Hoekman gaat weer naar het Midden-Oosten

We meldden al eerder dat oud-speler Danny Hoekman weer op zoek gaat naar de euro’s in het Midden-Oosten. Vandaag staat er een leuk stuk in de Gelderlander waarin Danny Hoekman vertelt waarom het juist wel en juist niet leuk is in de zon van het Midden-Oosten.

Hoekman weer naar Midden- Oosten

Al Ahli alweer de zesde club in het buitenland voor oud-NEC’er.

Tik, tik, tik. Met zijn golfclub houdt Danny Hoekman (43) een balletje hoog. Dan maakt het witte ding een vrije val, maar nog voordat het op de perfect geschoren green van golfbaan De Berendonck landt, haalt de oud-NEC-er zijn been er nog even speels onderdoor en jongleert verder. „ Golf is mijn tweede passie”, grijnst de oud-profvoetballer, die komend weekeind naar Saudi-Arabië vertrekt om bij de club Al Ahli aan de slag te gaan als hoofd jeugdopleidingen.

Na zijn afscheid als profvoetballer (33 was hij in 1997) zat Hoekman in de bedrijfsmakelaardij, een branche die hij na een paar jaar verliet om trainer te worden. En dat is een andere wereld is dan die van de voetballer, ontdekte hij al snel. „Een voetballer heeft het voor 95 procent zelf in de hand. In het trainersvak overkomt het je. Daar gaat het niet om wie je bent, maar wie je kent.” Zijn eigen praktijk geeft hem gelijk. „Ik had nog niet eens examen gedaan voor Oefenmeester 1 toen Jan Versleyen belde. Die kende ik uit mijn tijd bij Roda JC. Hij werkte bij Al Jazira in de Verenigde Arabische Emiraten. Of ik zin had om zijn assistent te worden.”

Hoekman hapte toe en vertrok voor een avontuur dat vier jaar zou duren. Na Al Jazira (waar Philip Cocu nu trouwens speelt), werd Hoekman bij Al Wahda de assistent van oud-NEC’er Tiny Ruys en schopte hij het in Qatar tot hoofdcoach bij Al Nasr. Overal waar hij werkte, was er de overdaad aan luxe. Waar hij niet aan kon wennen was de behandeling van de gastarbeiders uit Pakistan en India. „Die dragen je echt alles aan. Moeten ze ook. Bij Al Nasr verschoof ik zelf een keer het trainingsdoel twee meter. Kwamen er van de overkant van het veld drie van die mannen aanrennen. ‘No coach, no coach’, riepen ze ‘ We do, we do’. Als de dood waren ze om op hun donder te krijgen. Dat was hun werk.”

Hij werkte met sjeiks en leerde hun eigenaardigheden kennen. „In Qatar werd ik om half twee ‘s nachts gebeld. De sjeik wilde een potje voetballen. Even later stond de chauffeur bij mijn appartement. Reden we naar het stadion. Lichtmasten aan en daar gingen we. En die keer met Jan Versleyen. Waren we uitgenodigd bij de sjeik. Enorme zaal. Enorme tafel, rijkelijk gedekt. Op elke hoek een Pakistaan. En die sjeik maar met zijn vingers knippen. Ik werd er gewoon kriebelig van. Naast hem zat een donkere jongen. Hebben we nog leuk mee gepraat over voetbal. De volgende dag staat ‘ ie plotseling bij ons in de kleedkamer. Bleek het George Weah te zijn. Weggeplukt bij Olympique Marseille. Tegen ons was niets verteld. En we hadden hem die avond ervoor niet herkend.” Vier jaar lang trainde en leefde hij ‘s avonds. „Wat doe je overdag als het 45 graden is. Niks. Je gaat van de ene naar de andere ruimte met airco. Ligt wat aan het zwembad. Niet echt de bezigheden die me boeien. Toen is mijn interesse voor golf geboren. Stond ik om half zes ‘s morgens op de baan. Want een paar uur later was het niet meer uit te houden in die zon.”

Het tegenovergestelde maakte hij vervolgens mee als trainer van het Finse FC Hämeenlinna. „ Liep je bij wijze van spreken overdag nog met een zaklamp. Als mensen mij vragen wat het verschil was tussen Qatar en Finland, zeg ik altijd: 75 graden. Want ik ging daar bij min 30 over straat.” Dit voorjaar keerde hij, met zijn vrouw en zoontje Dennis van vijf jaar – geboren in de Verenigde Arabische Emiraten – terug naar Nederland. Maar nog voordat 2007 voorbij is, vertrekt hij dus weer. Nu naar Al Ahli waar André van der Ley hoofdtrainer is. „ Ik ga eerst alleen naar Saudi-Arabië. Kijken hoe het daar is. Dat land staat toch veel verder van het westen af dan de Emiraten en Qatar waar we eerder gewoond hebben.” In Nederland zou hij graag bij een amateurclub of profclub in deze regio een keer aan de slag gaan. „Omdat ik tot nu toe alleen maar in het buitenland getraind heb, zie ik dat juist als een uitdaging. En het lijkt me leuk om golflessen te gaan ge¬ven”, zegt Hoekman. En buiten voor de fotograaf wipt hij het balletje op en legt het doodstil in zijn nek.

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.