Gast in Gouda, Johan Neeskens

?Het wordt eens tijd dat er spelers opstaan bij NEC?

Johan Neeskens (51) en 49-voudig international strijdt met NEC voor Europees voetbal, maar constateert tergelijkertijd een ernstig mentaliteitsprobleem. De Nees, die is genomineerd voor de titel Trainer van het Jaar, waarschuwt als VI?s Gast in Gouda zijn selectie: ?Ze zijn bij ons veel te lief.?


NEC doet mee om Europees voetbal. Heeft voorzitter Hans van Delft het vóór dit seizoen toch goed gezien?
‘Ik vind nog steeds dat het niet reëel was. Als je onze selectie vergelijkt met een heleboel andere clubs, dan kun je vóór het seizoen niet zeggen dat we Europees voetbal moeten halen. Ik vind dat we vorig jaar al een heel goede prestatie hebben neergezet met 45 punten en de negende plaats. Als we dit seizoen als zevende of achtste eindigen met een paar pun ten meer, dan zou ik dat vooraf al fantastisch gevonden hebben.
Met Hersi en Govedarica hebben we afgelopen zomer in de breedte een sterker team gekregen, maar dat moet er wel altijd nog uitkomen. Dat we nu nog meedoen om Europees voetbal is ongekend.Een vijfde plaats voor ons is vergelijkbaar met een kampioenschap voor Ajax, PSV of Feyenoord.
Nu we meestrijden, zeg ik: Je moet er alles aan doen om het te halen. En lukt het niet dan is dat geen ramp. Ik wil alleen dat we meer punten pakken dan verleden jaar.?


Heeft NEC iets te zoeken in Europa?
?Voor een heleboel spelers is dat een nieuwe ervaring, maar voor mij is de competitie belangrijker. Je hebt er niks aan als je je plaatst en dan een heel slecht seizoen draait. Dat is veel erger. Als je tegen huppeldepup uit Polen moet spelen en er zitten een paar duizend mensen, dan kóst het dan het oplevert. Wanneer is het interessant? Als je in de eerste ronde Barcelona zou loten. Je kunt beter voor stabiliteit zorgen en een constante middenmoter blijven. Maar qua uitstraling naar je sponsors toe zou het inderdaad goed zijn Europees voetbal te halen. De club is naarstig op zoek naar een hoofdsponsor.


Maakt u zich zorgen over de financiële situatie en de progressie die NEC nog kan maken?
?Progressie zul je niet veel kunnen maken. Ik denk niet dat ze zomaar het stadion aan de gemeente hebben verkocht.?

Het is al een hele tour Ajax-huurling Youssouf Hersi te behouden.
?Dat is wel van belang, want voor onze groep heeft hij bijzonder veel kwaliteiten. Ik vind het normaal dat de club niet buiten haar boekje gaat, je hebt er niets aan als de spelers het jaar daarop moeten zeggen dat ze hun geld niet hebben ontvangen. Want dan wordt het heel onrustig en kun je niet volop met voetbal bezig zijn. Dan maar iets minder, maar gezond.

U kunt ermee leven als NEC zich volgend seizoen op de tiende plaats moet richten?
?Als je niet veel spelers kunt halen, moet je de doelstelling bijstellen. Ik heb het naar mijn zin, maar er moet wel een rek in zitten. Het is een tamelijk jonge groep, dus je mag verwachten dat ze bepaalde dingen nog beter kunnen uitvoeren. Maar vaak is ook je bank bepalend. Als iedereen gezond is, hebben we een aardige ploeg. Maar als sommige banken vergelijk met die van ons zodra het even tegenzit, dan hebben wij een behoorlijk probleem.?

Als sleutelspelers vertrekken, zoals aanvoerder Danny Hesp, kan er een moment komen dat u moet constateren dat NEC niet vooruit kan.
?De tendens is dat het overal terug moet. Dat moeten spelers zich realiseren, hoewel ik ook het standpunt van Danny begrijp. Het is zijn laatste jaar, dat hij mooi wil afsluiten onder dezelfde voorwaarden. Als de club zegt dat het niet mogelijk is, dan kan ik niet zeggen: Het moet. Als drie of vier wensen niet vervuld kunnen worden, dan moet ik ook overwegen of het nog reëel is er nog meer uit te halen. Ik wil daar niet te veel op vooruitlopen, omdat veel gesprekken nog moeten plaatshebben. Ik ga ervan uit dat ik nog een jaar doorga, maar dan moeten daarvoor wel de mogelijkheden zijn. We moeten vindingrijk zijn door spelers te halen die multifunctioneel zijn. Zoals we in het verleden ook hebben geschoven met Resit Schuurman en Mike Zonneveld. Kan dat niet dan moeten alle partijen nadenken.?

Heeft NEC behoefte aan een brutaaltje?
?Het ligt eraan hoe hij dat vertaalt in een groep, zowel binnen als buiten het veld. Spelers hoor je vaak zeggen dat ze een echte vriendengroep zijn. Dat interesseert me geen fluit, vooral niet buiten het veld. Erbinnen moet je een vriendenploeg zijn. Dan moet je voor elkaar werken. Als ze kaarten of samen op vakantie gaan, is het voor mij geen vriendengroep. Soms kun je met elkaar niet opschieten, maar in het veld wel. Dat vind ik veel belangrijker

Eerder zei u in VI dat er elf dode mussen in het veld staan.
?Dat zei ik niet om ze belachelijk te maken. Ik wil ze ervan bewust maken dat ze elkaar meer moeten helpen. Praat en denk nou eens mee. Dat is toch heel makkelijk? Als ik de bal naar iemand wil spelen en ik zie dat er een gozer in zijn rug komt, dan moet ik hem waarschuwen: Man in je rug! Kaats! Dan heb je misschien wel twintig keer minder bal verlies. Dat zijn heel bepalende dingen en als je dat dan steeds niet doet, zeg ik het eens op een andere manier. De een praat van nature wat meer, de ander is stiller. Maar in het veld moet je altijd communiceren. Dat gebeurt in mijn ogen veel te weinig. Of dat met de jeugdopleiding te maken heeft, weet ik niet. Vroeger werd dat ons als pupilletje verteld. Deed je het niet dan kreeg je op je kloten. Nu zijn er op de training momenten dat ik affluit als ze elkaar niet coachen, omdat je die bal ook in de wedstrijd kwijtraakt. Dat dat zijn lekkere partijtjes dan.?

Zijn ze te timide?
‘Elke persoon heeft een andere mentaliteit. Soms zijn ze meer met zichzelf bezig. Het kan best dat je niet lekker in je vel zit, maar het is toch heel simpel om te zeggen “tijd” of “man in je rug”? Als het vijf of zes keer bij een speler misgaat, zakt mijn broek daarvan af.’

Heeft dat te maken met een gebrek aan persoonlijkheid?
‘Meer met hoe hij zich voelt. Geeft een speler in een vol stadion twee keer een verkeerde bal en het publiek gaat tekeer, dan komt hij liever een tijdje niet aan de bal. Dan wordt het moeilijk, want je speelt met een man minder. Je moet veel meer lef tonen. Dan moet je aan de bal wel zo slim  zijn de makkelijke keuzes te maken en niet die moeilijke steekbal proberen. Zorg dat je vier keer geen balverlies lijdt. Maar ga je niet verstoppen,
want dat gaat ten koste van het hele team.’

Zijn er spelers die dat wél goed oppikken?

‘Rob Wielaert, Resit Schuurman en Youssouf Hersi. Zij durven aan de bal te komen. Mike Zonneveld heeft momenten dat hij te snel
zijn koppie laat hangen als het even tegenzit. Hij heeft zóveel techniek dat je hem in de dekking kunt aanspelen. Maar dan moet hij zich wel laten zien. Dat doet hij af en toe te weinig. Hij speelt wel veel beter dan voor de winterstop, maar te wisselvallig. Toch geef ik zo’n jongen het vertrouwen en laat hem staan. Als je het vergelijkt met verleden jaar vind ik dat Frank Demouge veel beter kan. Vorig seizoen moest je hem afremmen. Hij verbruikte te veel energie om onmogelijke ballen nog met een sliding binnen te houden. Nu wordt er meer van hem verwacht, dat
hebben we hem vooraf ook gezegd, maar focust hij zich toch te veel op doelpunten maken. Als ik niet scoor sta ik er niet meer in,denkt hij. Dat is dus niet zo. Als je je taken uitvoert, speel je. Ik vind dat je duidelijkheid moet scheppen en niet voortdurend moet wisselen. Anders wordt het net een duiventil. We moeten automatismen krijgen.’

‘Deze jongens kunnen veel beter, ongelofelijk dat ze daar niet bij stilstaan’


U bent nog niet klaar in Nijmegen?
‘Nee, omdat je weet dat bepaalde spelers zich nog kunnen verbeteren. Op een gegeven moment moet je dan wel zien of ze het ooit nog oppakken. Een aantal doet dat. Bij anderen moet je constateren dat het misschien wel hun top is.’

Heeft NEC voldoende spelers die het voor u interessant maken door te gaan?

‘Elke speler moet ook meer in zichzelf investeren, kom! Als iemand op de training zegt: “Trainer, ik wil nog even aan dit of dat werken. Kan dat twintig minuten?” Graag, dat heb ik ook gezegd. Wij zijn er en gaan als laatsten van het veld af. Ik heb iedereen zijn tekortkomingen genoemd, maar ik ga ze niet verplichten daarop extra te trainen. Want dan doen ze het met zó’n sik dat de motivatie er bij de trainer en speler niet is. Werk drie keer in de week twintig minuten aan je aanname of voorzet, en na een paar maanden zie je resultaat. Dan verwacht ik dat de spelers komen. Toen ik dat heb gezegd, stond er na de training helemaal niemand.

U legt de nadruk op eigen verantwoordelijkheid?
‘Ja, want je kunt ze veel begeleiden, maar in het veld moeten ze het toch ook zelf doen. Ik ga ook niet langs hun huizen rijden om te kijken of het gordijntje dicht zit of wat ze eten, iedereen moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen. Het is je vak. Ik heb geen zin om schoolmeester te spelen.

Is het geen schande dat duurbetaalde profs weigeren zich te verbeteren?
‘Dat moet je zo niet noemen. Misschien denken zij dat het genoeg is en besteden ze liever hun tijd aan wat anders. Zelf ging ik vroeger wél naar de coach om me te verbeteren. Dat leverde resultaat op. Bij ons zijn er wel enkele spelers die op vrije trappen oefenen, maar er zijn ook andere dingen waarop je kunt trainen. Dat je uit de dekking loopt met een vooractie, kaatst en weg bent. Ga dat eerst eens beheersen. Bij het Nederlands elftal deden ze dat wel. Na de training gingen een paar nog op de lange bal of de vrije trap trainen. Kijk ook naar spelers van andere clubs die beter worden, dan hoor je altijd dat ze extra trainen.’

Dus de heilige wil om beter te worden mist u?
‘Dat lijkt me wel. Je wilt toch het maximale eruit halen? Nu sta je er misschien niet zo bij stil, omdat je nog tien jaar voor de boeg hebt.
Maar aan het eind van je loopbaan wil je wel maximaal gepresteerd hebben. Als je je dan afvraagt of je er niet meer uit had kunnen halen, ben je dus te laat. Jarda Simr en Youssouf Hersi nemen af en toe een vrije trap, maar in de hele selectie gebeurt het te weinig. Af en toe maak ik dan een opmerking als een bal wegspringt. Daar kun je op trainen, hoor, bijvoorbeeld. Maar het kwartje valt tot nu toe nog niet.’


U snakt naar de top?
‘Dat zou fantastisch zijn. Maar ik ga eerst weer evalueren, het nog een keer aangeven en dan maar zien wat eruit komt. Als je bij een club zoals NEC werkt en elk jaar verbetering ziet, dan is dat ook een bekroning. Je moet zelf de motivatie en het gevoel hebben dat er nog meer in zit. Ook bij de groep moet je dat voelen. Dat het wederzijds respect er is, dat je graag met elkaar doorgaat en dat er nog wat rek in zit. Zolang dat er is, heb ik het naar mijn zin. Zo niet, dan ga ik wat anders zoeken. Ik denk dat het veel beter kan en dat deze jongens daar niet bij stilstaan is ongelofelijk. Als ik op het veld sta ben ik volledig met voetbal bezig en dat verwacht ik dan ook van de spelers. Maar goed, ze leven in andere tijden. Het ligt ook aan de mentaliteit. Er zijn ook veel jonge jongens die wél willen investeren. Bij ons niet, dat is jammer.’

Zag u dat, toen u in dienst was van de KNVB, bij Jong Oranje wél?
‘Bij enkelen, maar ook daar in de regel te weinig. Ze zien dat ze in de wedstrijd iets goed doen, een mooie pass geven bijvoorbeeld. Maar die twee slechte passes zien ze niet. Weten ze na afloop ook niet meer. Dat is juist wél belangrijk. Heb het niet over die mooie pass, maar over die bal die je verkeerd inspeelde. Waar lag dat aan? Praat met elkaar over voetbal. Als ze inlopen, hoor je ze ouwehoeren met elkaar. Maar nooit over voetbal. Loopt het in een wedstrijd niet, bespreek dan wat er misging. Maak afspraken. Toen ik naar Ajax ging, sliep ik ’s avonds bij Sjaak Swart. Die nam met mij de hele wedstrijd door en we spraken dingen af. Dat zie ik veel te weinig. ze praten over tv-programma’s, huizen of auto’s. Op een gegeven moment moet je zo’n speler vertellen dat we hogerop willen afscheid moeten nemen. Zo hard gaat het dan.’

Maar NEC heeft toch geen financiële mogelijkheden?
Oké, maar ik blijf wel scouten. Als ik iemand een laatste kans geef en zeg wat hij moet verbeteren, blijf ik wel rondkijken. Dan kan het zijn dat ik een andere speler laat komen en hij moet wegwezen. Ik zie soms spelers van wie ik denk: Had hij daaraan meer aandacht besteed, dan had hij gespeeld. Je moet ook bedenken hoe het er over tien jaar uitziet. Als je een bepaalde standaard gewend bent en soberder moet gaan leven, is dat heel moeilijk. En dan zijn de mensen je heel snel vergeten. had je dan genoeg geld verdiend? Moet je bij stilstaan. Ik praat uit ervaring. Wil je dat van me aannemen of vind je dat ik slap zit te lullen? Op het moment dat je voetbal de rug toekeert, ga je nadenken: Ik had ook dit of dat kunnen doen. Dan is het te laat. Voor iedereen is het mooi bij NEC te spelen. Maar je moet nog hoger willen en daar zul je veel voor moeten doen. Nu komen er wat mindere jaren. Er vallen steeds meer spelers af en elke trainer gaat selecteren. De spelers die snel tevreden zijn, zullen eerder afvallen.’

Is dit probleem typisch Nederlands?
‘In het buitenland zijn ze misschien wat sneller mannelijker, ook doordat ze veel meer hebben meegemaakt. Kijk hoe ze er hier thuis mee omgaan. Ouders hebben vaak de neiging hun zoon helemaal naar voren te schuiven. “Mijn zoon is het grootste talent”, zeggen ze dan. “Die behoort te spelen, ik begrijp er niks van dat hij ernaast staat”. Daar wordt zo’n jongen mee dood gegooid. Wij hebben als jonge spelers ook veel harder moeten werken. Vandaag is alles veel beter geregeld, ook bij de jeugd. Vroeger moest je je voetbalschoenen zelf poetsen en kleren mee naar huis nemen. Nu krijgen ze het allemaal op een presenteerblaadje. Vroeger ging je op de fiets, vanaf je werk legde je vijftien kilometer af en ging zo het veld op. En ik deed ook nog aan honkbal en gymnastiek. Daar was ik zes dagen per week mee bezig en ik ben er niet slechter van geworden. Nu worden alle jongetjes gebracht en gehaald. En als ze een beetje goed zijn, worden ze ook veel sneller financieel gewaardeerd dan vroeger. Maar als het dan even minder gaat, vind ik dat ze minder weerstand hebben om dat mentaal te kunnen verwerken. Presteer eerst eens een paar jaar en praat na een goed seizoen niet meteen over het buitenland, waar je vaak toch op de tribune komt te zitten. Dan maar wat minder verdienen en jezelf ontwikkelen. Het heeft allemaal te maken met gedrevenheid. Spelers kunnen altijd bij me komen, de deur staat open. Soms zijn ze het er niet mee
eens dat ze geen kans krijgen en dan zeg ik dat ik meer van ze wil zien. Gebeurt dat niet, dan moeten ze niet steeds weer komen.’

Maakt u het ze wel duidelijk genoeg?
‘Ik maak ook fouten. Alleen is dit niet alleen mijn probleem, maar van iedereen. Als we verliezen, moet ik niet alleen maar vertellen wat verkeerd ging. Laat ze zelf maar wat aangeven en meedenken. Dan is het altijd: “Ja, maar…” Ik denk altijd: Kijk eerst naar jezelf. Ga voor de spiegel staan en vraag je af: Heb ik er alles aan gedaan? Heb ik op de training enmet mijn eetgewoontes, alles in het werk gesteld om een topprestatie te leveren? In het veld moeten ze het met z’n allen doen. Kijk naar elkaar, coach elkaar! Zet een speler druk, dan moet de rest meedoen.’

Deze selectie is al zo lang bij elkaar. Dat moeten toch automatismen zijn?
‘Lijkt me wel. Daar word ik dan ook tureluurs van. Ze moeten doodziek worden dat ik het steeds herhaal. Ze mogen elkaar best eens de waarheid zeggen of verrot schelden. Vroeger als je dat niet deed, kreeg je gewoon een schop voor je flikker op de training.’

Dus u wacht totdat spelers opstaan?
‘Dat wordt na drie jaar eens tijd, ja.’

Bron: Voetbal International

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.