Het aureool van vrijblijvendheid dat van oudsher rond NEC hangt, zal komend seizoen voorgoed verdwijnen. De verwachtingen zijn op De Goffert hoger dan ooit. Voorzitter Hans van Delft loopt er niet voor weg. “We hebben een boel geleerd van dit verloren seizoen.”
Hans van Delft zei het zondag nog maar eens op een supportersfeest: “Komend seizoen gaan we voor niets anders dan Europees voetbal.” Gejuich was zijn deel. Een kleine twee jaar geleden sprak Van Delft soortgelijke woorden.
Hij zei het destijds met een kwinkslag, wilde medeverantwoordelijken kietelen, maar kreeg intern ook direct kritiek dat hij de druk op de technische leiding onnodig opvoerde. Anno 2004 is van Delft bloedserieus. Het tijdperk van kietelen is voorbij. “Met zo’n spelersgroep als de onze, mag je toch best verwachtingen hebben? Streef je nu geen Europees voetbal na, dan verval je tot een clubje dat nergens om voetbalt. Dat willen we toch ook niet meer?”
Vanaf de hoofdtribune zag de voorzitter hoe zijn club dit voorbije seizoen sportief van de ene in de andere teleurstelling rolde. “Het was een verloren seizoen. Zo eerlijk moet je zijn. Achteraf gezien kwam Europees voetbal een jaar of twee te vroeg. Het was natuurlijk mooi om mee te maken en smaakte naar meer, maar we waren er eigenlijk nog niet helemaal klaar voor. Je ziet vaker dat na een jaar waarin veel lukt een terugval volgt.”
Maar NEC viel wel erg diep, zo beseft ook de voorzitter. “We hebben in de winterstop nog geprobeerd om alles op het bekertoernooi te gooien. We hebben daarom ook de transfers van Niedzielan en Barreto ‘naar voren geschoven’. Er was natuurlijk ook pech. Barreto was in het bekerduel tegen Sparta nog niet speelgerechtigd en later raakten beiden een tijd geblesseerd.”
Gebrek aan winnaarsmentaliteit. Het was het voorbije seizoen veelgehoorde kritiek uit de mond van coach Johan Neeskens. Ook Van Delft zat zich, bijvoorbeeld afgelopen zondag tegen Volendam, te ergeren. “Ik ben het na afloop van wedstrijden niet altijd 100 procent met Neeskens eens, maar zondag had hij voor 800 procent gelijk toen hij klaagde. Ik accepteer het ook nooit meer als spelers zouden zeggen: ‘Ik wil liever niet naar die sponsorbijeenkomst’. Donder op. Je achturige werkdag houdt niet op bij twee keer trainen.”
‘Het verloren seizoen’ was voor Van Delft bovenal leerzaam. “Er zitten zeker ook positieve kanten aan de desillusie. Als zakenman heb ik meer geleerd van fouten dan van successen. Dat is nu niet anders. We hebben bij NEC heel snel veel bijgeleerd. We hebben bijvoorbeeld gezien wat Europees voetbal ons kan opleveren.”
Van Delft zegt dat NEC er financieel – ondanks de vroege Europese uitschakeling – allerminst slechter van is geworden. “We hebben er een goed positief saldo aan overgehouden. Wat dat betreft heeft de directie een topprestatie geleverd. Dan vraag je je af: Wat zou het ons opleveren mochten we een aantal rondes overleven?” Een tweede voordeel van dit seizoen was de ‘Poolse connectie’ die NEC legde. Andrzej Niedzielan, talentrijk Pools international, kwam naar De Goffert. En ook bij de huidige zoektocht naar versterking boort de Nijmeegse club zijn contacten in het nieuwe EU-land aan.
Poolse NEC- merchandising wordt inmiddels gezien als een serieuze optie. “Je ziet bij clubs als PSV wat voor ‘leuke dingen’ kunnen voortvloeien uit het halen van bepaalde buitenlanders.”
Met uitspraken over Europees voetbal en forse investeringen in Niedzielan, Barreto, Boutahar en binnenkort nog twee nieuwkomers, voert NEC de druk op zichzelf in sneltreinvaart op. Succes zal als vanzelfsprekend worden beschouwd.
Bij tegenvallers zal het gemor losbarsten. Van Delft beseft dat maar al te goed. Toch slaapt de voorzitter er geen moment slechter van. “Natuurlijk niet. Ik ga er echt vanuit dat we een mooi seizoen tegemoet gaan. Ik geloof niet in een negatief scenario. Al heb ik ook een soort gevoel als bij een doorstart van een bedrijf. Het zal er nu wèl uit moeten komen. Ik hoop dat we straks ongeveer twaalf thuis – en vijf uitduels winnen. Tel daarbij een aantal gelijke spelen op en je hebt een puntenaantal waarmee je meedoet om Europees voetbal. Mocht het onverhoopt tegenzitten, dan zal Neeskens in zijn rol van trainer waarschijnlijk de eerste klappen moeten opvangen. Dat beseft hij ook. De druk op technisch directeur Leen Looyen is ook groot. We kunnen het ons eigenlijk niet permitteren verkeerde spelerskeuzes te maken. We moeten uitermate verantwoord omgaan met geld van onze investeerders. De opdracht die Looyen heeft meegekregen is om ook veel aandacht te besteden aan vragen als: Is deze voetballer een leider? Hoe is zijn mentaliteit?”
Dat private investeerders ineens bereid zijn hun nek verder dan ooit uit te steken, was dit seizoen NEC’s voornaamste meevaller. De club die in 2002 nog zijn stadion verkocht om financieel wat meer lucht te krijgen, bleek in staat tot het binnenhalen van internationaal toptalent.
Van Delft vindt het geen enkel probleem dat NEC nu vooral buiten de begroting om Europa probeert te bereiken. Is hij niet bang dat geleidelijk een poenerig imago aan de Nijmeegse club komt te hangen?
“Poenerig? Natuurlijk niet. Dat is eigenlijk een belediging voor het werk dat hier wordt verzet. Neem onze grote investeerder, (Marcel Boekhoorn, red). Je kunt je geen gewonere Nimweegse jongen voorstellen. Er is een grote homogeniteit bij onze groep investeerders. Het is echt geen vrijblijvend suikeroompjes-gedoe. Toch doen ze dit in de allereerste plaats wel als supporter. We moeten heel blij zijn met hun aanwezigheid. Onze verantwoordelijkheid tegenover hen is groot. We hebben momenteel een aantal spelers op het oog. Als we over een voetballer nog niet helemaal zeker zijn, zeg ik tegen de technische staf: ‘Ga nog maar eens kijken’, en als het moet nog maar eens. Daarom laten we ons ook niet onder tijdsdruk zetten. Als we voor het nieuwe seizoen de juiste spelers nog niet gevonden hebben, komen ze later. Er is afgelopen seizoen nog geen investeerder chagrijnig geworden. En dat moeten we zo houden. Ze geloven nog steeds dat de juiste spelers worden aangetrokken. Al weten ze natuurlijk ook welke risico’s ze eventueel kunnen lopen.”
Financiële risico’s loopt NEC volgens Van Delft niet. “Het is de bedoeling dat het om een tijdelijke situatie gaat. De machine die nu met behulp van investeerders in gang wordt gezet, moet op termijn door onszelf draaiende worden gehouden. Dat is ons doel. Als dat niet lukt, is dat heel jammer. Maar de situatie is , ook financieel, te overzien. Er kan best nog nog eens een periode aanbreken waarin we zeggen: ‘We gaan terug naar de situatie van middenmotor’. Qua begroting blijven we dan nog altijd de nummer negen van Nederland”, aldus Van Delft die overigens niet hoopt dat NEC’s rivaal, Vitesse , dit seizoen degradeert. Met een lach: “Naar die derby’s wordt drie, vier weken toegewerkt. Wat moeten we anders in die periode doen? Vakantie vieren?”
Toch zou commercieel een degradatie van Vitesse gunstig kunnen zijn omdat sponsors mogelijk uitwijken van Gelredome naar De Goffert. “We hebben er echt geen plannen op geschreven, maar mocht Vitesse onverhoopt toch degraderen, dan is NEC volgens mij flexibel genoeg om te schakelen.”
Bron: De Gelderlander