De beste ‘nuilers’ van NEC

Dennis Gentenaar en Frank Demouge zijn aan rood-zwart-en-groen verbonden sinds ze een jaar of tien waren. Gentenaar moest lang wachten op zijn kans bij NEC, Demouge raasde vauit de jeugd de eredivisie binnen. In het veld zien ze elkaar amper, daarbuiten trekken ze naar elkaar toe. En pesten ze elkaar over wie van de twee het drukste leven heeft.

Je krijgt het er gratis bij wanneer je als Nijmeganaar bij NEC voetbalt: familie die komt kijken.
Voor Dennis Gentenaar zitten vader en moeder, zijn zus en een legertje ooms, tantes en neven op de tribune. En natuurlijk zijn twee grootste fans: zijn schoonvader en zijn vrouw Mariza.


De familie van Frank Demouge doet daar niet voor onder: broer, ouders en zelfs zijn twee oma’s (allebei met seizoenkaart) zijn er. Voor extra druk zorgt dat niet. Demouge: ‘Mijn oma’s vinden het bezoek aan het spelershome nog leuker dan de wedstrijd. Kritiek krijg ik nooit van ze, ze zeggen altijd dat de trainer mij maar moet beoordelen.’ Ook Gentenaar heeft een goede afspraak gemaakt: ‘Ik weet altijd zelf wel of het goed ging. Gelukkig laat mijn familie me na atloop van de wedstrijd met rust.’ Demouge voegt eraan toe: ‘Toch heeft de vader van Dennis er echt verstand van. Hij was mijn leider in de A1.’

Mond vol tanden
Dennis Gentenaar en Frank Demouge fungeren meer nog dan hun clubgenoten als boegbeeld van NEC. Dat betekent dat ze wat vaker voor nevenactiviteiten worden ingezet. Ze zijn de opvolgers van Anton Janssen en Cees Lok, die in hun tijd – nog niet eens zo lang geleden – ook nooit te beroerd waren om namens NEC ergens op te draven. ‘Dat gaat trouwens niet altijd even goed,’ bekent Demouge. ‘Zo nam ik deel aan een debatavond over supporters en voetbal, met zwaargewichten als Ad Melkert en burgemeester Guusje ter Horst. In een discussie vol met moeilijk taalgebruik werd dan plotseling aan mij gevraagd:
“Frank, je hebt het zelf meegemaakt, wat vind jij ervan?” Dan stond ik een beetje met de mond vol tanden.’

Lange tijd was Gentenaar de tweede doelman bij NEC. Eerst achter Wilfried Brookhuis, later achter Bas Roorda. ‘lk heb in een periode van vijf jaar maar twee keer een korte periode gespeeld. Ik twijfelde of ik moest blijven. Ik praatte veel met keeperstrainer Wim Teunissen. Hij gaf me vertrouwen, zei dat mijn geduld beloond zou worden. Mijn basisplaats kwam precies op tijd, ik had het niet veel langer volgehouden.’

Hartslag
Bij Demouge deed de crisis zich wat eerder voor. Ruim twee jaar geleden beoordeelde de technische staf zijn vorderingen in de jeugd. Er was twijfel. Was die Demouge wel goed genoeg?
Maar omdat Wim Teunissen – in tussen trainer van de A-jeugd – hardnekkig in hem geloofde, mocht Demouge het nog een jaar proberen. Vervolgens ging het snel. Na een opvallende seizoensvoorbereiding in de zomer van 2001 werd Demouge klaargestoomd voor het grote werk. Drie minuten invallen, dan zeven minuten, totdat hij uiteindelijk een basisplaats veroverde. ‘Dat was thuis tegen FC Groningen. In de rust had ik een hartslag van 200, zo spannend – en vermoeiend – was het voor me.
Na een kwartier in de tweede helft was het helemaal op en moest ik me laten vervangen.’

Dennis Gentenaar luistert geamuseerd. Over twintig jaar zullen ze er waarschijnlijk nog steeds hard om lachen. Na dat eerste superjaar valt dit seizoen wat tegen, erkent Demouge: ‘Ik ben absoluut niet tevreden, ik heb er zelfs nachten van wakker gelegen. De trainer bleef me vertrouwen geven, maar het kwam er maar niet uit. Pas in november, tegen FC Utrecht, scoorde ik. Het was een goal van niks, maar ik was wel van die hatelijke nul af. Tja, en toen kwam die hersenschudding tegen Vitesse, terwijl ik net beter begon te draaien.’

Hoog niveau
Dennis Gentenaar presteert al minstens anderhalf seizoen op hoog niveau. Zelden zal een NEC-keeper gemiddeld zo vaak de nul hebben gehouden. Hij, turft het zelf niet, maar feit is dat hij in de eerste seizoenshelft in acht van de zeventien wedstrijden zijn doel schoon hield. In de maand december kreeg hij zelfs helemaal geen doelpunt tegen. ‘Da’s leuk,’ reageert de doelman. ‘Maar voetbal blijft een teamsport. De persoonlijke prijzen zijn altijd minder belangrijk dan de teamprestatie.’ Op de trainingen houden Gentenaar en Demouge elkaar goed in de gaten. Ze hebben tegengestelde belangen: Demouge wil scoren, Gentenaar wil dat voorkomen. ‘ Als keeper let ik natuurlijk speciaal op Frank,’ aldus Gentenaar. ‘Spitsen hebben immers dat beetje extra, raken de bal net iets sneller, zijn net iets doelgerichter. Als Frank een bal mist, dan krijgt hij daar van mij zeker een flauwe opmerking over. Dat is goed voor zijn concentratie, bij een volgende poging wil hij dan koste wat kost scoren.’


Druk druk druk
Buiten het voetbal hebben de vrienden een totaal ander leven: Demouge woont bij z’n ouders, Gentenaar is getrouwd en heeft twee kinderen. Gentenaar voelt zich ook een beetje verantwoordelijk voor de nog steeds wat onstuimige Demouge. De spits beaamt dat: ‘Als ik ergens mee zou zitten, dan zou ik als eerste naar Dennis stappen.’

Naast het keepen heeft Gentenaar momenteel nog een andere dagtaak: het vaderschap. Op 19 december werd zijn tweede zoon, Jayden, geboren. Dayen, zijn andere zoon, is anderhalf en dat betekent dat Gentenaars gezinsleventje momenteel vrij hectisch is. En daarmee komen de twee Nijmegenaren uit bij hun lievelingsbezigheid: elkaars leven met een geintje onderuithalen. Gentenaar pest Demouge met het luizenleventje dat hij leidt, maar Demouge laat het daar niet bij zitten: ‘Dennis belt me wel eens om te vragen of ik zin heb om te gaan vissen. Dat is een van zijn hobby’s. Dan antwoord ik altijd heel serieus: “Dat zou ik best wel willen, Dennis, maar ik heb er echt geen tijd voor.”‘ ‘Pfff,’ reageert Gentenaar onmiddellijk, ‘Jaja, druk, druk, druk. Het zal wel. Je hoeft niet eens zelf te koken, man.’ En zo gaat het nog een tijdje door. Als ‘nuilen’ niet al bestond, zouden Gentenaar en Demouge het hebben uitgevonden.

Bron: De Blik, maart 2003

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.