Simsalabim, voetbalwet!

Jongens, het WK is voorbij, we hebben het net niet gered, maar het Nederlands elftal is wel heel dichtbij geweest. Waar dat allemaal aan heeft gelegen is wel duidelijk, niet? Sneijder? Nee, al heeft die kerel wel een jaar achter de rug waar elke kabouter jaloers op zou zijn. Robben dan? Ook niet, ook al zingt hij zo ongeveer het allergepassioneerdst het volkslied mee. De vuvuzela’s dan, of misschien de Yomandabandjes? Allemaal fout! Doorslaggevend voor het succes van Oranje (wat het toch wel was, in elk geval volgens de koningin en enkele honderdduizenden langs de route in Amsterdam) is het toverwoord van het WK geweest. We hebben de F, we hebben de O, we hebben de C, de U en de S! Juist ja, zo simpel is het. Focus, focus, focus. Van Marwijk hamerde erop, Frank de Boer en Cocu deden mee, Hugo Borst wilde het woord niet meer horen, maar haalde het telkens aan, en uiteindelijk geloofde iedereen erin. Na de zege op Uruguay in de halve finale werd er niet gebeest door de spelers; gefocust vierden ze een klein feestje. Wat is het toch fijn om zo’n magic word te hebben. Je kunt er altijd op terugvallen, het biedt je houvast en vertrouwen, en als je verder geen tekst meer hebt (hebben voetballers daar ooit last van?), herhaal je het gewoon nog een keer.

Iets vergelijkbaars speelde zich de afgelopen, pak ‘m beet, twee decennia in Zeist en Den Haag af. Voor alle problemen, en dan bedoel ik ook echt álle problemen – van de buitenechtelijke kazerneorgies van Jack de Vries tot het skateboardslippertje van Balkenende, van Uruzgan tot de Golf van Mexico, van het defecte toilet aan boord van het International Space Station tot de moeder aller problemen, de Palestijnse kwestie – is er één oplossing, één toverwoord. En beste mensen, jullie kunnen achteroverleunen, de champagne kan los, de woorden ‘werkloosheid’, ‘oorlog’, ‘leed’ en ‘probleem’ kunnen uit het woordenboek worden geschrapt: het wondermiddel is gearriveerd! Of beter gezegd: op dinsdag 6 juli aangenomen door de Eerste Kamer! Wie dacht dat op voetbalgebied el juego in Kaapstad het belangrijkste van die dag was, zit er helemaal naast. Op het Binnenhof is op die glorieuze dag namelijk De Voetbalwet aangenomen (evenals de Heilige Schrift met hoofdletters geschreven natuurlijk). De wet waar de KNVB de politiek op de blote knietjes om heeft gesmeekt, de wet waarover in de Eerste en Tweede Kamer jaren is gekissebist, waar politie en bestuur met smacht op hebben gewacht: hij is er! Gloria, halleluja! De wereldvrede is nabij en voortaan kan iedereen gelukkig in het paradijs rondhuppelen in weinig meer dan een vijgenblad. Of misschien voorlopig de dames nog even (heel even!) in een Dutch Dress dan…

Ik ga ervan uit dat de enigszins sarcastische toon waarop het voorgaande is geschreven niemand is ontgaan. Als je daaruit denkt te kunnen opmaken dat ik niet tot de true believers behoor, dat ik niet verwacht dat met deze wet alle problemen rond voetbalsupporters in één klap uit de wereld zijn geholpen, dan heb je het helemaal goed! De verwachtingen rond deze wetswijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht zijn inmiddels namelijk volledig los komen te staan van de inhoud ervan. De redenering is ongeveer: in Engeland hebben ze een voetbalwet, daar zijn alle problemen rond supportersgeweld opgelost, dus lost een voetbalwet ook hier alle problemen op. Een belangrijke misvatting in die redenering is, dat er in Engeland nooit meer iets zou gebeuren. Het tegendeel is waar, en ik vermoed dat als je de problemen in beide landen op dit moment goed vergelijkt Nederland een pacifist in bloemetjesjurk is vergeleken met “Ingerland”. Maar goed, men vindt dat het hier nog altijd de spuigaten uitloopt met het voetbalvandalisme. Wat natuurlijk ook echt zo is, als een T-shirtje met 1312 erop al aanleiding is tot aanhoudingen bij een voetbalwedstrijd en als voetbalvandalisme wordt gezien (voor degene die niet direct ziet waarom elke agent onmiddellijk tot op het bot beledigd is door zo’n shirtje: 1312 correspondeert met de eerste, derde, eerste en tweede letter uit het alfabet, wat neerkomt op ACAB, wat weer een afkorting is voor All Cops Are Bastards; nu is wel duidelijk waarom er een speciale praatgroep is voor agenten die onverhoeds geconfronteerd werden met zo’n shirtje, niet?).

Afijn, terug naar die voetbalwet. Voor zover ons land al met een probleem kampt op het gebied van voetbalgeweld, denk ik niet dat die voetbalwet veel gaat uithalen. Maar waar komt die wet nu eigenlijk op neer? Om te beginnen is het goed, duidelijk te maken dat de voetbalwet helemaal niet specifiek over voetbal gaat. Geen grapje. De voetbalwet is helemaal geen voetbalwet, maar een overlastwet, onder meer rond het voetbal. Ook andere vormen van ernstige overlast vallen er onder, zodat ook scootertuig, hanggroepjongeren en andere randfiguren met deze wet in de hand kunnen worden aangepakt. De burgemeester en de officier van justitie krijgen voortaan bepaalde bevoegdheden wanneer er, kort gezegd, vrees bestaat voor ordeverstoringen.

De burgemeester kan aan iemand die herhaaldelijk (lees: minimaal twee keer) alleen of met een groep de openbare orde heeft verstoord of die bij groepsgewijze ordeverstoring een leidende rol heeft gehad bepaalde bevelen geven wanneer hij ernstige vrees heeft dat de openbare orde verder zal worden verstoord. Let wel: het moet gaan om ernstige vrees voor ordeverstoring, maar niet om ernstige verstoring van de orde. Bij de behandeling van de wet is wildplassen bijvoorbeeld als verstoring van de openbare orde aangemerkt. Het is wat flauw, maar de notoire pinkelaar kan al onder deze wet worden gebracht (evenals trouwens de luidruchtige straatmuzikant, want ook dat kan als openbare ordeverstoring worden gezien). Het bevel kan een gebieds-, omgevings- of samenscholingsverbod en een meldplicht inhouden voor hoogstens drie maanden met drie verlengingsmogelijkheden (wat neer komt op een jaar in totaal). Hoewel deze bevoegdheid dus vrij snel kan worden toegepast, zijn er ook wel behoorlijke beperkingen. Een burgemeester heeft alleen iets over zijn eigen gemeente te zeggen, dus qua gebied is zo’n bevel erg beperkt (tenzij meerdere burgemeesters de boel coördineren en aan iemand meerdere bevelen op gaan leggen, maar dat is natuurlijk nogal een rompslomp en sowieso heb ik de burgemeesters in Nederland op voetbalgebied nooit op enige coördinatie of samenwerking kunnen betrappen). Ook in tijd steekt deze bevoegdheid schril af bij de duur van bijvoorbeeld stadionverboden (en al helemaal bij die in Engeland, dat als lichtend voorbeeld wordt gezien).

Naast het burgemeestersbevel is er ook een strafrechtelijke bevoegdheid. De officier van justitie kan een verdachte waar hij een zware verdenking tegen heeft van het plegen van een strafbaar feit waardoor de orde ernstig is verstoord en hij grote vrees voor herhaling heeft, een gedragsaanwijzing geven. Ook hier kan dat een gebiedsverbod of meldingsplicht inhouden, maar een contactverbod of een plicht je te laten begeleiden door hulpverleners is ook mogelijk (Dorrethe, here they come!). Deze aanwijzing duurt 90 dagen (of als dat eerder is: tot er een onherroepelijk vonnis is), maar kan als de verdachte wordt vervolgd en er nog geen onherroepelijk vonnis is drie keer met 90 dagen worden verlengd. Qua duur dus wat ingrijpender en als ik het goed heb, kent deze bevoegdheid ook niet de beperkingen van gemeentegrenzen. Ik moet zeggen dat als er een bevoegdheid in deze wet wordt gecreëerd die enig effect zou kunnen hebben, het deze strafrechtelijke bevoegdheid is. Tegelijkertijd brengt me dat bij het in mijn ogen belangrijkste punt: daarvoor is dan wel nodig dat werk wordt gemaakt van een individuele strafrechtelijke aanpak. Relschoppers oppakken en vervolgen kon natuurlijk altijd al, maar nu komt daar een preventieve bevoegdheid in de voorfase bij. Het probleem is echter dat tot nu toe altijd is gekozen voor het beëindigen van ongeregeldheden, simpel gezegd: door een groep met een charge uiteen te slaan, zonder een persoonsgerichte aanpak. Natuurlijk is dat wat te zwart-wit gezegd, soms worden er wel aanhoudingen verricht, maar meestal valt die kant van het verhaal erg tegen. En ook met deze nieuwe bevoegdheden zul je toch echt eerst het individu in beeld moeten hebben. Een burgemeester lijkt aan de andere kant met minder zware bewijsregels te maken te hebben, maar dat zorgt weer voor het gevaar dat je de verkeerden te pakken hebt.

Het is de belangrijkste reden dat ik niet overtuigd ben van het effect van deze wet: de keuze voor een op de daadwerkelijke relschopper gerichte aanpak kost geld. Veel meer dan de collectieve maatregelen waarmee het voetbal in Nederland inmiddels om zeep is geholpen. Maar goed, ik ben geen beleidsmaker of bestuurder. Ik daag de burgemeesters in het land dan ook uit om de consequente conclusie te trekken. De Voetbalwet waar iedereen zo lang op heeft gewacht is er nu, en daardoor kunnen de collectieve maatregelen overboord. In een eerder stadium was er, meen ik, zelfs een zeer sympathiek, maar naïef Kamerlid dat aan deze wet een verbod op buscombi’s wilde koppelen (was dat er gekomen, dan was dit echt een hosannastukje geworden). Zo snel zal het niet gaan, vrees ik, maar het is toch wel zo eerlijk als de burgemeesters hun enorme vangnet uit handen geven nu ze van de wetgever eindelijk de gevraagde knuppel in handen hebben gekregen!? Ik vrees echter dat zoals altijd wanneer het om voetbal gaat, dit alles ijdele hoop zal blijken te zijn. Geen ‘of… of’, maar ‘en… en’.

Dat brengt mij op een laatste onderdeel uit deze ‘Wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter regeling van de bevoegdheid van de burgemeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)’ zoals de voetbalwet volledig heet. Want de koek is nog niet op, er wordt ook een nieuw strafbaar feit in het leven geroepen. Met gevangenisstraf van drie jaar kan iemand worden gestraft die ‘opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft tot het plegen van geweld tegen personen of goederen’. Het is misschien wel de venijnigste verandering. Vooral het geven van inlichtingen tot het plegen van geweld kan enorm ruim worden uitgelegd. Als dat gebeurt, betekent dat het einde van alle voetbalfora. Een simpel berichtje, wat je vaak tegenkomt bij beladen wedstrijden, dat er bijvoorbeeld een groep van de andere club op weg is naar Nijmegen, kan met een beetje pech al worden uitgelegd als zulke inlichtingen. Want daardoor weet een relschopper waar hij moet zijn. Het is te hopen dat ook hier verstandig mee wordt omgegaan. Ik grijp maar terug op het toverwoord waar ik mee begon: focus! Het wordt tijd dat de autoriteiten gaan focussen. Op de echte rotte appels, bedoel ik natuurlijk. Dan kan de rest gewoon weer gaan doen wat we het liefst doen, maar al jaren onmogelijk wordt gemaakt: een fijne pot voetbal kijken! Het zal mij benieuwen…

Thomas

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.