Björn van der Doelen: ‘Alles uit het hart grijpt me aan’


Willem van Hanegem vergelijk hem ooit eens met een jonge hond die overal achteraan rent. Björn van der Doelen (27) schaamt zich er niet voor, want hij doet het met passie. ‘En dan kun je wel op je bek gaan, maar nooit lelijk.’ De middenvelder van NEC mist spelers met een eigen identiteit, legt uit waarom hij niks mag zeggen over trainer René Vandereycken en weet wat de overeenkomst is tussen hem en de moordenaar van John Lennon.


‘Ik weet niet hoe het komt dat ik vaak populair ben bij supporters, misschien is het wel de sympathie voor de antiheld. Hoewel ik ook weleens bekritiseerd word vanwege mijn onstuimigheid – Willem van Hanegem noemde me zelfs een keer een jonge hond die achter elke bal aanrent – spreekt mijn speelstijl de mensen blijkbaar aan. Niet te veel nadenken, maar gewoon rennen en vliegen. Het voetbal is saai geworden om naar te kijken, omdat alles zo doordacht is. Ik vind er geen reet aan om wedstrijden op televisie te zien. Je moet af en toe risico nemen, gokken waar een bal valt. Dan kun je of de bal veroveren of heel simpel worden uitgespeeld. Ach, misschien kunnen de mensen zich met mij identificeren.


Mijn leraar Nederlands heeft weleens gezegd dat hij altijd vrolijk van me werd. Ik was wel constant met iets bezig, maar blijkbaar op een leuke manier, Ik ren en vlieg omdat ik het leuk vind, het hoort bij me. Ik raak mijn energie er ook door kwijt. Vroeger was ik al zo’n druk mannetje. Als ik van een verjaardag thuiskwam, had ik een rood aangelopen hoofd van de drukte. Bij FC Twente probeerde ik het in mijn beginperiode te doseren, maar toen moest ik gaan nadenken over situaties en ging het een stuk minder. Frappant is dat het publiek ineens enthousiast werd op het moment dat ik meer op mijn oude manier ging spelen. Ik moet daarom ook niet te veel van mijn eigen identiteit verliezen. Ik doe misschien niet alles goed, maar ik doe het wél met mijn hart. En als je passie hebt kun je altijd op je bek gaan, maar dan ga je nooit lelijk op je bek.



Gevoel en emotie zijn belangrijk voor me. Als ik een boek lees, moet het ook gaan over relaties, over de liefde, over pijn. De psychologie van de personages vind ik intrigerend. The catcher in the rye van J.D. Salinger bijvoorbeeld, dat gaat over een ventje in de maatschappij dat zich benadeeld voelt. De moordenaar van John Lennon had het bij zich, net als de man die een aanslag op Ronald Reagan pleegde. Er gebeuren geen spannende dingen, maar het verhaal is ontroerend. Ik heb het in één stuk uitgelezen. Ik weet nog goed dat we die dag een UEFA Cup-wedstrijd speelden, ik geloof in Duitsland. Toen zat ik in de kleedkamer nóg te lezen. Turks Fruit van Jan Wolkers is ook fantastisch. Er zit alles in: de liefde, het wanhopige… Als ik liedjes voor mijn band schrijf (Van der Doelen speelt in zijn vrije tijd gitaar, red.) moet het óók over relaties gaan, over mensen die elkaar kwijtraken. Het moet pijn doen. Uiteindelijk komt het daar altijd weer op uit. Hartstocht is mooi, het grijpt me aan. Alles wat uit het hart komt vind ik ontroerend. Daar kan ik ook heel emotioneel van worden. huilen bij een boek doe ik niet, maar bij films en mooie liedjes wél. Zeker op het moment dat de teksten of scenes overeenkomen met de problemen die je in je privé-leven hebt. In mijn laatste seizoen bij PSV werd een goede vriendin van me door een hartaanval getroffen. Ze heeft het overleefd, maar is nooit meer de oude geworden. Ik vond het zo aangrijpend dat ik er nog steeds mee bezig ben. Ik heb er drie liedjes voor haar en haar vriend over geschreven. Toen we het eerste ergens in een kroegje speelde, zag ik een meisje, dat de achtergronden kende, achter in de zaal huilen. Een groter compliment kon ik niet krijgen.

Een ander moeilijk moment in mijn leven was de tijd op het internaat van PSV. Ik kan me wel voorstellen dat er nu een discussie in Nederland is onstaan dat jongere spelers in hun eigen omgeving moeten worden opgeleid. Ik was veertien toen ik naar Eindhoven vertrok. Ik had een heel goede band met mijn familie, hing elke dag aan de telefoon met mijn moeder. Zij had het nog moeilijker met mijn vertrek naar PSV. Ze is een heel zorgzaam type; als ik uit school kwam, stond er altijd een kopje thee klaar. Ik ben vroeger ontzettend verwend. en dan kom je opeens in een andere situatie, in een groep waar je je plek moet vinden in de hiërarchie.



En dan zijn er altijd een paar jongens met wie je niet goed overweg kunt. Als je over je heen laat lopen, merk je het meteen, dat kan gewoon niet. Dus moet je vechten voor je plaats. Het heeft me wel gevormd, ik ben er harder door geworden – een eigenschap die onontbeerlijk is, wil je het redden. Vóór de training deden we altijd een rondootje in de tuin. Als er die dag iets was gebeurd, loste ik het dáár op door iemand de struiken in te schoffelen. Je moet er sterk voor zijn, en als je het niet bent word je wel sterk gemaakt. Op een bepaalde manier was het voor iedereen een opleiding om volwassen te worden, om hard genoeg te zijn voor het profvoetbal. Na het behalen van mijn vwo-diploma ben ik aan de Open Universiteit psychologie gaan studeren. Ik wil weten hoe mensen in elkaar zitten. Waarom is de ene persoon heel interessant en de ander juist ontzettend saai? Veel studenten zitten daar om zichzelf te ontdekken, maar ik denk dat dat bij mij niet het geval was. Ik heb juist veel mensenkennis. Als ik met mijn vriendin in de kroeg sta en we zien een persoon aan de andere kant van de bar, dan weet ik meteen of hij wel of niet deugt. En negen van de tien keer heb ik gelijk. Mijn zus heeft nog op het conservatorium ballet gedaan, eveneens een expressief vak. Mijn moeder is ook zo open, net als ik. Maar bij mij is het heel raar: als puntje bij paaltje komt, sla ik juist helemaal dicht. In de tijd dat ik problemen bij FC Twente had, was het heel erg. Ik reageerde nergens op. Het was een kermis in mijn hoofd, vooral ook omdat er zoveel niet klopte van de verhalen die naar buiten kwamen.

FC Twente heeft mij niet in dank afgenomen dat ik na een wedstrijd een avond ben doorgezakt (samen met Jack de Gier en Tommie van der Leegte, red.) en de volgende dag op de training niet helemaal fris aanwezig was. Vervolgens verschenen er zoveel artikelen in de media die louter gebaseerd waren op geruchten, op roddels. De voetbalwereld zit niet zo simpel in elkaar als de meeste mensen denken. Vaak is alleen de oppervlakte zichtbaar en zit er veel meer onder. Dan mag je toch van journalisten verwachten dat ze dat gaan uitzoeken. Tussen mij en trainer René Vandereycken klikte het niet. Maar dat had een veel diepere reden. Het ging te ver. Ik heb er moeite mee als mensen hun macht misbruiken. In dat soort situaties gooi ik niet mijn kont tegen de krib, maar de onderlinge verhouding zal nooit meer echt goed komen. Ik heb mijn werk gewoon gedaan, omdat ik vind dat de club je heel erg goed betaalt. Dan is het niet fatsoenlijk om meteen na te trappen, dat komt ook zo pathetisch over. Je moet altijd eerst naar jezelf kijken, maar deze situatie had een oorzaak. Nee, ik kan en mag niet vertellen wat er zoal is voorgevallen (Van der Doelen heeft zwijgplicht en is op dit moment in een juridisch gevecht verwikkeld met de Enschedese club, red.).



Als je met je handen en voeten gebonden bent, wordt het een heel moeilijk verhaal. Zodra er dan weer een tendentieus artikel in de media verschijnt, word ik kwaad. Ook doordat ik me machteloos voel. Mooi vind ik wel dat supporters toch vaak mijn kant kozen. Zij zagen blijkbaar in hoe het spel wordt gespeeld, want uiteindelijk is het een spel. Ik moet ook lachen om trainers die zeggen dat de spelers zelf de opstelling maken. Mensen die daar nog in geloven, snappen het niet. Ik kan nu wel zeggen dat de voetballerij mijn wereld niet is, maar zo zit de hele maatschappij in elkaar. Zeker als er heel veel geld mee gemoeid is. Wanneer je zoveel verdient als ik, moet je best een beetje kunnen stoeien met mensen, maar het moet wel boven de gordel blijven. Het excuus wordt vaak gebruikt dat door geld de grens van je normen en waarden mag worden verlaagd. Vind ik ook heel makkelijk, want uiteindelijk ben je gewoon een mens met gevoelens.


Als de zaken die bij FC Twente zijn.voorgevallen bij PSV waren gebeurd, zouden er ongetwîjfeld een paar belangrijke spelers naar de trainer zijn gestapt. Het is vaak ook moeilijk in de voetballerij altijd de waarheid tevertellen.In de reglementen staat dan datje je niet negatief mag uitlaten over collega’s, de trainers en de club. In interviews moet je dan vaak op je tong bijten. kun je negen van de tien keer niet je hele verhaal kwijt omdat je daar mensen mee beschadigt. Is die censuur niet van deze tijd? Ik denk dat het juist van deze tijd is. Alles in het voetballen is bijna doordacht. Kijk naar de spelers. We lijken wel robotjes. Iedereen het shirtje in de broek, de kousen netjes omhoog. In de jaren zeventig was dat heel anders. Toen hadden voetballers nog een eigen identiteit nu niet meer. Je kunt bijna jezelf niet meer zijn. je moet ook vaak jezelf niet meer zijn, omdat je dan in de problemen komt. Daarom is het ook voor een groot deel een schijnwereld, maar niet anders dan de wereld op zich. Wat is er tegenwoordig nog echt puur? Weinig. En dan kun je wel elke keer voor je eigen principes opkomen, maar daar maak je het jezelf alleen maar onnodig moeilijk mee. Het is vaak de afweging die je moet maken: hoever kun je gaan om jezelf nog te blijven? Een dilemma. Ik geef ook meteen toe dat ik ook wel weer zo ben dat ik gewoon aan mijn eigen poen denk. Ik moet bij de Albert Heijn ook mijn boodschappen kunnen betalen. Af en toe moet je gewoon de andere kant opkijken, slikken en weer doorgaan.’


Bron: Voetbal International

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.