Een gemiddelde NEC-supporter heeft een bloedhekel aan Vitesse. Eigenlijk onbegrijpelijk, want Nijmegen zou de Arnhemse rivaal inmiddels innig moeten omhelzen. Hoe beroerd de prestaties van NEC ook zijn, een thuiszege op Vitesse is bijna vanzelfsprekend. Zo ook gisteren: 2-0.
Wie anno december 2003 wil genieten van goed voetbal doet er verstandig aan de provincie Gelderland voorbij te rijden. De Graafschap en AGOVV modderen maar wat aan in de eerste divisie, terwijl NEC en Vitesse vooralsnog alles in het werk moeten stellen om uit het zicht van de SBS-camera’s te blijven. Het kampioenschap van Gelderland is inmiddels verworden tot een gevecht in de marge van het betaald voetbal, maar blijft in Arnhem en vooral Nijmegen onverminderd van levensbelang.
NEC-Vitesse is de voorbije tien seizoenen onmiskenbaar uitgegroeid tot een van de meest spraakmakende voetbalduels van Nederland. De onderlinge rivaliteit tussen Keizer- en hoofdstad mag dan op z’n tijd volledig doorslaan – er zijn zelfs Nijmeegse en Arnhemse supporters die weigeren ooit voet op bodem van ‘De Vijand’ te zetten – maar de Gelderse derby levert altijd een boeiend gevecht op.
De editie van gistermiddag vormde daarop geen uitzondering. Vooraf stond vast dat de burenruzie ditmaal crucialer zou worden dan ooit tevoren. NEC en Vitesse dolen dit seizoen gebroederlijk door de eredivisie. Van de Arnhemmers, die vorig jaar nipt aan de nacompetitie ontsnapten, viel dat te verwachten. Van NEC geenszins.
Bij de Nijmeegse UEFA Cup-deelnemer bleef ’t ondanks het naderende degradatiegevaar de voorbije weken opmerkelijk rustig, al wisten beleidsmakers en spelers dat een verliesbeurt tegen Vitesse door de achterban niet zou worden gepruimd. Of zoals NEC-speler Pascal Heije het na afloop verwoordde: “Ik denk niet dat we bij een nederlaag zomaar rustig ons eigen stadion hadden kunnen verlaten.”
Omdat NEC voor het zesde seizoen op rij uitgerekend de thuiswedstrijd tegen Vitesse aangreep om het Nijmeegse volk weer tevreden te stellen, bleven de gevreesde ongeregeldheden uit. In Nijmegen geen beter medicijn dan de Arnhemse rivaal. Vitesse-trainer Edward Sturing moet er hoofdpijn van hebben gekregen. “Op deze 2-0 valt eigenlijk helemaal niets af te dingen”, zo sprak de coach die er net als zijn voorganger Koeman niet in slaagde in De Goffert ook maar een punt te pakken. “Als NEC zuiniger met zijn kansen was omgesprongen, was de uitslag zeker hoger uitgevallen. We hebben een halfuur goed partij geboden, maar na de 1-0 was het over.”
Sturing sprak ware woorden. Het eerste halfuur waren NEC en Vitesse volledig aan elkaar gewaagd. De Arnhemmers bleken in die fase zelfs dreigender. De beste kans was voor Mamadou Zongo. De Vitesse-spits mocht na zestien minuten vogeltje-vrij afvuren op Dennis Gentenaar. De NEC-doelman redde. Het was een moment dat de derby zomaar in Arnhems voordeel had kunnen laten kantelen. Eenmaal op achterstand blijkt NEC dit seizoen zo goed als zeker verslagen.
Een kwartier later ontplofte De Goffert van vreugde. Een corner van Resit Schuurman belandde op het hoofd van Arjan Ebbinge. Uitgerekend de man die wekenlang in Nijmegen werd bekritiseerd, kopte raak. Toen vlak voor rust Dejan Govedarica als tweede NEC’er profiteerde van de gebrekkige Arnhemse kopkracht was de Gelderse derby al definitief beslist. NEC gaf dit seizoen al meermalen na rust een voorsprong uit handen. Tegen Vitesse proefde NEC-trainer Johan Neeskens eindelijk het genot dat hij in de tweede helft rustig achterover kon leunen.
Voor Vitesse rest na de 2-0 nederlaag slechts één taak: overleven. Komende winterstop is de Arnhemse club van plan extra hulptroepen in te roepen. Drie versterkingen moeten er komen: een verdediger, een middenvelder en een aanvaller. Geld is nog altijd schaars in Arnhem, maar de noodzaak van vers bloed werd gisteren opnieuw pijnlijk duidelijk. Na rust was Vitesse volkomen hulpeloos tegen een oppermachtig NEC. Op De Goffert zal de roep om versterking dankzij de 2-0 zege verstommen. Voor even dan.
Bron: De Gelderlander