Negen-Een-Combinatie

Trots zijn we er niet op maar het is wel leuk om te lezen hoe oud-speler Herbert Bönnen terug kijkt op de beruchte 9-1 verliespartij tegen Ajax. Gelukkig is de 9-1 verliespartij niet de grootste verliespartij aller- tijden. Deze staat nog steeds op naam van onze Vijand. Toen won Ajax met 12-1 in de Meer.

Hoe Ajax van NEC een ‘ 9- 1- combinatie’ maakte

Nog steeds staat de 9-1 tegen Ajax te boek als de grootste nederlaag ooit van NEC in het betaalde voetbal. Deze week is het precies veertig jaar geleden dat de ploeg van Jan Remmers een aframmeling kreeg in De Meer.

Op de Nijmeegse markt wordt daags na het smadelijke verlies handig ingehaakt op de actualiteit. „Wat ze in Amsterdam kunnen, doen we hier ook: negen sinasappels voor één gulden”, schreeuwt de koopman. In de krantenkiosk kopte De Telegraaf: Ajax verslaat ‘ Negen- Een- Combinatie’.

„Wij waren dan ook niet zingend in de bus naar huis gereden”, zegt Herbert Bönnen (65) veertig jaar na dato droogjes. NEC – dat in 1967 debuteert in de eredivisie had de Duitse middenvelder weggeplukt bij eerstedivisionist Alkmaar. Bönnen: „ Ik speelde samen met Bennie Werts op het middenveld. Vanaf het begin klikte het goed tussen ons. Ik heb ook nooit het gevoel gehad dat ik een nieuwkomer was bij NEC.” Wat hem vooral bevalt: de trainers in De Goffert doen nooit concessies aan de ingebakken speelwijze. „ Die was altijd aanvallend. Jan Remmers, Wim Blokland, Wiel Coerver. Wie er ook voor de groep stond. Bij NEC gingen we uit van onze eigen kracht.” Die spelopvatting komt het Nijmeegse gezelschap op zondagmiddag 5 november 1967 duur te staan. „Remmers liet ons frank en vrij aanvallen”, weet Chris Geutjes ( 66). De flankspeler heeft de blik op last van zijn trainer louter naar voren gericht. „ Meeverdedigen? Dat hoefden we niet. Remmers vond dat we zó dwingend moesten spelen dat verdedigers het niet in hun hoofd haalden om mee op te komen.”

In de rust houdt Remmers de moed erin. Ondanks de 5-1 achterstand. „Hij vond dat we vooral moesten doorgaan”, zegt Bennie Werts ( 66). De middenvelder wordt echter ook in de volgende 45 minuten compleet onder de voet gelopen. „Cruijff, Swart, Keizer. Ze waren weergaloos. Maar na afloop was Remmers niet eens ontevreden. Ik meen me zelfs te herinneren dat we twee vrije dagen kregen.” Als scheidsrechter Elsinga een eind aan de ongelijke strijd gemaakt heeft, verkeert de doorgaans perfecte grasmat van De Meer in een deplorabele staat. „ Maar toen we aftrapten, stonden we al tot onze enkels in de modder”, kan Werts zich nog goed herinneren. „Het was enorm slecht weer. Bijna alle wedstrijden waren afgelast. We hadden er nauwelijks rekening mee gehouden dat het door zou gaan.”

Toen het sein toch op groen ging, trokken 6.000 (!) Nijmeegse supporters de Waal over om hun favorieten voor het eerst tegen Ajax te zien voetballen. „ Zo gek was dat niet, hoor”, beweert Herbert Bönnen. „Thuiswedstrijden speelden we voor 24.000 toeschouwers. Gemiddeld, hè.” En dan was daar nog die foto. Helaas onvindbaar na al die tijd, maar het beeld staat de Duitser nog helder voor de geest. „Loop ik met Cruijff het veld. Je ziet ons op de rug. Cruijff links met nummer 9, ik rechts ernaast met nummer 1. De uitslag verteld door twee rugnummers. Was wel apart, ja. En toevallig omdat het bij NEC regel was om de nummers op alfabetische volgorde te verdelen. Anders had ik nooit nummer 1 gedragen, natuurlijk.”

Als beide ploegen afscheid nemen van het publiek, merkt Ad Mellaard ( 64) dat de Amsterdamse supporters ruimhartig applaudisseren voor NEC. Ook de Ajacieden zelf zijn vol lof over de ploeg waar ze even eerder overheen gewalst zijn. „ Ze vonden dat we een aanwinst voor de eredivisie waren. Een geweldige ploeg waren we. Het volgende seizoen speelden we weer in De Meer. We waren vastbesloten om het nooit meer zo ver te laten komen. We verloren wel, maar het werd slechts 2-1. Prompt waren we de grootste boeren. Typisch Amsterdams, joh.” Als verdediger had Mellaard nooit problemen met de aanvallende speelstijl van NEC. „ Omdat we het achterin aardig konden opvangen. Daar stonden jongens. Daar kwam je niet zomaar voorbij. Ger Donners, Paul Merkx, Henk Koning, later Cees Kornelis. Eigenlijk was ik de enige verdediger met drang naar voren.”

Echt vaak denkt Mellaard niet meer terug aan die historische wedstrijd tegen Ajax. „Ik ben vrij nuchter in die dingen. Ook toen heb ik er niet al te lang bij stil gestaan. Maar je moest echt wat in je mars hebben om in die modderpoel overeind te blijven. Nog steeds vind ik dat die dag het veld onze grootste tegenstander was.” Zijn opponent van vlees en bloed heette Sjaak Swart. „9-1? En ik maar één keer gescoord? Volgens mij was het 8-1 en maakte ik er vier,” beweert de 69-jarige oud-international. „Nou ja, ik speelde in elk geval wel tegen Ad Mellaard. Altijd mijn bewaker als we tegen NEC moesten. Destijds een van de betere backs van Nederland. Hij speelde ook bij het militaire elftal. Had een enorm loopvermogen en kwam daardoor heel vaak mee op. Ik verdedigde nooit mee. Als hij bij me wegliep, riep ik alleen maar. ‘Doe dat nou niet Ad. Straks maak ik er weer eentje aan deze kant.’ Maar weet je het zeker van die 9-1? Ik dacht echt 8-1. En vier keer gescoord.” In de annalen van NEC is echt nergens een 8-1 nederlaag terug te vinden. Wel dat Swart op 5 november 1967 de laatste treffer voor zijn rekening nam. En dus verantwoordelijk blijft voor de grootste nederlaag ooit van NEC. En voor die vreselijke bijnaam die ze in Nijmegen lang moesten horen: Negen- Een- Combinatie’

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.