Sije Visser: ‘Wij hebben niet de ambitie die Vitesse heeft’

Sije Visser (49) is sinds 1971 onlosmakelijk verbonden aan NEC. Als steunpilaar van de defensie belette hij menig aanvaller het scoren en alleen Cor Lems kon hem van het nationaal record gele kaarten afhouden. Als aanvoerder maakte hij het absolute hoogtepunt uit de historie van de Nijmegen Eendracht Combinatie mee: De Europa Cupwedstrijden tegen FC Barcelona.
 
Het is 17 mei 1983. In De Goffert heeft Ajax zojuist NEC afgetroefd in de return van de bekerfinale (1-3). Het was een eentonige wedstrijd, Ajax was veel te sterk voor haar zwalkende tegenstander. NEC had de gedachten bij de strijd tegen degradatie. een duel dat evenmin werd gewonnen. Maar omdat Ajax naast de beker ook de landstitel voor zich opeiste. mocht NEC zich als eerste divisionist inschrijven voor het inmiddels ter ziele gegane Europa Cup toernooi voor Bekerwinnaars. Niet wetende van het toekomstige lot, vervaardigde cartoonist Dick Bruynestein voor Studio Sport, na afloop van de bekerfinale, een karikatuur van een vol Nou Camp. NEC tegen FC Barcelona. Het was te bespottelijk om waar te zijn.
 
Droom kwam uit
Vier maanden later werden beide ploegen in de tweede ronde daadwerkelijk aan elkaar gekoppeld. Een droom kwam uit. Ook voor NEC-aanvoerder Sije Visser: “FC Barcelona was toen de club van Diego Maradona. Helaas was hij er niet bij, maar illustere voetballers als Carasco, Nonso en Victor deden wel mee.” Het duel kende een sensationeel verloop. N na twintig minuten leidde NEC met 2-0. In de met 30.000 toeschouwers uitpuilende Goffert scoorden Anton lanssen en Michel Mommertz. Visser: “Het was net of het niet gebeurde, zo vreemd. Tot het noodlot genadeloos toesloeg. Het werd 2-1 waarna Eric van Rosum vanaf de middenlijn terugspeelde op keeper Van Cuyk. De bal verdween over de doelman het doel in, 2-2. Daarna nam Barcelona het heft in handen en verloren we kansloos met 2-3. De return, twee weken later, was een formaliteit. Er waren hooguit 25.000 toeschouwers, die verdronken in dat enorme stadion. Barcelona speelde met het tweede elftal en we verloren met 2-0. Daarom kun je niet spreken over het hoogtepunt uit mijn carriere. Voor vele NECérs is het dat wel, bij mij staat de eerste ronde tegen Brann Bergen op de eerste plaats. Het verschil? In Noorwegen wonnen we. Barcelona was een nederlaag en verliespartijen horen geen hoogtepunt te zijn. Voor mij niet althans.’

Die laatste opmerking kenmerkt de mentaliteit van Visser, die in zijn tijd bekend stond om zijn onverzettelijkheid en hardheid. De wil om te winnen zat er bij de geboren fries al vroeg in. Eind jaren zestig debuteerde hij in het betaalde voetbal bij Hermes DVS uit Schiedam in de toenmalige Tweede Divisie. De derby’s tegen Fortuna Vlaardingen staan hem nog helder voor de geest. Daar ging het om de eer van de streek, werden de mouwen opgestroopt en leerde hij bikkelen, schoffelen en draven. In 1971 kon hij bij NEC een fullprof contract tekenen, niet wetende dat hij in 1999 nog steeds werkzaam zou zijn bij de club uit Nijmegen: ‘Mijn eerste trainer was Wiel Coerver. Voetballend gezien perfect, uit menselijk oogpunt een ramp. Ik heb geen respect voor de manier waarop hij met mensen omging; negatief, vernederend, keihard en uiterst onpersoonlijk.’ Coerver wordt de laatste jaren steeds meer in verband gebracht met doping, maar daar zegt Visser nooit iets van gemerkt te hebben: Äch, doping, doping. We kregen af en toe wel eens een pilletje, maar bij mij sorteerde dat geen effect. Daarom nam ik ze op den duur niet meer.’



Afscheid
Vijftien jaar na zijn debuut, in 1986, hing Sije Visser op 36-jarige leeftijd zijn voetbalschoenen aan de wilgen. Een carriere met zo een af en toe een bekerfinale en nu en dan een nacompetitie was ten einde gekomen. Per direct, maakte Visser de overstap naar het bestuur. Een beslissing waar hij spijt van kreeg: ‘Ik voelde me teveel speler, stond tussen een groep jongens waar ik eigenlijk boven moest staan. Daarom besloot ik na twee maanden tijdelijk afstand te doen van de club en ben ik me gaan richten op een opleiding tot belastingadviseur. De lokatie van het gesprek, in zijn kantoor bij Deloitte & Touche, geeft aan dat Visser die opleiding met succes heeft afgerond.
In 1992 keerde Visser terug in het bestuurd ban NEC, waar hij tegenwoordig de portefeuille technische zaken beheert. Als bestuurslid is hij mede verantwoordelijk voor de imagoverandering waar NEC aan werkt. Het ?saaie’ NEC moet een levendige vereniging worden, met moderne faciliteiten voor sponsors en supporters. Bestuurslid Visser vertelt dat onderzoek heeft uitgewezen dat NEC sinds twee jaar een sympathieke uitstraling heeft: ‘Voetballers die vroeger niet wilden, komen nu wel naar NEC,’ geeft hij als bewijs.
 
Nieuw stadion
Aandachttrekker van het nieuwe NEC moet het totaal gerenoveerde stadion De Goffert worden. De verbouwing is momenteel in volle gang en moet eind augustus, begin september, afgerond zijn. Om alle voetbaslliefhebbers in Nederland gerust te stellen: die afzichtelijke sintelbaan rondom het veld in De Goffert verdwijnt. Daarvoor in de plaats komt een moern stadion met dichte hoeken en een capaciteit van 12.500 toeschouwers. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om dat aantal te verhogen, gelijk SC Heerenveen, tot 20.000. Maar dat is voorlopig nog niet aan de orde. NEC stippelt een beleid uit dat niet verder kijkt dan de komende twee, drie jaren jaren. Visser: ?Wij hebben niet de ambitie die Vitesse heeft. Wij hoeven niet ieder jaar mee te doen om Champions League. Ook niet om Europees voetbal, nee. Nec wil zich de komende jaren vestigen als stabeile middenmoter in de KPN Telecompetitie. De begroting is in een beperkt aantal jaren opgevoerd naar ruim twaalf miljoen gulden, maar ook dat zal op termijn niet voldoende zijn. De eerste jaren kunnen we in ieder geval prima vooruit. Laten we vooral zorgen ons nieuwe stadion lekker vol te krijgen. Rustig aan, stap voor stap. Dat is ons devies.’
 
Het klinkt berekenend en koel uit de mond van iemand waar het NEC-bloed door de aderen stroomt: Äch, ik wil niet zeggen dat ik niet uitbundig kan zijn, maar ondanks mijn dienstjaren mis ik dat gevoel van een echte Nijmegenaar. NEC-Vitesse, dat gevoel. Laatst zag ik mensen lopen met een shirtje met de onderlinge uitslag van die wedstrijd van dit seizoen, 2-1 voor ons. Dat maakt het hele seizoen goed, kan men een jaar op teren. Dat vind ik overdreven. Waar ik zelf ontroerd van raak? Nou, ik heb aan mijn carriere een frustratie overgehouden, namelijk dat ik nooit gewonnen heb van Ajax. In 1994 wonnen we in de meer een bekerwedstrijd, met 0-2. Op dat moment had ik een brok in mijn keel, was ik ontroerd. Toen voelde ik me echt NEC’er.


Bron: ELF, Juli 1999

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.