Dennis Gentenaar was afgelopen seizoen de beste keeper in Nederland. Toch kreeg de doelman van NEC deze zomer geen enkele aanbieding. “Ja, dat heeft me verbaasd.”
‘Willen jullie ook op de foto?’ Als Dennis Gentenaar poseert in een van de doelen op de Goffertweide, voetballen drie kinderen van een jaar of tien gewoon verder. ‘Nee’, roept een van de spelertjes als de ‘keeper van het jaar’ ze de eervolle vraag stelt. Het joch, keepershandschoenen aan, herkent de doelman domweg niet.
Edwin Zoetebier (Feyenoord) en Ronald Waterreus (PSV) hadden waarschijnlijk hetzelfde antwoord gekregen. Tenslotte zijn de wereldberoemde voetbalplaatjes van Panini een paar jaar niet in Nederland verschenen. Maar het voorbeeld geeft wel aan dat Dennis Gentenaar zelfs bij de voetbaljeugd van Nijmegen nog aan naamsbekendheid kan winnen.
Soms lijkt het of aan voetbalminnend Nederland voorbij gaat dat er in de oudste stad van Nederland een geweldige keeper op doel staat. Zelfs voetbaljournalisten hebben vaak geen idee hoe goed Gentenaar eigenlijk is. “Twee jaar geleden wisten veel mensen niet eens wie er bij NEC op doel stond”, zegt de keeper zelf. “Maar dat is vorig seizoen wel veranderd. Eerst was er het clubrecord (Gentenaar kreeg 644 minuten geen doelpunt tegen, red.), daarna het halen van Europees voetbal en vervolgens de titel ‘keeper van het jaar’. Sindsdien weten veel mensen wel wie ik ben.”
Maar op de transfermarkt bleef het stil. Het topseizoen bleek niet genoeg om andere clubs te interesseren. “Ik had wel verwacht dat er clubs zouden komen”, zegt Gentenaar eerlijk. “Maar er is helemaal niets geweest. Dat heeft me aan de ene kant verbaast, maar aan de andere kant weet je ook hoe het ervoor staat in het voetbal. Er is geen geld en wat er besteed wordt gaat naar voetballers. Bij keepers ging het deze zomer alleen om huren, ruilen of waren de spelers transfervrij.”
Het is een terugkeer naar de vorige eeuw. “Keepers worden weer sluitpost”, zegt Gentenaar. “Het is een paar jaar anders geweest, maar je ziet het nu weer gebeuren. Terwijl het zo’n belangrijke positie is. Niet alleen om de reddingen die je verricht, maar ook naar de laatste linie toe. Het geeft een ploeg rust als er een goede keeper staat.”
Kijk naar De Graafschap. Die ploeg degradeerde vorig seizoen vooral door de chaos in de achterhoede en het geblunder van keeper Jurgen Wevers. Gentenaar moet even nadenken als hem naar zijn laatste blunder wordt gevraagd. “Fortuna thuis”, zegt hij en klopt meteen op de tafel. Die wedstrijd werd gespeeld op 2 april van het vorige jaar.
Maar hoe komt het dan dat Gentenaar tot dusver over het hoofd is gezien door de grote clubs? “Ik heb geen idee. Mijn lengte? Ik ben een meter tachtig, dus dat valt wel mee. Waterreus en Lobont zijn echt geen kop groter. Lengte maakt ook niet zo veel uit. Ik moet het hebben van mijn snelheid, mijn positionele inzicht en mijn voetenwerk, daar compenseer ik dat weer mee.”
Toch informeerde Feyenoord afgelopen seizoen naar Gábor Babos als nieuwe keeper. Een Hongaar nota bene. “Dat snap ik ook niet”, zegt Gentenaar. “Soms denk je daar weleens over na, maar dat heeft geen enkel nut. Dan maak je jezelf alleen maar gek en dat gaat tegen je werken.”
Het enige dat de keeper kan doen is nog beter worden, al lijkt dat bijna onmogelijk. “Ik zie nog wel ruimte om mezelf te verbeteren”, zegt Gentenaar toch. “Niet op specifieke punten, maar met alles een beetje. Eerst moet ik proberen het niveau van vorig jaar te halen en van daaruit moet ik doorgroeien.”
De eerste echte test wacht morgen tegen Feyenoord, vroeger de favoriete club van Gentenaar. “Dat was toen NEC in de eerste divisie speelde, dan moet je ook een club in de eredivisie hebben. Maar als je een paar keer lullig van die gasten verliest, gaat dat wel over. Dan denk je: ‘Waarom hebben die gasten altijd zo’n mazzel?'”
Een beetje geluk is wat Gentenaar dit seizoen ook nodig heeft. Want nog één zo’n jaar en hij is weg, verwacht de doelman. “Als ik dit seizoen weer zo goed keep, weet ik niet of ik daarna nog bij NEC zit. Ik heb nu nog een contract voor twee jaar. Als ik na dit seizoen vertrek kan de club ook nog geld voor me vragen. Wanneer er niets komt, houdt het natuurlijk op. Maar ik heb wel de ambitie om ergens anders te gaan kijken.”
Ergens waar Gentenaar zich wel naar de bekendheid kan keepen die hij verdient. Zodat alle Nijmeegse jongetjes de bal meteen opzij leggen als ze de keeper zien lopen en huppelend van trots met hem op de foto gaan.
Bron: De Gelderlander