In Kralingen zijn ze Mario Been nog niet vergeten

Voor een aantal NEC’ers betekende de wedstrijd tegen Excelsior een weerzien met oude bekenden. Brett Holman, Mark Otten, Youssef El-Akchaoui en Saïd Boutahar speelden ooit op Woudestein. Maar vooral Mario Been bewaart mooie herinneringen aan zijn Kralingse jaren.

Bij Excelsior zijn ze hem nog niet vergeten. In de kleedkamer van NEC, prominent in het zicht, hangt een foto van het kampioenselftal van Excelsior. In het midden zit Mario Been met de schaal op schoot. Een geintje van zijn oude ploeg, een herinnering aan het afgelopen seizoen toen de huidige NEC-coach het voorlopig grootste succes in zijn nog prille loopbaan boekte. Been kan het plagerijtje wel waarderen. "Zoiets kon je hier wel verwachten", grinnikt hij.

Hoewel hij Feyenoorder in hart en nieren is, koestert Been warme gevoelens voor Excelsior, de bescheiden buurman uit Kralingen. De bijna 43-jarige Rotterdammer sloot op Woudestein zijn actieve carrière af, zette er zijn eerste schreden in het trainersvak en beleefde er ook zijn vuurdoop als hoofdcoach. "Je kunt dus wel zeggen dat deze club mijn tweede liefde is."
Been: "Ik ben op mijn 32ste afgekeurd vanwege knieproblemen, maar eigenlijk voelde ik al op mijn dertigste dat het einde naderde. Om die reden ben ik begonnen met het behalen van mijn trainerspapieren. Het was een cursus voor oud- profs, Leen Looyen was een van mijn docenten. Op woensdagmiddag trainde ik de F-jes van Excelsior, Luigi Bruins speelde daar toen in. Nadat ik met voetballen gestopt was, ben ik aan de slag gegaan bij de C1, het elftal van Saïd Boutahar. Halverwege het seizoen ben ik overgestapt naar de A1."
Eind jaren negentig kreeg Been het pas echt druk. Terwijl hij bezig was met de hoogste diploma’s werkte hij met vier elftallen. Hij assisteerde Adrie Koster bij de hoofdmacht, was zelf verantwoordelijk voor het tweede elftal, had daarnaast de A1 onder zijn hoede en coachte ook nog eens de amateurs van Excelsior. "Thuis zagen ze me in die tijd niet zo veel", grijnst Been. "Ik had een caravan op de parkeerplaats voor het stadion staan."

Kort na de eeuwwisseling kreeg Mario Been de eervolle uitnodiging om naar De Kuip terug te keren. "Excelsior fungeerde op dat moment nog als satellietclub van Feyenoord. Adrie Koster en ik overlegden regelmatig met Leo Beenhakker over de spelers die zij bij ons gestald hadden. Op een dag vroeg Leo of ik ervoor voelde zijn assistent bij Feyenoord te worden. Omdat Geert Meijer nog niet op de hoogte was, moest ik het even voor me houden. Dat duurde uiteindelijk drie maanden. Ik moest op mijn tong bijten. Ik heb het alleen thuis tegen mijn vrouw en mijn zoontje van zes gezegd. Voor hem viel het als fanatieke Feyenoord-supporter ook niet mee om zijn mond te houden, maar het is hem toch gelukt."
Als rechterhand van Beenhakker en later van Bert van Marwijk beleefde Been vier mooie jaren, met als hoogtepunt de verovering van de UEFA Cup. Toen Ruud Gullit in 2004 het roer in handen kreeg, dacht Been dat hij ook zijn oude vriend zou gaan assisteren. Been: "Gullit was getuige bij mijn huwelijk, dus zei iedereen: ‘Jij zit gebeiteld’. Maar Ruud wilde eerst eens buiten de club rondkijken. Toen heb ik besloten mij helemaal op Jong Feyenoord te gaan richten. Ik had geen zin om tweede keus te zijn."

Het jaar erop begon Been aan zijn eerste karwei als hoofdtrainer. Hij kreeg bij het kleine clubje in Kralingen te maken met een zeer jonge selectie, aangevuld met een paar routiniers als Dijkhuizen, Hertog en De Haan. Met die jonge ploeg bleek de jonge oefenmeester zeer succesvol. Nadat hij zijn team naar de eredivisie had geloodst. kon hij niet meer kapot. Toch was het afscheid niet geheel rimpelloos. Voorzitter Simon Kelder van Excelsior was des duivels toen NEC Been polste voor een baan in De Goffert. Been:

"Simon was boos omdat NEC niet eerst bij hem had aangeklopt, maar dat was niet nodig omdat ik bij Feyenoord onder contract stond. Ach ja, ik denk dat hij vooral teleurgesteld was was omdat hij me niet kwijt wilde. Intussen zijn de plooien weer helemaal gladgestreken. Ik kom hier regelmatig, heb haast alle thuiswedstrijden van Excelsior gezien. Bovendien speelt mijn zoon hier in de B1"

"NEC is voor mij een logische stap in mijn carrière. Feyenoord had de kraan al dichtgedraaid en zou zich helemaal terugtrekken. Bij NEC dacht ik veel meer financiële armslag te krijgen. Dat is uiteindelijk tegengevallen, maar dat betekent niet dat ik spijt heb van mijn keuze. In zekere zin is het wel prettig om niet te werken in de stad waar je ook woont. Ik vind het heerlijk om in de auto op weg naar huis over dingen na te denken."

Daar krijgt Been deze zaterdagavond alle gelegenheid toe. Hoewel hij maar een paar kilometer van huis is, stapt hij een uur na de wedstrijd in de spelersbus naar Nijmegen, om vervolgens met de auto dezelfde route nog eens in omgekeerde richting af te leggen. "Tsja", lacht Been. "Die regel heb ik nu eenmaal ingevoerd. Samen uit, samen thuis. Het zal wel weer een latertje worden."

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.