DTH Classic: Interview Cees van der Linden

Je zou het bijna vergeten in dit digitale tijdperk, maar de oudgedienden onder jullie herinneren zich wellicht dat De Trouwe Honden ooit alleen in papiervorm bestonden. Vol enthousiasme werd ons DTH fanzine (oorspronkelijk nog ‘Doggystyle’ genoemd) rondom het stadion gesleten aan argeloze medesupporters. Naar goed nostalgisch gebruik leek het ons bijna twee decennia later (de eerste editie van ons fanzine zag het licht in 2001) een mooi moment om die oude fanzines weer eens van zolder te halen, flink af te stoffen en schaamteloos te herkauwen voor een nieuwe rubriek die we ‘DTH Classic‘ hebben gedoopt. In deze rubriek pakken we de leukste, meest memorabele of opvallende stukjes uit ons fanzine en geven we jullie een typisch DTH-siaanse terugblik op onze papieren periode (2001-2008). 

Deze keer nemen we je mee naar het jaar 2006 waarin Bleum en Daan onze oud fysio Cees van der Linden onder vuur nemen in een interview. 

“Soms weet ik zelf niet goed hoe ik er op moet reageren en zwaai ik maar netjes”

 

Van alle verzorgers in Nederland is er maar één die door de aanhang zo fanatiek toegezongen wordt en dat is onze eigen Cees van der Linden. Hoogste tijd dus om Cees eens wat vragen te stellen, want waar komt die X-factor toch vandaan? Voor de wedstrijd tegen Sparta spraken wij hem en hadden we het over zijn carrière als voetballer en over zijn huidige functie bij NEC.

Er zijn de laatste tijd vrij weinig blessures, verveel je je al?
Ik ben nu aan de slag met spelers die niet ‘te’ geblesseerd zijn zodat ze niet kunnen spelen, maar wel last hebben van kleine klachten. Daarnaast ben ik ook altijd bij de trainingen aanwezig, waarbij ik de loopoefeningen vaak voor mijn rekening neem. Er is voor mij altijd genoeg werk te doen, ook als er geen spelers geblesseerd zijn.

Inmiddels ben je alweer sinds 2000 de populairste fysiotherapeut. Heb je het nog naar je zin?
Ik ben inmiddels inderdaad al bijna 7 jaar fysiotherapeut bij NEC en dat bevalt me nog steeds prima. NEC is echt mijn cluppie geworden en ik hoop hier dan ook oud te worden. Ik blijf het schitterend vinden om dagelijks met de jongens bezig te zijn, en naar de volgende wedstrijd toe te leven. Natuurlijk vind ik het ook fantastisch om te zien hoe het publiek op me reageert als ik langs de tribunes loop. Dat maakt me verlegen. Soms weet ik zelf niet goed hoe ik er op moet reageren en zwaai ik maar netjes. Dat zijn altijd leuke dingen om mee te maken.

Hoe is het medische team bij NEC eigenlijk georganiseerd?
Mijn team bestaat uit teamarts Sjoerd de Vries en Han Tijshen. De laatste is opvolger van Sander van Dijk. Han is verantwoordelijk voor Jong NEC en coördineert de voetbalschool. Sjoerd de Vries is KNO-arts in het CWZ en fungeert op vrijwillige basis bij NEC. Hij komt één keer per week op de club langs maar daarnaast worden alle belangrijke zaken wel met hem gecorrespondeerd. Hij regelt bijvoorbeeld ook alle contacten voor ons in het ziekenhuis. Ook kunnen (jeugdige) contractspelers en spelers van de voetbalschool op ons spreekuur komen, waarna wij ze weer verder doorverwijzen.

Hoe schat jij eigenlijk de ernst van de blessures in?
Tijdens de wedstrijden gaat dit meestal automatisch en is het een samenspraak tussen de speler en mij. De geblesseerde speler kan vaak exact aangeven wat hij voelt, zodat ik hier gelijk op kan inspringen. Wanneer er voor een wedstrijd besloten moet worden of een speler wel of niet kan spelen, dan gaan we met alle betrokken partijen om de tafel zitten. Ik geef hierbij de medische risico’s aan, maar het blijft de speler zelf die uiteindelijk beslist of hij wel of niet kan spelen. Dit is soms voor mij ook erg lastig wanneer er bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd voor de deur staat.

Het komt regelmatig voor dat een speler die maar voor 70% of 80% fit is meer kan brengen dan een speler die 100% fit is. Als fysiotherapeut hoor ik dan wel eens te zeggen dat het beter is dat een speler niet mee speelt, maar als oud voetballer ligt dat soms weer net even anders. Uiteraard moet je altijd uitkijken voor bepaalde situaties. Als een speler niet helemaal fit is moet je wel duidelijke afspraken maken. Niemand wordt er beter van als een speler er lang uitligt met een blessure. Bij dit alles kijk ik ook altijd kritisch naar mezelf en dat helpt me om een zo goed mogelijke fysiotherapeut te worden.

Cees denkt heel hard na!   –   Foto: Rob Koppers

Ben jij soms ook een soort mental coach?
Spelers weten dat ze voor alles bij mij terecht kunnen. Ik ben dan wel geen mental coach, maar omdat ik ook voetballer ben geweest weet ik precies wat er in de koppies van de jongens omgaat, waardoor je toch een speciale band met elkaar creëert. Eigenlijk gebeuren dit soort situaties spontaan, ondanks dat deze taak niet officieel in mijn functieomschrijving staat.

Kun jij verklaren waarom sommige spelers vaker geblesseerd zijn dan andere?
Dit is vaak afhankelijk van een combinatie van verschillende factoren. Om voor iedere een speler een zo goed mogelijk overzicht te krijgen hebben wij een persoonlijk dossier voor ze gemaakt, waarin we alles vastleggen. Hierbij komt soms ook het mentale aspect om de hoek kijken. Omdat ik ook voetballer ben geweest, weet ik hoe de jongens denken en hoe ze zich voelen en daar probeer ik ook mijn steentje aan bij te dragen. Het geeft je toch iedere keer weer de kick en de spanning om een speler op tijd voor de wedstrijd fit te krijgen.

De laatste tijd zien we helaas te vaak verschrikkelijke beelden van spelers die overlijden, is daar nu ook extra aandacht voor?
Dat is inderdaad verschrikkelijk als zoiets gebeurd zoals bijvoorbeeld bij Di Tomasso. Vaak moet het eerst een keer fout gaan voordat er ingegrepen wordt. Nu is er een specifiek protocol opgesteld waarbij de spelers iedere week worden gewogen, en bepaalde testen moeten ondergaan die allemaal in het dossier worden vastgelegd.

Hoe zit het met de voorbereiding? Hoe belangrijk is de voorbereiding voor het verloop van de rest van het seizoen?
Voordat het seizoen begint ga je samen met de trainers om de tafel zitten om een schema op te zetten voor de voorbereiding. Dit seizoen hebben we dat dus voor het eerst gedaan met Mario Been, en Mario en ik hadden hierover precies dezelfde gedachte. Vroeger bestond de voorbereiding uit veel boslopen, tegenwoordig is het een combinatie kracht-, conditie en baltraining. De zes weken voorbereiding die we vaak hebben zijn dus erg belangrijk om ons voor te bereiden op het nieuwe seizoen. De spelers hebben in deze tijd wat meer tijd om te herstellen, want in de competitie moeten ze er toch weer snel staan. Ook krijgen de spelers voor de vakantie een schema voor ons mee waar ze zich in de vakantie aan moeten houden, zodat de conditionele achterstand bij het begin van de voorbereiding niet al te groot is.

 

“In mijn tijd was hard werken normaal, tegenwoordig wordt het gezien als een kwaliteit”

 

Jij stond als voetballer bekend als een harde werker in het veld, welke huidige NEC speler zou jij met jezelf kunnen vergelijken?
Het gekke is dat in mijn tijd hard werken normaal was en dat het tegenwoordig wordt gezien als een kwaliteit. Als ik dan toch een speler uit de huidige selectie moet noemen ga ik heel voorzichtig toch voor Peter Wisgerhof. Ik vind zelf in ieder geval dat ik er altijd hard voor werkte en daarnaast ben ik net als Peter buiten het veld een rustige en nogal verlegen jongen.

Heb je eigenlijk nog wel eens contact met je oude teamgenoten van vroeger?
Patrick Pothuizen zit hier natuurlijk nog steeds, daarnaast kom ik Frank Wijnhoven, Anton Janssen, Carlos Aalbers, Patrick van Diemen (RKC red.) en Carlos van Wanrooy nog regelmatig op de club tegen of tijdens wedstrijden.

Je liet de naam van Carlos Aalbers al vallen. Wat vind je ervan dat hij de nieuwe Technisch Directeur wordt?
Ik vind het altijd erg leuk als oud spelers weer een functie bij de club krijgen. Carlos had vroeger al goed inzicht in het spelletje en ik denk dat hij een goede Technische Directeur voor NEC kan worden.

 

“Vroeger zagen de supporters denk ik wel meer eigenschappen van zichzelf terug in het spel van de spelers”

 

Ceesie Bedankt!   –   Foto: Rob Koppers

Je had het er net al over dat je de reacties van de supporters altijd erg leuk vindt. Is publiek in al die jaren veranderd?
Dat is lastig aan te geven omdat er vroeger maar 3.000 mensen op de tribune zaten en nu ongeveer 12.000. Ik denk wel dat de supporters de afgelopen jaren steeds kritischer zijn geworden. Vroeger zagen de supporters denk ik wel meer eigenschappen van zichzelf terug in het spel van de spelers. Ik heb het idee dat dit nu een stuk minder is. Aan de andere kant vind ik het wel jammer dat spelers worden uitgefloten bij het uitvak als ze de supporters komen bedanken voor de steun. Dit is voor veel spelers erg vervelend, en het lijkt mij niet positief voor hun vertrouwen.

Volgens ‘Doeluh heb jij ooit gezegd dat het allemaal te mak was bij NEC, dat er nooit eens iets uitgehaald werd.
Dat klopt inderdaad. Het is een tijdje nogal rustig geweest en toen heb ik dat geroepen. Het is belangrijk dat de sfeer in de groep goed is, en daarbij speelt humor ook een belangrijke rol. De ene keer ben je de aanstichter en de andere keer het slachtoffer. Zo heb ik ooit tegen een niet nader te noemen speler gezegd dat hij voor een bepaalde blauwe tape zijn haar moest wegscheren van zijn buik tot op zijn schaambeen. Toen hij geschoren terugkwam deed ik net of ik van niks wist, hahaha.

Daan & Bleum.

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.