DTH Opinie: Brandhout

Normaal gesproken zakt na een slechte wedstrijd van ons cluppie de woede en de frustratie enkele uren later wel weer een beetje weg, om vervangen te worden door gelatenheid, berusting, een verzuchtend “Nou ja, volgende keer beter”. Het is nu een goede drie uur na het laatste fluitsignaal en ik weet niet hoe het in de rest van de NEC-minnende huiskamers is, maar ik voel me deze avond met de minuut alleen maar gefrustreerder en kwader worden. Zo kwaad dat ik in de pen wil kruipen om de frustratie van me af te schrijven. Een van de bitter weinige daden van rebelsheid die je als supporter van onze club dezer dagen nog rest. Een impotent rondmaaien van gebalde frustratievuistjes richting een ongeïnteresseerd ogende kolos.

Voorafgaand aan de wedstrijd Ajax-NEC van vorig weekend was ik zenuwachtig en bezorgd, maar in mijn achterhoofd kwispelde er een rare, bijna extatische mengeling van fatalisme en hoop. Roda kon immers nog onderuit gaan bij de Eagles en, als we dan toch op de slotdag ten onder zouden gaan, dan was het tenminste tegen de landskampioen en dan zat er simpelweg niet meer in. Soit, een naargeestig einde van een bizar en onvoorspelbaar seizoen. Het zou die middag volledig anders lopen. Met een ware Houdini-ontsnapping wisten we ons vege lijf te redden en opeens was alles weer mogelijk. Ik zag tranen bij Rens, ik zag Jantscher vanaf de bank een passie vertonen die ik in het hele seizoen op het veld nog niet van hem gezien had, ik zag Hemlein en Alireeza en Conboy elkaar om de nek vliegen alsof ze de grootste boezemvrienden waren. Die beleving, die schijnbare kameraderie; de ban was gebroken in deze kwetsbare spelersgroep. Doorgaan tot het gaatje. Eén voor allen, allen voor één. Kom maar op met die nacompetitie!

Na de wedstrijd in Rotterdam zit ik helemaal leeg. Ik voel me verraden. Verraden door een stel broodvoetballers die er blijkbaar toch maar weer geen zin in hadden. Weg was de passie. Weg was de emotie. Op een onbespeelbaar knollenveld legde onze rood-zwart-groene trots het puur op inzet en gogme af tegen een van de slechtst presterende ploegen van de biercompetitie. Een ploeg die al sinds november vorig jaar geen thuiswedstrijd meer gewonnen had in de krochten van het Nederlands betaald voetbal. Die ploeg zette onze spelers te kijk.

Koolwijk vond het na afloop ‘eigenlijk schandalig’. Met een diepe, gekwelde zucht. Maar, supporters van NEC, weest niet bevreesd, want “Dit gaan we zondag rechtzetten. We zullen laten zien dat we wel degelijk in de eredivisie thuishoren.” Palsson twittert vanuit de spelersbus opgewekt “There is no need to panic. We have another 90 minutes on Sunday to turn this around. I can understand the frustration but support, we need!”. Anton windt er geen doekjes om: “Sommige spelers kunnen het blijkbaar niet opbrengen. Het was een schande”, edoch “We hebben de slag verloren, maar nog niet de oorlog.”

Anton, ik help het je hopen, eerlijk waar. Maar volgens mij hebben we de oorlog een hele lange tijd geleden al verloren. Die oorlog hebben we verloren toen we het technisch beleid van onze club in handen gaven van coaches in plaats van technisch directeuren, die oorlog hebben we verloren toen we het aan- en verkoopbeleid in handen gaven van investeerders in plaats van de technische staf, die oorlog hebben we verloren toen waan van de dag en simpele zoethoudertjes de overhand namen over gedegen beleidsvisie. Wat rest is brandhout. Brandhout op het veld, en brandhout buiten het veld.

Soms moet je een perceel grondig afbranden om nieuwe kiemen te kunnen laten groeien. Misschien is een beschamende aftocht komend weekend tegen een laagvlieger uit de Jupiler League wel precies de vonk die nodig is om een reinigende vuurzee voor een wedergeboorte van NEC te ontsteken.

Maar voordat mijn frustratie de definitieve overhand neemt, overwint toch de liefde voor mijn cluppie. Verdomme jongens, kappen met inhoudsloos getwitter, mediagebabbel en schijnheilig geblaat. Daden willen we zien. Zondag, in de Goffert. Negentig minuten van eerherstel en strijd. Zowel op het veld als op de tribunes. Voor ons. Voor het echte NEC. Voor de supporters, voor de stad. Voor rood, zwart en groen. Met zijn allen. En als we dat niet kunnen opbrengen, dan verdienen we het ook om te degraderen. De dood of de gladiolen!

 

Mark

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.