Bijna in vol ornaat trad NEC zaterdagmiddag nog één keer aan voor een vriendschappelijk duel tegen de jubilerende zesdeklasser Astrantia. Gezelligheid stond voorop in Middelaar.
‘Kijk, daar ligt Theo Janssen”, grinnikt een supporter. Hij knikt in de richting van een corpulente koe die op zijn dooie gemak ligt te herkauwen. De Nijmeegse aanhang wandelt na afloop van het feestelijke potje op De Heikant terug naar de parkeerplaats. Goedgemutst, want dezer dagen is er niets dat het humeur van een NEC-liefhebber kan bederven.
Overigens hebben niet alleen het Middelaarse rund en de Arnhemse middenvelder last van overgewicht, ook de gemiddelde fan van NEC sleept wel een paar kilo te veel met zich mee. En dat zal de afgelopen dagen niet minder zijn geworden. Sinds Jarda Simr de Nijmeegse ploeg op Hemelvaartsdag Europa in schoot, is de bieromzet in de Waalstad dramatisch gestegen. Ook in Middelaar wordt het bier op deze zonovergoten zaterdagmiddag per strekkende meter aangevoerd. En naar binnen gegoten.
Niet alleen de achterban, ook de helden zelf hebben de schuimende drank, door de schrijver Charles Bukowski ooit omschreven als ’the piss of the Gods’, de laatste dagen in grote hoeveelheden achterover geslagen. Dat begon donderdagmiddag in Waalwijk en bereikte ’s avonds op het Kelfkensbos een hoogtepunt. Maar ook na dat volksfeest hebben de NEC’ers nog stevig getankt. Vrijdagavond was er een sponsorparty waarbij de spelers moesten komen opdraven. En onmiddellijk na het potje tegen Astrantia zal er afscheid worden genomen van de vertrekkende spelers. Zo vormt het potje tegen Astrantia een welkome onderbreking, een mooie manier om de alcoholdampen te verdunnen.
De UEFA Cup-deelnemer is voor zijn laatste kunstje van het seizoen vrijwel compleet naar het Noord-Limburgse dorpje gekomen.
Alleen de spitsen Dennis de Nooijer en Gorgi Hristov ontbreken. Frank Demouge is er wel, maar komt door een blessure niet in actie.
Hij is de enige. Johan Neeskens begint met zijn sterkste opstelling, maar in de loop van de middag stuurt hij elke beschikbare speler de wei in. Zelfs Mike Owusu krijgt speeltijd. Ook fysiotherapeut Cees van der Linden en zelfs verzorger Jos Smit komen nog in actie. Dan is allang duidelijk dat dit geen potje is om serieus te nemen; even daarvoor heeft René van Rijswijk de zevende van de negen Nijmeegse doelpunten gescoord.
Het enige memorabele moment op deze middag is dan allang achter de rug. Kort voor de rust wordt Danny Hesp naar de kant gehaald. De routinier wordt door zijn medespelers op de schouders genomen en krijgt op deze onwaarschijnlijke locatie een ontroerend vaarwel. Op weg naar de kleedkamer wordt Hesp nog eenmaal belaagd door souvernirjagers. Hij wimpelt ze af: “Dit shirt hou ik zelf.”
Hesp erkent dat zelfs hij, de koele Amsterdammer, een brok in de keel heeft. “Ik laat het misschien niet zo zien, maar dit doet mij wel wat. Ik heb bij deze club een heel mooie tijd gehad. En neem nu afscheid op het sportieve hoogtepunt.”
“Of het ook voor mij persoonlijk het beste jaar in mijn carrière was? Nee, dat denk ik niet. Ik vind zelf dat ik twee seizoenen geleden, in het eerste jaar van Neeskens, mijn beste seizoen kende. Ik ben toen ook tot speler van het jaar uitgeroepen. Daarna heb ik wel behoorlijk constant gespeeld. Heb de laatste twee jaar kunnen profiteren van het feit dat Robbie Wielaert erbij is gekomen. En van het feit dat Dennis Gentenaar gigantisch gegroeid is.”
Hesp, de komende twee seizoenen in dienst van RBC Roosendaal, heeft nog geen idee wie hem bij NEC gaat opvolgen. “Ik heb begrepen dat het binnen een a twee weken rond komt. De club doet er verstandig aan iemand met routine aan te trekken. Het belangrijkste dat ik aan het elftal toevoegde, was mijn coachend vermogen. Er zijn te weinig spelers die hun mond opendoen, behalve ik is Gentenaar eigenlijk de enige. Er zal een verdediger bij moeten komen met organiserende kwaliteiten.”
Bron: De Gelderlander