Held van vorig seizoen wint met Jong AZ ruim van beloften NEC.
Eindelijk trapt hij weer tegen een bal. Dat is eigenlijk het belangrijkste voor Jeremain Lens. Gisteravond gebeurde dat op De Eendracht met Jong AZ tegen Jong NEC. Het belofteteam uit Alkmaar won iets geflatteerd met 3-0. „ Het ging redelijk”, zei de Amsterdammer die zich vorig seizoen als huurling van AZ in De Goffert ontpopte tot de gevaarlijkste aanvaller.
Vier maanden stond hij aan de kant met een gebroken middenvoetsbeentje. „Veel te lang”, weet Lens. „Maar het gebeurde twee keer in korte tijd. De eerste keer bij de start van de voorbereiding. De tweede keer al vroeg in het seizoen tegen Roda JC. Pats op precies dezelfde plek. Ik hoorde het kraken. Wist gelijk dat het weer mis was.”
Vorige week maakte hij zijn rentree tegen Jong Willem II. „Mwah. Ging wel”, geeft Lens aan dat het niet denderend was. Tegen Jong NEC mocht hij van Louis van Gaal zelf beslissen of hij zou afreizen naar Nijmegen. „ Omdat ik bij NEC gespeeld heb. De trainer vindt dat je dan niet tegen het belofteteam van je oude club hoeft te spelen. Maar ik vind het belangrijk om weer te voetballen. Ook tegen Jong NEC. En toen ik zag dat ze allemaal jongens uit de selectie hadden opgesteld, vond ik dat alleen maar mooier. Dat motiveert.”
Hij kent de geruchten dat er plannen waren om hem in de winterstop terug te halen naar NEC. „ Dat was met mijn blessure te vroeg. En misschien ook wel helemaal niet bespreekbaar. Ik heb een missie: slagen bij AZ. De club heeft mijn contract verlengd tot 2013. Ik heb ook niets te klagen. Dat ik nu niet bij de selectie zit, is logisch. Ze doen het hartstikke goed. Daar moet je reëel in zijn. Maar het seizoen telt nog acht wedstrijden. De laatste vijf hoop ik er toch bij te zijn. Zou ik toch iets meer het gevoel hebben dat het ook mijn kampioenschap is.”
Tegen Jong NEC laat Lens voor rust nog wel eens zijn pure klasse zien. „ Als de bal in zijn buurt is, wordt hij levensgevaarlijk”, weet Wim Rip. Maar volgens de coach van Jong NEC is Lens geen echte spits. „ Ik zie hem liever aan de zijkant. Een tegen een. Actie maken. Hij is zo weg, hè.” Over de wedstrijd is Rip kort. „We hebben te weinig afgedwongen. De eindpass was niet goed. En het veld natuurlijk ook niet. We hebben een voetballende ploeg. Zag je die ene bal. Viel zo dood neer. Volgens mij in een molshoop.”
Bron: De Gelderlander