Het shirt van Frans Paymans werd verdeeld onder de supporters van de East Side. Aanvoerder Frans Janssen ging op de schouders. Het kunststuk was volbracht. NEC periodekampioen. Op naar de nacompetitie, en -wie weet- dan terug naar de eredivisie.
Het bier vloeide rijkelijk, de jongens van Pim van de Meent zongen de kelen schor, NEC was weer eens ten strijde getrokken, en hoe. In een vlekkeloze stijl werd de schande van de eerste competitiehelft uitgewist. De derde periodetitel ging naar Nijmegen, na zeven bloedzuivere overwinningen. Via Vitesse (2-0), Heerenveen (3-1), SVV (2-0), FC Twente (5-2), NAC (2-0), Eindhoven (2-0) en nu dan De Graafschap (2-0) ging NEC met de eer strijken. Zegevierend trok men door het land. Alleen van de gedoodverfde landskampioen Feyenoord werd in het kader van de strijd om de KNVB-beker met 6-1 verloren.
Gepuzzel
NEC keek in die derde periode niet om naar op de loer liggende concurrenten. De Nijmegenaren mochten bij De Graafschap niet verliezen, anders zou NAC op basis van een beter doelgemiddelde naar de nacompetitie mogen gaan. Bij een gelijkspel op De Vijverberg zou MVV nog een kansje maken. Dan moest er bij FC Twente met 4-0 gewonnen worden. Al dat gepuzzel schoof NEC zelf aan de kant, maakte korte metten met een bitter tegenvallend De Graafschap.
Witjes
Het ‘Popovics-effect’ was gisteren in geen velden of wegen merkbaar. Als een stelletje slakken bewoog de Doetinchemse brigade zich over de grasmat, op geen enkele manier werd merkbaar dat hier al een periodekampioen te aanschouwen was. In de Nijmeegse Goffert hadden de Achterhoekers de eerste periodetitel gegrepen, na een 1-0 zege op…NEC.
Het woord was nu aan NEC dat zich niet uit het veld liet slaan door een ongekend griepvirus dat huishield in de spelersgroep. Achteraf viel het allemaal nog mee. Wat witjes nam Wim van Cuyk plaats tussen de palen, Ron de Groot stond op karakter op z’n loopgrage benen, en Anton Janssen bleef op kracht na een spuit.
Opgejaagd
NEC trad aldus toch op oorlogssterkte aan; alleen Michel Mommertz keek geschorst toe. De Kwakbergband mocht van de Doetinchemse politie niet spelen (anders waren de walkie-talkies niet hoorbaar!), maar NEC speelde dat het een lieve lust was. De weer fitte Danny Hoekman liet Edward Sturing alle hoeken van het veld zien, Frans Janssen en Henk Grim stonden op scherp, en Anton Janssen versnelde het tempo soms weer verrassend.
De Graafschap, opgejaagd door de NEC-meute, had geen pasklaar antwoord op het agressieve spel van de Nijmegenaren. Het keek lijdzaam toe hoe NEC de lakens uitdeelde, en snel naar een allesbeslissende 2-0 voorsprong uitliep. Hoekman slingerde zich langs Doetinchemse benen, bediende Grim die de bal naar Frans Janssen lobde. Vrijgespeeld knikte Janssen de bal keurig achter de kansloze Wilfried Brookhuis, 0-1.
Na een klein half uur was al sprake van een gelopen koers. Hoekman haalde de achterlijn, zette hoog voor, Grim en Pieneman sprongen samen naar de bal, Peter Selbach liep in en met de binnenkant van de rechtervoet schoot de diensplichtig militair de bal ineens hoog in de touwen, 0-2.
Spartelen
Het was vervolgens stuitend om te zien hoe De Graafschap alleen maar tot wat spartelen in staat bleek. Popovics bleef vergeefs wijzen, terwijl NEC op balbezit kon gaan spelen. Het spelpeil kelderde naar een bedenkelijk niveau. Popovics wierp Hans Galgenbeld en Rob Kelderman in de strijd, maar het beoogde effect bleef uit. NEC loerde op kansjes maar ging grieperig niet meer tot het uiterste.
Trainer Pim van de Meent hield zelf te enthousiaste supporters tot het laatste fluitsignaal van Jan Hobé uit Tiel buiten het veld. Daarna nam de East Side bezit van De Vijverberg.
De Graafschap-NEC 0-2 (0-2).
9. F. Janssen 0-1.
28. Seibach 0-2.
Scheidsrechter: Hobé.