Het is ‘alles of niets’ met Saïd Boutahar

Het duurde dit seizoen lang voordat Saïd Boutahar een basisplaats kreeg bij NEC. Pas de laatste wedstrijd onder Cees Lok mocht de middenvelder starten. De Groot en Brookhuis hebben de erfenis in dank aanvaard.

Het was gistermiddag diep in de tweede helft van de wedstrijd RKC-NEC (1-3). De ploeg uit Nijmegen speelde met een man meer en joeg op de winnende treffer. Langs de lijn liepen Rutger Worm, Jasar Takak en Tininho zich warm, hopend op een kans zich te mogen bewijzen.


Er zullen er voldoende geweest zijn die op dat moment hoopten dat het bordje met nummer 10 omhoog zou worden gehouden. Saïd Boutahar was 75 minuten lang onzichtbaar. Hij verloor zijn duels – als hij ze al aanging – en zijn steekballetjes waren bijna geniaal, met de nadruk op ‘bijna’.


Vlak voordat de wissel plaatsvond, zorgde Boutahar voor de ommekeer. Met een briljante actie promoveerde hij zichzelf tot ‘held van de wedstrijd’. „Ik kreeg een steekballetje van Barreto. Vanuit m’n ooghoek zag ik een tegenstander in mijn rug en ik probeerde hem op het verkeerde been te zetten. Ik legde de bal achter het standbeen langs en schoot toen door de benen van die verdediger in de uiterste hoek.“


Het betekende de beslissende treffer in één van de moeilijkste wedstrijden voor NEC van de voorbije weken.


Een collega omschreef het onlangs zo: het is met Boutahar als met Campari : je houdt ervan of je vindt het vreselijk.


Het technisch duo van NEC blijkt niet bepaald vies van een Camparietje. De Groot en Brookhuis roemen zijn aanvallende kwaliteiten. Hij is in staat een beslissende actie te maken, zoals gisteren, of een medespeler vrij voor de keeper te zetten.


Maar Boutahar weet ook hoe zijn criticasters over hem denken. Als hij het met een hakje kan doen, zal hij het niet laten. Als hij een duel uit de weg kan gaan, waarom het dan aangaan? In de bloed, zweet en tranen-filosofie’ die NEC tegenwoordig aanhangt, is Boutahar een buitenbeentje.


„Dat zit nou eenmaal in mijn spel opgesloten. Ik ben een speler die het team beter laat voetballen. En dan kan het wel eens voorkomen dat het even niet loopt. Dat is het risico. En dan gaat het erom dat de andere spelers het opvangen als ik balverlies lijd. Het is vaak een dunne lijn. Als zo’n bal wel goed valt, heb je meteen een scoringskans. Van dat soort spelers moet je er één of twee hebben in een elftal. En je ziet dat het vandaag toch wordt beloond“, glimlacht Boutahar.


De 23-jarige middenvelder weet als geen ander dat de concurrentie op dit moment genadeloos is bij NEC. En waar Boutahar dit seizoen een tijd lang uit de gratie was, geniet hij momenteel het volle vertrouwen van de technische staf. „Misschien staan we juist daardoor wel zo hoog. Je komt immers niet met elf spelers bij de eerste negen. We moeten er echt om vechten om in de basis te staan en dat houdt je scherp. Ik heb m’n kans gegrepen onder Lok in de uitwedstrijd tegen Roda JC. En al eerder was ik goed ingevallen.“

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.