Hermans opvolger Beerendonk bij NEC

Het bewind over het tweede elftal van NEC is in Limburgse handen gebleven. Leo Beerendonk uit Heerlen gaf er de brui aan en Clemence Hermans uit Voerendaal stond onmiddellijk klaar om het roer over te nemen.
 
Vanaf het moment dat Beerendonk de Goffert de rug toekeerde, zat hoofdcoach Pim van de Meent vooral in de weekeinden tot over zijn oren in het werk. Op de zaterdagmiddag moest hij bijvoorbeeld het tweede in Maastricht coachen, even een nababbel, en dan ijlings met de eigen auto door naar het eerste. Gekkenwerk natuurlijk.
 Vandaar dat Van de Meent een duidelijke wens bij het NEC-bestuur op tafel legde: voor 1 december moet er een nieuwe tweede trainer zijn.
 
Die nieuwe man had men snel gevonden, nadat men onder andere oud-eerste elftalspelers als Ben Ger­ritsen en Ad Mellaard had gepolst. De keus lag voor de hand. De 37-jarige Hermans: ”Vorig seizoen liep ik bij NEC stage voor het diploma Oefenmeester 1. Ik maakte analyses voor Leo en Pim, trainde de jongens soms, en zat naast Leo in de dug-out bij het tweede.”



Helpende hand
Van het een kwam het ander. Ook in deze competitie liet Hermans zijn gezicht veelvuldig bij NEC zien, en de afgelopen weken stak hij Van de Meent al meermalen de helpende hand toe. NEC plaatste een advertentie in het blad van de Nederlandse trainers, ‘De Oefenmeester’, waarop verscheidene sollicitanten reageerden. De meest voor de hand liggende persoon werd door NEC uiteindelijk binnengehaald; Clemence Hermans.
 
Op 19-jarige leeftijd nam Hermans van Voerendaal bij Heerlen afscheid, en toog naar Nijmegen. In de stad aan de Waal vond hij emplooi bij de plaatselijke politie, als rechercheur. ”Toen al speelde ik met de gedachte trainer te worden. Ik liet mij echter overhalen ook in Nijmegen zelf te voetballen. Bij Quick, onder Wim Groenendijk, speelde ik een paar vriendschappelijke wedstrijden. Daarna volgden twee jaar DVOL; een collega had me toch weer overgehaald om in Lent mee te doen.” Kort daarop zocht Hermans sportpark De Kluis op, en met Union werd hij twee keer kampioen. Eindelijk was Union terug in de ‘grote’ KNVB. 
 
Bij Union werd hij gevraagd om de jeugd te gaan trainen, en Hermans wisselde het politievak in voor dat van rij-examinator. Hermans verduidelijkt: ”Ik kon mijn werkzaamheden bij de politie niet langer combineren met trainerscursussen in Zeist. Als rij-examinator was ik in staat mijn tijd zelf in te delen.”
 
‘In het vak van trainer heb ik van meet af aan geluk gehad”, stelt Hermans. ”Bij de politie werkte de oud-NEC-speler Mozes Bicentini. Hij zei dat Juliana uit Malden wel iets voor mij zou zijn. Zo belandde ik voor twee jaar bij Juliana. Na Juliana kreeg ik het Millingse MVV ’18 onder mijn hoede, waar ik drie seizoenen aan het werk was. En nu ben ik terug bij de vierde klasser Union, een fantastische club met een organisatie waar veel clubs een puntje aan kunnen zuigen.”
 
Hermans zwaait nu zowel over NEC-2 als over Union de scepter. ”Ja, ik heb het druk, maar ik hou wel van jagen. Met NEC is officieel zestien uur mee gemoeid, en Union eist per week zo’n twaalf uur op. Het is te combineren.”
 
Juiste spoor
Aan Hermans de taak de NEC-talenten weer op het juiste spoor te zetten, na een woelige periode van telkens een andere trainer. Hermans: ”De jongens kennen mij, dus dat lijkt me geen probleem. Het is alleen jammer dat je bij NEC geen tijd hebt iets op te bouwen. In twee jaar moeten die jongens zich bewijzen, anders vliegen ze eruit.”
 
”Ik hoop tot eind juni 1984 zo goed mogelijk voor de dag te komen. Misschien wordt het contract met NEC dan wel verlengd. Ik ben blij dat ik al zo snel in het betaalde voetbal ben terecht gekomen”, aldus Clemence Hermans.

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.