeeld gedoopt in mei. Moest ik weer afzeggen. Speelde NEC de play-offs. Sneu voor Craig, want pa en ma waren er ook niet. Maar nu komt het er dan eindelijk van. Na de wedstrijd te­gen NEC hebben we acht dagen vrij. Heerlijk”, zegt de Australiër die voor het derde achtereenvol­gende jaar noodgedwongen afzag van een zomervakantie.

„Na hetWK kreeg ik van Louis van Gaal twee weken vrij. Hadden we net dit appartement gevonden. Zijn we aan de gang gegaan met de inrichting. Ik wilde hoe dan ook klaar zijn als de voorbereiding op het nieuwe seizoen begon.” Want Holman had een goed ge­voel overgehouden aan zijn eerste gesprek met technisch directeur Marcel Brands. „ AZ had een nieu­we visie ontwikkeld. Er moest een andere mentaliteit in het elftal ko­men. Strijd was een van de belang­rijke punten. Daarom was hun oog op mij gevallen. Hij raakte me meteen.”

De aanbieding uit Alkmaar viel in de categorie ‘niet te weigeren’. „Ik kon een fantastisch contract teke­nen”, erkent Holman, die nog een jaar te gaan had in De Goffert. „NEC wilde mijn contract wel openbreken en verlengen, maar uit hun voorstel sprak niet echt de ambitie om heel ver te gaan. Dat maakte het voor mij ook iets ge­makkelijker.” Na het vertrek van de dynamische middenvelder viel de succesploeg die in de tweede helft van het sei­zoen 2007-2008 onverslaanbaar was geweest, snel uit elkaar. Jere­main Lens, Kevin Bobson, Krisz­tian Vadocz, Muslu Nalbantoglu en Jonas Olsson. Allemaal sloegen ze de poort van De Goffert achter zich dicht. Wat zou er gebeurd zijn als het elftal besloten had om nog een jaar bij elkaar te blijven. Om met elkaar ook Europa te vero­veren. Holman produceert een flauwe glimlach. Dat zijn bespiege­lingen voor een jongensboek. En die leest hij niet meer. „ Ik heb er ook nooit iemand over gehoord.

En dan nog. Ik had die aanbieding van AZ moeilijk kunnen weige­ren.” Ook al omdat veel in Alkmaar weer een stapje hoger is, heeft hij gemerkt. Zoals de medische keu­ring. „We begonnen om twaalf uur ’s middags. Alles werd gecon­troleerd. Anderhalf uur in zo’n buis gelegen voor een mri- scan. Een oogtest gedaan. Ze gebruikten een vloeistof waardoor mijn pupil­len zo groot werden, dat ik echt niks meer zag. Om half elf ’s avonds was ik pas klaar.” En toen zat Louis van Gaal te wachten in het stadion. „We hadden elkaar nog niet gezien. Hij wilde even met me praten. Ik ben wel moe, zei ik. Kon niet, volgens hem. Ik had tenslotte niks gedaan.”

Verrassend genoeg ging het ge­sprek daarna vooral niet over voet­bal. „De trainer wilde dat ik iets over mezelf zou vertellen. Zoiets verwacht je niet. Maar dan gaat het toch vanzelf. Praatte ik over mijn ouders in Australië, mijn broer in Ierland, mijn hond. En hij vertelde over Truus, zijn tweede vrouw. En dat ze in Portugal wil­den trouwen. Het was gewoon een gezellig gesprek met een warm mens.” De andere Louis van Gaal leerde hij kennen in de kleedkamer en op het veld. „Dan is hij fanatiek. Hard als het moet. Omdat hij alles uit deze groep wil halen. Ik heb moeten wennen. Bij NEC speelde ik als nummer tien achter Jhon. In­spelen, loopactie maken, kaatsen en in het strafschopgebied van de tegenstander komen. Bij AZ heb ik een andere rol. Ik moet nog steeds in de zestien komen, maar het kaatsen en inspelen aan ande­re middenvelders overlaten. En je loopt bij AZ niet altijd om de bal ook te krijgen, heb ik gemerkt. Dat is een leerproces. Daar heb ik aan moeten wennen.”

Ook zijn reserverol voelde onwen­nig aan. „Ik had een ongelukkige start met die twee gele kaarten te­gen ADO Den Haag. Daarna was ik geschorst en begon Mounir ( El Hamdaoui, red.) te scoren. Vijftien in zestien duels! En het elftal draait. Er staat echt een team. Ie­dereen heeft de wil om elkaar te corrigeren. Als je iets fout doet, wordt dat gezegd. Niet om die an­der te kwetsen, maar juist om hem te helpen.” En zo moet Holman zijn kansen pakken tijdens invalbeurten. „Maar ik heb ook in de basis ge­staan, hoor. Toen Mounir gebles­seerd was, Demy de Zeeuw een schorsing uitzat en Mendes da Sil­va een keer ziek was. Dat is de rea­liteit. Lastig soms, maar de voetbal­lerij is een vreemde wereld. Het kan zomaar weer anders zijn.” Misschien morgen al tegen NEC.

De naderende confrontatie met zijn oude ploegmakkers bezorgt hem nog niet de kriebels. „Mis­schien dat het anders was geweest als we die wedstrijd in De Goffert hadden moeten spelen. Maar nu voel ik geen extra spanning. Al volg ik ze nog wel op de voet. De wedstrijd tegen Udinese keek ik op Eredivisie live en via internet hield ik Tottenham – Spartak in de gaten. Fantastisch zoals ze het doen. Soms zat het ook een beetje mee, maar dat geluk dwing je af.”

Een paar NEC’ers spelen nog een rol in zijn leven. „Ik heb nog steeds contact met Tim Janssen. Met Mark van den Boogaard ben ik laatst nog gaan eten in Amster­dam en met Jhon van Beukering sms ik nog wel eens.” En dan is daar natuurlijk de trai­ner. „Mario Been heeft mijn car­rière gered toen ik bij Excelsior op een dood spoor zat. Dat blijft een belangrijke man in mijn leven. Let op. Been wordt nog een keer bondscoach van Nederland.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.