Van de Meent en NEC passen niet meer bij elkaar

    Dat ene doelpunt van Michel Mommertz, in de 24e minuut van die gedenkwaardige 28e september in het Noorse Bergen, had veel méér betekenis dan het bereiken van de tweede ronde van de Europacup.

    Het tanende financiële voortbestaan van de ‘Stichting Betaald Voetbal NEC’ – de wedstrijd die volgde tegen Barcelona leverde netto ruim 200 duizend gulden op – werd voorlopig veilig gesteld.

    De ruzie die in Bergen losbarstte tussen trainer Pim van de Meent en het bestuur van de Nijmeegse semi-profclub kon worden gesust. In de roes van het succes werd de vrede getekend. Een gewapende vrede, zoals uit de ontwikkelingen daarna zal blijken.


Niemand kan erom heen: NEC is de afgelopen maanden gered door het toeval, niet door een sterk bestuurlijk beleid en/of sportieve prestaties. Zowel achter de groene tafel als op net veld faalden alle betrokkenen. Slechts de hoop hield de club overeind; hopen tegen beter weten in, ook al zorgde een lootje uit de uefa-champagnekoker voor een onverwachte opleving.


Historie
Voor de oorzaak van de malaise bij de huidige Nijmeegse eerste divisieclub moet wat dieper in de historie worden gegraven dan de fatale laatste seizoenen. De club beleefde in de jaren zeventig gouden tijden in de eredivisie, Redelijke prestaties, veel publiek en dus een welgevulde verenigingskas. Het geld kwam met scheppen binnen, maar werd er op de overbekende wijze met kruiwagens weer uit gereden.


Het kon niet op in die jaren, spelers en trainers (Hans Croon!) vulden in De Goffert uitbundig hun zakken en verdwenen met de buit naar elders. Toen ook de prestaties uitbleven; was de kiem voor de huidige stand van zaken gelegd. Wat nog een beetje naam had als speler moest worden verkocht om de gaten in de begroting te dichten. Vergeefs: de prestatie bleef uit, het publiek thuis en alleen de schuldenlast steeg tot miljoenenhoogte.


Bestuur
In die situatie kwam op 1 juli 1981 de scheiding tussen betaald en amateurvoetbal bij NEC tot stand. Min of meer opgedrongen door de gemeente, die eiste dat er orde op financiele zaken werd gesteld. Het nieuwe stichtingsbestuur onder leiding van de voormalige Nijmeegse wethouder, thans gedeputeerde, mr.Henk Bergamin stond toen voor de gigantische klus om de schuldenlast weg te werken.


We erkennen dat het bestuur in die opzet is geslaagd. De schulden werden tot redelijke proporties teruggebracht, o.a. door af te zien van een full-time manager en drastisch het mes te zetten in de spelers-salarissen. De werkzaamheden van de manager werden overgenomen door een aantal bestuursleden. Tot groot verdriet overigens van trainer Pirn van de Meent, die een ”professioneel klankbord” miste en herhaaldelijk betoogde dat de organisatie in handen was gekomen van ”goedwillende hobbyisten” hard werkende mensen zonder al te veel verstand van datgene wat in de betaalde voetballerij te koop is.


Pogingen van van de Meent om een aantal ‘voetbaldieren’, zoals de voormalige managers Willy Janssen en Ton Roes, toch weer bij de club te betrekken, werden door het bestuur resoluut van de hand gewezen. Onder het verleden moest definitief een streep worden gezet. Het bestuur kon zijn eigen boontjes best doppen. Er kwam alleen een elftalbegeleider in de persoon van Hans Elmers, zonder een enkele bevoegdheid en met een proeftijd van een half jaar.


Versterking
Intussen bleven de sportieve successen uit. Na jaren voor lijfsbehoud te hebben geknokt, kwam vorig jaar dan toch de onvermijdelijke degradatie uit de eredivisie. Het bestuur stond erbij en keek ernaar. In de beslissende fase, toen alle andere degradatiekandidaten zich ijlings versterkten, hield NEC alles bij het oude. In de hoop dat het tij toch nog gekeerd zou kunnen worden.


Aan het einde van het seizoen, toen de eerste divisie realiteit was geworden, verweet de krant het NEC-bestuur een risicoloos beleid, niet gericht Op voetbalprestaties, maar uitsluitend op het aan elkaar knopen van de touwtjes. Voorzitter Bergamin reageerde: ”De toekomst van de club staat voorop. Zakkenvullers hebben we in het verleden al genoeg gehad”, maar ook: ”Komend seizoen in de eerste divisie wordt beslissend voor NEC. Het is een absolute noodzaak om in een jaar terug te keren in de eredivisie. Blijven de toeschouwers weg, dan is er voor het betaalde voetbal in Nijmegen geen bestaansrecht meer”.


Amateurs
Woorden, waaraan geen inhoud werd gegeven. Geroutineerde krachten als Harrie Schellekens en Piet Wijnberg – die bij de ‘struggle for life’ in de eerste divisie van grote waarde hadden kunnen zijn – verlieten De Goffert, tegen de uitdrukkelijke wil van trainer Pim van de Meent. Hij kreeg er wel wat voor terug: onervaren amateurs als doelman Wim van Cuyk en verdediger Frans Paymans.

Het bestuur gokte op twee paarden. Routine (en dus geld) inleveren en met een jonge, frisse ploeg toch proberen het beoogde doel – de eredivisie – te bereiken. Trainer Pim van de Meent werd wel een vette Gelderse rookworst voorgehouden: mochten de resultaten tegenvallen, dan zou het elftal alsnog versterkt kunnen worden. Er was immers geld, dankzij het onverwachte bekersucces (20.000 toeschouwers in de finale tegen Ajax in De Goffert) en de verkoop van Harrie Schellekens naar FC Groningen (opbrengst rond twee ton).


Het nieuwe NEC begon de oefencampagne niet onverdienstelijk (o.a. winst tegen AZ’67), maar kreeg een flinke tik door de dubbele beenbreuk die ‘motor’ Wim van Zinnen opliep in Volendam, Nog voor de eerste competitiewedstrijd tegen Vitesse werd Michel Mommertz aangetrokken als de man die de spelpatronen op het middenveld zou moeten uitzetten. In die rol zou hij overigens nauwelijks uit de verf komen, hoewel hij alleen al door dat doelpunt tegen Brann Bergen ‘goud’ waard was.


Door een redelijke competitiestart, het verlies bij Vitesse werd ruimschoots gecompenseerd via drie overwinningen op eigen veld tegen onbetekenende tegenstanders leek de gok van het bestuur goed uit te pakken; Daarna ging het snel bergafwaarts. Er kwam een opleving dankzij het bereiken van de tweede ronde van de Europacup voor bekerwinnaars. De koppeling aan Barcelona betekende in financieel opzicht een geweldige opsteker.


Maar de verhouding tussen trainer Van de Meent en het bestuur was intussen ernstig bekoeld. De NEC-trainer eiste niet alleen direkte versterking van het elftal, hij ergerde zich ook groen en geel aan de organisatie van de club. Het kwam tot een uitbarsting aan de vooravond van het Europacupduel in Bergen. Ten overstaan van de vaderlandse sportpers uitte Pim van de Meent felle kritiek op het beleid.


Zijn uitlatingen waren dermate hard en emotioneel – en getuigden van een zo diep wederzijds wantrouwen – dat het bestuur in feite slechts een beslissing had kunnen en moeten nemen: breken met de trainer. Hoewel voorzitter Bergamin de aanval van Van de Meent veroordeelde als ”een stoot onder de gordel” werd de ruzie in een pittig gesprek toch bij gelegd. Ook al, omdat het ontslag van Van de Meent die nog een contract heeft van anderhalfjaar, ernstige financiele consequenties mee zou brengen. Bovendien: ”een winnende trainer heeft altijd gelijk”, zoals voorzitter Bergamin het uitdrukte.


Hoe fout die beslissing niettemin is geweest. kwam in de periode daarna kortstondig onderbroken door het ‘succesje’ thuis tegen Barcelona nadrukkelijk aan het licht, de verstandhouding tussen bestuur en trainer bleef beneden peil. Ook hulptrainer Leo Beerendonk zag geen basis meer voor samenwerking met Van de Meent en vertrok.


Het bestuur, met name de voorzitter, verweet de coach een foutieve speelwijze en een warrig beleid ten aanzien van vooral de jongere spelers (en later ook met Mommertz, die van de ene op de andere dag naar de reservebank werd verwezen).


Van de Meent op zijn beurt verweet het bestuur een amateuristische aanpak. En gezegd moet worden, dat daarvan ook voldoende voorbeelden te vinden zijn:


    Een conflict met Paul Meijers werd verloren. Dat kostte de club nogal wat geld, o.a. omdat Meijers in dienst moest worden gehouden.

    Aan jonge spelers als Danny Hoekman en Eric van Rossum werd, tegen de wil van de trainer, een basissalaris aangeboden vergelijkbaar met dat van een routinier als Toon Willemse (die daarover dan ook nogal in zijn wiek was geschoten)

    Bij de thuiswedstrljd tegen Barcelona werd een fitale blunder gemaakt, die de vereniging liefst 60 duizend
    gulden kostte.

    Een landelijk ochtendblad vergeleek het gedrag van de Nijmeegse delegatie in Barcelona met dat van een kleuterklas op schoolreisje. Aanvoerder Sije Visser, die op uiterst milde wijze met deze ironische uitlatingen instemde, kreeg van het bestuur een geldboete van f 250,-


    Terwijl al vroegtijdig werd gerept van een uitverkocht Goffertstadion, bleken na afloop nog 6.000 toegangskaarten bij de voorverkoopadressen te liggen. Bij vroegtijdige signalering zou een groot aantal daarvan zonder al te veel moeite nog van de hand zijn gegaan.

NEC-trainer Pim van de Meent is een vakman, dat heeft hij in het verleden langdurig bewezen. Bij NEC is zijn ‘westerse’ aanpak minder succesvol. De degradatie van vorig seizoen en de slechte prestaties van deze competitie moeten voor een deel ook aan hem worden toegeschreven. Incidenteel getuige de bekersuccessen, weet hij de ploeg nog wel op te peppen, maar hij lijkt niet meer in staat om de spelers wekelijks voldoende te motiveren. Hij lijkt te berusten in het onvermijdelijke en die houding is toch volledig in strijd met de ambitieuze, enthousiaste, strijdbare Van de Meent, zoals iedereen die al jaren kent. Mogelijk dat hij ook teveel in beslag wordt genomen door allerlei nevenactiviteiten, die de club overigens wel ten goede komen.


Met name de jonge spelers kunnen de ogenschijnlijk wispelturige daden van hun trainer niet meer volgen. Wim van Cuyk, John van Geenen, Frans Paaymans, Danny Hoekman, Eric van Rossum, Anton Janssen, Percey Guerin: zij allen kwamen en verdwenen weer zonder enige logische aanleiding. De ene week in het elftal, de andere week op de reservebank, soms verbannen naar het tweede elftal of zelfs naar de tribune. Hun zelfvertrouwen is weg, de faalangst overheerst bij elke stap die ze in het eerste elftal (mogen) zetten.


Vier dagen voor de returnwedstrijd tegen Barcelona, nadat in het eigen stadion een enorm spektakel was geboden, werden doelman Van Cuyk, voorstopper Van Rossum en middenvelder Mommertz pardoes naast het team gezet. Die lijn werd doorgetrokken in Nou Camp, Michel Mommertz, de man van het ‘kostbare’ doelpunt in Bergen en de uitblinker tegen Barcelona in Nijmegen, voelde de beslissing als een geweldige vernedering.


Geen begrip
Niet alleen een deel van de spelersgroep en het sterk uitgedunde supporterslegioen konden niet langer begrip opbrengen voor het ‘warrige’ beleid van Van de Meent, ook voor het bestuur was de maat vol. Zozeer zelfs, dat voorzitter Bergamin – in strijd met de afspraak die na de affaire ‘Bergen’ was gemaakt om als bestuur en trainer eensgezind naar buiten te treden – hoogstpersoonlijk de publiciteit zocht om in bedekte termen het ontslag van Pirn van de Meent aan te kondigen.


Dat lijkt voor alle partijen ook de meest voor de hand liggende oplossing. Bestuur, trainer en spelers zijn op elkaar uitgekeken. De basis voor elke vorm van samenwerking ontbreekt Het is zinloos om elkaar op deze wijze nog anderhalf jaar lang voor de voeten te lopen en de financiele gevolgen moeten dan maar op de koop toe worden genomen.


NEC en Pim van de Meent passen gewoon niet meer bij elkaar!

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.