Het NEC-gevoel van spits Frank Demouge

Supporter op de elftalfoto


Zijn school begreep vorig seizoen dat er geen houden meer aan was. Leerling Frank Demouge wilde maar één ding, profvoetballer worden, en NEC bood hem die kans. Voor de sier vond de schoolleiding dat hij nog één dag per week ergens moest stagelopen. De plek was snel gevonden. In het weekeinde stond Demouge in de spits bij NEC, doordeweeks zat hij er op kantoor tussen fax en postzegels.


“Ik moest dan bijvoorbeeld de parkeerkaarten opsturen naar de scheidsrechter die ’s zondags zou fluiten. Briefje erbij. Hierbij uw parkeerkaart, groetjes, Frank Demouge, schreef ik daarop. Zo’n scheidsrechter zal wel gedacht hebben dat hij in de maling werd genomen door de spits van NEC”


Jeugdinternational Demouge (20) – lang en lichtblond – kent alle hoeken en nissen van de Goffert. Hij zat er op kantoor, op de tribune en staat er nu voor het tweede seizoen op het veld. Als geboren Nijmegenaar (net als doelman Gentenaar) koestert hij het NEC-gevoel, dat steeds vuriger oplaait nu de club zich heeft gemengd in de strijd om een UEFA Cup-plaats.

NEC verkeert in de zwaarste, maar ook meest aansprekende week van de competitie: afgelopen zaterdag PSV-uit (2-1 verlies), zondag thuis tegen Feyenoord. Demouge: “Ik ken inmiddels het programma van alle concurrenten voor Europees voetbal. Je denkt toch niet dat ik een maand geleden had geweten dat FC Utrecht op woensdag een inhaalwedstrijd moest spelen bij De Graafschap?”

Kind van NEC, dat is Frank Demouge. Een vriend van hem mag graag pochen dat hij als zuigeling naar de Europa Cup II-wedstrijd is geweest tegen het machtige Barcelona (seizoen 1982-’83), aangezien zijn vader die avond geen oppas kon krijgen. Zo ver gaat Demouge niet in zijn opschepperij. Hij was toen een paar maanden oud, maar heeft zich in de 20 jaren erna wel gretig gelaafd aan de verhalen over de kleine nederlagen in de Goffert en Nou Camp.
“In Nijmegen hebben de mensen het nog vaak over dat seizoen. En ze beginnen nu weer over Europees voetbal. In de spelersgroep proberen we daarover zo min mogelijk te praten.”

Demouge komt uit het oosten van de stad. Daar woonden, zegt hij, minder NEC-supporters dan in andere wijken van Nijmegen. Zijn vader ging wel altijd naar de Goffert, en opa ook. “Op mijn achtste kreeg ik een seizoenkaart en toen ik een paar jaar later bij de jeugd van NEC voetbalde, kreeg ik er automatisch één van de club. Ik heb al die jaren op de tribune gezeten. Nu zitten mijn vrienden daar nog steeds en kijken naar mij. Da’s soms vreemd. En tegelijk geweldig. Ik sta nu zelf op de elftalfoto – zo’n poster die ik elk seizoen in mijn kamer ophing.”

“Er wordt wel gezegd dat ik zelf bij de harde kern van NEC hoorde, dat ik ook betrokken was bij rellen. Onzin. Ik stond wel op vak H, op de Hazenkamp-tribune waar de harde kern is. Ik ken die gasten wel. Maar met rellen heb ik nooit iets te maken gehad.”

Onder trainer Johan Neeskens onttrekt NEC zich dit seizoen aan de anonimiteit waarin de club per definitie wordt ondergedompeld. Want in de Goffert, eind vorige eeuw volledig gerenoveerd, heerst het gevoel dat de rest van Nederland niet eens tégen NEC is, maar Nijmegens voetbaltrots simpelweg negeert.

“Voor de verbouwing van de Goffert werd NEC altijd gezien als de club met het lelijkste stadion”, herkent Demouge die sentimenten. “Hoewel die sintelbaan wel iets had, vond ik. En ook met de lelijkste shirtjes. De samenvatting van onze wedstrijd wordt nog steeds als laatste uitgezonden in Studio Sport. Het is dat NEC om Europees voetbal meedoet, anders was er nog steeds geen belangstelling.”

“Ik zet zelfs mijn vraagtekens bij de scheidsrechters. NEC heeft die nooit mee. Tegen PSV kregen we een strafschop tegen, omdat Hesp aan de arm van Kezman trok. Ik denk niet dat wij die aan de andere kant hadden gekregen. Maar dit was PSV, én Kezman. Die stond vervolgens buitenspel, in de baan van het schot bij de winnende treffer van Van Bommel. Maar geen scheidsrechter die erover denkt om zo’n doelpunt af te keuren. Ik weet zeker dat ons zoiets wel was overkomen. Daaraan merk je toch dat NEC als kleine club wordt behandeld.”

Een kleine club misschien, maar wel de nummer één van Gelderland. NEC heeft bijna evenveel punten als Vitesse en De Graafschap samen. Met die laatste club voelen de Nijmegenaren nauwelijks rivaliteit, met het zieltogende Vitesse voeren ze een bittere stammenstrijd. Demouge: “Karel Aalbers heeft eens geroepen dat er slechts plaats was voor één betaald voetbalclub in Gelderland. Daarmee bedoelde hij natuurlijk Vitesse. Voor onze supporters is dit een geweldig jaar. Al hopen ze dat Vitesse niet degradeert. Een zware
nacompetitie is oké, maar de derby moet behouden blijven. Als Vitesse wel degradeert, denk ik dat het helemaal afgelopen is met het betaald voetbal daar.”


Bron: Algemeen Dagblad

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.